Algemene
2023 - 2024
rechtsleer
Prof. Dr. Frederik Peeraer
,Kenmerken van recht - Afdwingbaar
0 ALGEMENE INFORMATIE
Tot en met 4e les Wat is recht? Ontologische vraag
5e en 6e les Welke functie heeft recht? Functionele vraag
Vanaf 7e les Waaruit bestaat recht? Structurele vraag
Doel: context van recht en rechtstheoretische achtergrond van recht van vandaag
Waarom? Kwaliteit juridisch werk kritisch beoordelen en verbeteren → ‘goede juridische pannenkoeken’ (Deel
I; Rechtsvinding = deel II)
0.1 HART VS DWORKIN
Wat doen we als juristen? Hoe kunnen we dat beter doen?
“Hart-Dworkin debate”
Herbert Hart + Ronald Dworkin: tweede helft 20e eeuw verschillende visies over (o.m.)
o Grondslag van regels
o Functie van recht
o Objectiviteit van waardeoordelen
o Vaagheid van concepten
o Aard van juridisch redeneren
o Mogelijkheid van neutrale rechtstheorie
o Rechterlijke discretie en beleid
Leerpad (=leerstof!): drie redenen
Juridische cultuur: algemeen gekend debat
Kennismaking academische discussies over rechtstheorie (geen Vaardigheden II)
Beter begrip cursus
Pagina 1 van 130
,Kenmerken van recht - Afdwingbaar
Boek
- te koop via VRG (zie ook https://gompel-svacina.eu/product/algemene-rechtsleer-inleiding-tot-de-
rechtstheorie/) - 25€)
- Belangrijkst!
- Voetnoten: niet te kennen
- Jaartallen? Personen moet je kunnen situeren in de juiste helft van de eeuw (nadruk op intellectuele
piek)
- Bv.: Hugo Grotius (1583-1645): eerste helft 17e eeuw
0.2 LESVOORBEREIDINGEN
Ter voorbereiding van sommige lessen: tekst lezen, podcast beluisteren… en daarover op Ufora vragen
beantwoorden. Concreet ter voorbereiding van:
- Les 03 (11/10)
- Les 04 (18/10)
- Les 06 (08/11)
- Les 08 (22/11)
Niet op punten, maar wel sterk aangeraden: voorbereiding helpt om de leerstof beter te begrijpen
0.3 NA DE LES
Vrijblijvende studieondersteuning via twee paden:
- “begeleidingsvragen”: per les een (permanent beschikbare) module met vragen die dienen om:
o Leerstof toe te passen
o Leerstof te schematiseren/verwerken
o Kennis te toetsen
Begeleidingsvragen ≠ representatieve examenvragen
onmiddellijke feedback via Ufora; test zo vaak af te leggen als gewenst
- Proefexamen: vindt digitaal plaats vanaf zat 28/10 tot en met zo 5/11 en bestaat uit:
o Gesloten vragen (meerkeuzevragen) met onmiddellijke feedback
o Open vragen: antwoorden worden niet verbeterd, oplossing wordt toegelicht in kennisclip
Proefexamen = representatieve examenvragen
Het proefexamen is slechts éénmaal af te leggen, de score op de MC-vragen zijn een goede indicatie.
Bij vragen: leander.vandriessche@UGent.be
0.1 EXAMEN
2/20 punten: pure kennis (niet meerkeuze!)
18/20 punten: toepassingsvragen
Deel meerkeuzevragen
- Maximaal op 10 punten
Pagina 2 van 130
,Kenmerken van recht - Afdwingbaar
- Hogere cesuur (dus geen giscorrectie) – wiskundige cesuur (afhankelijk van aantal
antwoordmogelijkheden)
- Zowel theorie als casussen
Deel open vragen
- Minimaal op 10 punten (uiteraard)
- Vier soorten vragen
o Juist-of-fout, en waarom?
o Toepassing van theorie op casus
o Vergelijkingsvraag (bv. ‘geef drie punten waarop X en Y van elkaar verschillen en licht elk
verschilpunt toe’)
o Situeer (personen, gebeurtenissen, begrippen)
Concrete puntenverdeling tussen meerkeuze- en open vragen wordt op het einde van het semester
meegedeeld
Geen codex toegelaten (alle informatie over relevante regelgeving krijg je op het examen)
0.2 INDELING LESSEN
Deel I: ontologische vraag
- op welke manieren kan je kijken naar ‘recht’? + kenmerken (tot functies van het recht)
Deel II: functionele vraag
- welke functies en finaliteiten kan je zoal toeschrijven aan ‘recht’? (functies en finaliteiten)
→ In beide delen: elke menselijke samenleving kent regels of normen
Deel III: structurele vraag (vanaf na functies en finaliteiten)
- Wat is een (rechts)norm?
