Fysiologie van het urinair stelsel
De nier is een bbonvormig orgaan van een tiental cm’s lang en we hebben er 2 in ons
lichaam.
Het maakt urine en fltert afvalstoffen uit het bloed. Afvalstoffen kunnen
verschillende dingen zijn die eindstoffen zijn van metabole processen.
Urine bevat eiwitten die agebroken zijn, zouten en geen suikers of cellen.
De funcies van de neiren:
1. HOMEOSTASE SAMENSTELLING EXTRACELLULAIR VOCHT: water, zout, pH,
osmolariteit, afvalstoffen en ionen.
Hoeveelheid water en zout is de juiste, osmolariteit ook, ph en aantal ionen
naar noden in het lichaam de samenstelling van de milieu interieur!!
Als we heel veel zout eten, gaat de urine veel zout bevatten nier
antwoordt op de verandering van het lichaam, met water heb je een gevoel
van de verandering van de werking van de nieren, maar bijvoorbeeld als de
aanmaak van de zouten verandert kan je dat niet voelen.
2. PRODUCTIE VAN HORMONEN: renine, vitamine D, prostaglandines en
erythropoietin (=hormoon epo dat ook als doping wordt gebruikt aanmaak
rode bloedcellen)
Nieren liggen juist onderaan de rug en zijn juist
beschermd door de ribben. De nieren liggen
retroperitoneaal vanuit het buik gezien, liggen dus achter
het buikvlies.
Nieren hebben bloedvaten, ook aorta en vena cava dus
heel belangrijke relatie tussen BV en nieren, een van de
meest doorbloedde orgaan van het lichaam. Bijna 20%
dat uit het hart wordt gepompt krijgt de nier. Daarom
liggen de nieren ook van achter dus daar komen de grote
BV.
Bloed stroomt in de nier en komt terug eruit, maar met
een andere samenstelling, gezuiverd.
Nier doorsnijden: arteria renalis is BV dat erin stroomt en
dit is een rechtstreekse vertakking van de aorta, vena
renalis is de BV die eruit stroomt.
Het bloed stroomt in het midden van de nier en gaat dan
in soort bogen, ze liggen op speciale plaatsen, liggen aan
de buitenkant maar niet helemaal, daar is nog de schors
of de cortex. De centrale gedeelte van de bogen is de
medulla of de merg
Arteria arcuate BV vertonen zo van die kerstboompjes
die dus opstaan tot in de merg, en aan de merg hangen
extreem belangrijke trosjes. Rode BV vormen trosjes en
de blauwe BV gaan terug naar beneden.
1
, Rode buizen = arteriën (bloed)
Blauwe buizen = venen (bloed)
Gele buizen = urine stroom
We beginnen met her rood BV aan de trosje, ze
komt naar dat trosje aan = AFFERENTE
ARTERIOLE
De BV dat uit het trosje vertrekt = EFFERENTE
ARTERIOLE
Peritubulaire capillairen vormen de venen.
Er zijn twee capillaire
systemen die in serie
geschakeld zijn
POORTADER_SYSTEEM
Twee capillairen in serie
dus ook twee
arteriolen
Trosje is een capillair
Ter hoogte van het
trosje ontstaat er een
buis? Ze begint zich te vormen en begint eerst te kronkelen,
gaat dan naar beneden en terug naar boven tot de hoogte van
het trosje en gaat dan TUSSEN de in en uit BV van de nier en
kronkelt dan terug naar beneden.
Buis begint bij het trosje
Een nefron is de functionele eenheid van een nier, het is een
mini-nier. We hebben daarvan ongeveer 1 miljoen in elk nier,
dus 2 miljoen in het totaal. Daar gebeurt quasie altijd
hetzelfde.
Twee nefronen naast elkaar boven, wat is het verschil
ertussen? De linkse ligt lager dan de rechter en de positie van
de lis van Henle en de trosje is veel lager en ligt dieper in het
merg. De peritubulaire capillairen daarrond zijn veel meer
ontwikkeld.
Kamelen en woestijnratten, hebben alleen de linker, zij
kunnen dus hun urine meer geconcentreerd maken.
LINKS = JUXTAMEDIULAIRE NEFRONEN = gespecialiseerd in
het concentreren van urine
Rechter = CORTICALE NEFRONEN
Niet elke nefron is gelijk, ze hebben wel zelfde functie.
2
,Functionele organisatie
Vasculair: areteria renalis (acereta) afferente arteriole GLOMERULAIRE
CAPILLAIR efferente arteriole PERITUBULAIRE CAPILLAIR venen
Tubulair:
Kapsel van Bowman: begin van de capillar GLOMERULAIRE
Proximale tubulus: horizontaal tot lis
Lis van Henle: dalende en stijgende been
Distale tubulus: passage tussen de arteriolen, beide
Verzamel buis: terug naar benden
Ureter
Peritubulaire capillairen zijn de capillairen die rond alle buizen (geel) gewikkeld zijn.
Het Nefron
Een nefron is de functionele eenheid van een nier, het is een mini-
nier. We hebben daarvan ongeveer 1 miljoen in elk nier, dus 2
miljoen in het totaal. Daar gebeurt quasie altijd hetzelfde.
Pijlen tonen de processen die nodig zijn om urine te vormen. Urine is
dus het eindresultaat van al die pijlen.
F = filtratie: gebeurt ter hoogte van de
Glomerulaire capillair
R = Reabsorptie: peritubulaire capillair en de
buizen
S = Secretie: peritubulaire capillair en de buizen
E = EXCRETIE DUS URINE
E=F–R+S
Functie van het nefron is dus het filteren, maar in bepaalde hoeveelheden: We
filteren continu hetzelfde hoeveelheid ter hoogte van de Glomerulaire capillair
GLOMERULAIRE FUNCTIE BEWAAKT£
Filtratie proces is productie van voor-urine: de hoeveelheid voor-urine productie is
altijd hetzelfde en die is 180 L per dag.
CONSTANTE FILTRATIE
In de tubuli passen we de voor-urine aan, daar gebeuren de aanpassingen in de
hoeveelheid ook. DE TUBULAIRE FUNCTIE kan men aanpassen en soort van
meespelen. Daarom schommelt de urine hoeveelheid tussen 0,5 en 15 L per dag.
WISSELENDE EXCRETIE
Ook al eten en drinken we niet, moet men altijd 0,5L plassen daarom gaan we
dood als we lang niet drinken, want we blijven dan wel plassen altijd.
3
, Er stroomt per min 1L bloed naar de nier. Dat is niet allemaal vocht, maar 40% van de
totale volume zijn rode bloedcellen voornamelijk en een hoeveelheid witte
bloedcellen (=hematocriet), de rest is plasma of het vocht: daar zitten eiwitten,
zouten, nucleïne zuren, afvalstoffen…
Functie van de nieren is dan om de plasma te regelen, daarvan stroomt 600mL door
de afferente arteriolen in de Glomerulaire
capillair, 20% daarvan zal veranderen in voor-
urine = 125 ml per minuut. Filtratie fractie is
constant doorheen de dag
NIET ALLES WAT DOOR DE NIER STROOMT
WORDT VOOR-URINE, 80% stroomt dan
verder door