- Waaruit bestaat een (rechts)norm precies? → Lessen 08 en 09
- Hoe verhouden (rechts)normen zich tot elkaar? → Les 10
Inhoud
0 Algemene informatie.................................................................................................................................. 1
0.1 Hart VS dworkin...................................................................................................................................................1
0.2 lesvoorbereidingen..............................................................................................................................................2
0.3 Na de les..............................................................................................................................................................2
0.1 examen................................................................................................................................................................2
0.2 Indeling lessen.....................................................................................................................................................3
1 wat is recht? een moeilijke vraag................................................................................................................ 5
1.1 twee benaderingen van recht.............................................................................................................................5
1.2 hebben we wel een definitie nodig?...................................................................................................................6
1.3 Definities van recht.............................................................................................................................................6
1.4 recht? geen essentiële kenmerken.....................................................................................................................7
2 fundamentele transformaties van mensenmaatschappijen..........................................................................9
Pagina 3 van 130
,Kenmerken van recht - Afdwingbaar
2.1 samenlevingen van jager-voedselverzamelaars...............................................................................................10
2.2 chiefdoms..........................................................................................................................................................11
2.3 rijken (beschavingen, empires, …).....................................................................................................................12
2.4 moderne staten.................................................................................................................................................14
3 Kenmerken van recht................................................................................................................................ 17
3.1 Proloog: Twee benaderingen............................................................................................................................17
3.2 Gericht op of voortvloeiend uit een normatieve ordening...............................................................................18
3.3 Al dan niet institutionele oorsprong.................................................................................................................23
3.4 Afdwingbaar......................................................................................................................................................24
3.5 ‘Juiste’ ordening................................................................................................................................................28
3.6 rechtvaardigheidstheorieën..............................................................................................................................31
3.7 rechtvaardigheidsstromingen...........................................................................................................................36
4 Functies van recht..................................................................................................................................... 54
4.1 Gedragsafstemming..........................................................................................................................................55
4.2 Besluitvorming binnen de groep.......................................................................................................................63
5 Finaliteit van het recht.............................................................................................................................. 65
5.1 Codificatie..........................................................................................................................................................66
5.2 Modificatie........................................................................................................................................................68
6 Normen en hun samenhang...................................................................................................................... 79
6.1 Wat is een (rechts)norm?..................................................................................................................................79
6.2 Algemene bestanddelen van rechtsregels........................................................................................................91
6.3 De samenhang van rechtsregels: recht als systeem.......................................................................................116
Pagina 4 van 130
,Kenmerken van recht - Afdwingbaar
1 WAT IS RECHT? EEN MOEILIJKE VRAAG
“nog steeds zoeken juristen naar een definitie van hun rechtsbegrip“ – Immanuel Kant (1724-1804)
Ook de definitie uit Basisbegrippen is niet perfect! “een geheel van gedragsregels en ermee samenhangende
institutionele voorschriften, uitgevaardigd en gehandhaafd door of krachtens het maatschappelijk gezag, met
het oog op een doeltreffende, rechtszekere en rechtvaardige ordening van de maatschappij.”
- Reden: ‘recht’ is maatschappijafhankelijk: het antwoord op de vraag ‘wat is recht?’ hangt af van de
wijze waarop een maatschappij naar het recht kijkt.
- Bv. sommige maatschappijen koppelen recht aan een morele waarde, en anderen niet.
→ Na deel I moet je in staat zijn om aan te geven bij welke elementen van die definitie je vraagtekens kan
plaatsen
1.1 TWEE BENADERINGEN VAN RECHT
Meestal: “recht = geheel van gedragsvoorschriften” (populaire benadering)
- Zegt niet hoe de dingen zijn, maar hoe ze moeten zijn
- maakt duidelijk hoe iemand zich in bepaalde omstandigheden moet
gedragen (= schrijven een bepaald gedrag voor)
- hoe bepaald geheel van gedragsvoorschriften afbakenen van andere
regelsystemen die voorschrijven hoe mensen zich moeten gedragen?
- Recht vs. moraal: persoonlijke of culturele gedragsvoorschriften
regelgeoriënteerde
benadering van recht - Vgl. “Vlees eten is moreel verwerpelijk” morele regel
die u voor uzelf oplegt, maar dit is geen rechtsregel
- Vgl. beleefdheidsnormen dit is een gedragsregel, geen
rechtsregel
In context van rechtbank
- Centrale actor: rechter
- Focus op wat rechters zouden moeten doen
Soms: “recht = geheel van gedragspatronen”
- Is er een regel, maar veegt iedereen zijn voeten daaraan, dan is er geen
regel.
- beschrijven hoe mensen zich in bepaalde omstandigheden daadwerkelijk
doorgaans gedragen
- Hoe bepaalde gedragspatronen afbakenen van andere?
- Gewoonlijk opstaan met linkerbeen vs. vriendelijk dag zeggen vs.
gedragsgeoriënteerde braaf luisteren naar anderen (ouders, overvallers, politieagenten,
benadering van recht rechters, wetgevers…)
In context van rechtbank
- Centrale actor: advocaat
- Focus op wat rechters effectief zullen doen
- Recht is wat de rechter zal zeggen, dit heeft niets te maken met
moraal (dit maakt een advocaat niets uit)
Pagina 5 van 130
,Kenmerken van recht - Afdwingbaar
1.2 HEBBEN WE WEL EEN DEFINITIE NODIG?
In sommige vakgebieden: geen behoefte aan een definitie.
- bv. chemie: een chemicus kan perfect werken als chemicus zonder zich ooit af te vragen wat precies ‘de
chemie’ is
In het recht: wel behoefte!
- o.a. Rechter: moet ‘het recht’ toepassen (interpreteren en verder ontwikkelen)
- ‘het recht’ = regelgeoriënteerd
- Onderzoek naar ‘het recht’ riskeert verkeerd te worden begrepen zonder begripsomschrijving
- Zowel voor regel- als gedragsgeoriënteerde benadering
Twee opvattingen
recht heeft een essentie.
- = kernelement dat altijd en overal aanwezig is en dat toelaat
Essentialistische opvatting
‘recht’ te onderscheiden van andere fenomenen
Recht heeft geen essentie, en neemt verschillende vormen aan.
- Welke vorm? Hangt af wat mensen afspreken binnen de
Conventionalistische opvatting
maatschappij.
1.3 DEFINITIES VAN RECHT
1.3.1 VELE VORMEN
Recht als ‘geheel van gedragsvoorschriften’ kent vele vormen:
Het geheel van gedragsvoorschriften dat door statelijke actoren is uitgevaardigd (zoals
Statelijk recht wetgevers, rechters…).
Het geheel van gedragsvoorschriften dat tot stand komt doordat deelnemers aan het
rechtsverkeer die voorschriften als verbindend beschouwen. Gewoonterecht wordt niet
Gewoonterecht door concrete personen uitgevaardigd, maar is het gevolg van langdurig gebruik door
die deelnemers in de praktijk.
Het geheel van gedragsvoorschriften dat binnen een bepaalde religie geldt
Religieus recht Bv. Onmogelijkheid tot scheiding in katholiek kerkelijk recht; tien geboden; 613
voorschriften in de Thora…
Het geheel van gedragsvoorschriften dat afgeleid wordt uit een nauwkeurige observatie
van de menselijke natuur en dat geldt onafhankelijk van menselijke afspraken
Natuurrecht
Bv. Mensenrechten wat mensen ook afspreken, mag dit geen afbreuk doen aan deze
logische regels.
Het geheel van gedragsvoorschriften dat de internationale betrekking regelt (dus tussen
Internationaal
staten en andere actoren, zoals de Verenigde Naties en de Europese Unie)
recht
Pagina 6 van 130
,Kenmerken van recht - Afdwingbaar
1.3.2 VERGELIJKING MET “FAMILIES”
die vormen zijn als familieleden van elkaar
religieus- en natuurrecht geloven in mens overstijgend recht (iets wat wij niet hebben beslist en sowieso
moeten volgen)
maar: niet per se één kenmerk of eigenschap die alle leden met elkaar delen
1.4 RECHT? GEEN ESSENTIËLE KENMERKEN
Gevolg: “recht heeft geen essentiële kenmerken die altijd en overal waar zijn”
“recht is eender wat mensen door hun sociale praktijken identificeren en behandelen als ‘recht’” – Brian
Tamanaha
Recht = een conventie en dus ‘standpunt- of maatschappijafhankelijk’
- Dit is een minder voordehandliggend idee
- Wat recht is, hangt af van de omschrijving die u aan recht geeft
- Of iets als recht geldt, hangt af van het soort recht dat u voor ogen heeft.
1.4.1 RECHT = STANDPUNT- OF MAATSCHAPPIJAFHANKELIJK
= hangt af van standpunt dat men inneemt over het begrip ‘recht’;
= hangt af van omschrijving die men aan ‘recht’ geeft
Of iets als ‘recht’ geldt, hangt af van het ‘familielid’ dat men voor ogen heeft
Vraag: ‘Is abortus toegelaten volgens het recht?’ → ‘het’ recht vs. ‘welk’ recht
- Antwoord M1 (‘religieus recht’): ‘Neen, wie dat zegt, heeft duidelijk de essentie van recht niet
begrepen’
- Antwoord M2 (‘Belgisch statelijk recht’): ‘Ja, althans onder bepaalde voorwaarden’
Pagina 7 van 130
,Kenmerken van recht - Afdwingbaar
Je kan niet spreken over wat geldt als recht zonder zelf een standpunt in te nemen over wat recht is
Anders dan bv. chemie: inhoud onderzoeksobject = standpuntonafhankelijk
1.4.2 GEVOLGEN CONVENTIONALISTISCHE OPVATTING
Recht = relatief naar plaats en tijd
- Doorheen de tijd en geografische ruimte: verschillende vormen van recht
- ‘Recht’ is een sociale constructie (geconstrueerd door handelingen van mensen) met een geschiedenis
Moeten we nu zwijgen over ‘recht’? Neen: wel andere focus
- niet focussen op essentie van recht (of recht in zijn universele en tijdloze geheel)
- Wel op diverse kenmerken die men ermee in verband brengt
- Geheel aan regels?
- Gericht op normatieve ordening?
- Rol handhaving?
- Rol rechtvaardigheid?
- Focus op dit soort vragen en de verschillende antwoorden die worden gegeven.
Pagina 8 van 130
, Kenmerken van recht - Afdwingbaar
2 FUNDAMENTELE TRANSFORMATIES VAN MENSENMAATSCHAPPIJEN
Mensen zijn sociale wezens: ons leven krijgt betekenis in relatie tot anderen.
- Samen met anderen streven we naar een bevrediging van onze behoeften (bv. voedsel, onderdak, …),
verlangens en neigingen (bv. affectie, status, samenwerking, macht, rijkdom, …)
Sociale ontwikkeling binnen een gemeenschap? Gevolg van:
Materiële facetten ecologische, technologische, economische grondstoffen en hun beperkingen.
Ideële facetten kennis, overtuigingen, waarden, concepten, gewoonten, … die ons gedrag sturen.
Sociale instituten: Patronen van sociale orde die maatschappelijke behoeften
lenigen, bv. ‘gezin’, ‘kinderopvang’, ‘onderwijs’, ‘gezondheidszorg’, ‘sportclub’…
(Voor meer info, zie deze video)
- D.m.v. ‘Gezin’ tegemoet komen aan sociale en emotionele behoeften
(plicht om voor ontplooiing te zorgen), economische behoeften
(onderhoudsplicht, erfrecht…)…
- Hoe wij ons gedragen t.o.v. elkaar wordt mee bepaald door deze sociale
instituten.
Sociale instituten en
praktijken Sociale praktijken: Alledaagse handelingen en de manier waarop die gebruikelijk
worden verricht in een (groot deel van een) bepaalde maatschappij;
gedragspatronen
- Dingen die wij in relatie tot anderen continu doen (alledaagse handelingen)
- Hoe mensen zich doorgaans in een bepaalde situatie gedragen
- Bv. schaken, met anderen wachten in de wachtkamer bij de dokter, ruzie
maken, ruzies oplossen, op restaurant/café/kraambezoek gaan, allerlei
feesten vieren…
Bv. Mensen zouden boos kijken omdat je in de wachtzaal luid jouw muziek afspeelt
NIET ELKE GEMEENSCHAP IS SOCIAAL EVEN COMPLEX
groter = organisatorisch uitgewerkter
Elk gemeenschap neemt basisbehoeften van maatschappij voor haar rekening
- watervoorziening, voedselbedeling, bescherming van gezondheid en veiligheid, het behoud van
interne orde en de verdediging tegen buitenstaanders…
- Hoe? Sociale instituten; twee vormen van specialisatie
HORIZONTALE EN VERTICALE SPECIALISATIE
planning, inrichting, uitvoering = verdeeld over zelfde niveau
horizontale specialisatie = mensen doen naast elkaar taken zonder dat iemand de baas is (bv. Klassenfuif
organiseren)
verticale specialisatie planning, inrichting, uitvoering = verdeeld over hiërarchisch verschillende
Pagina 9 van 130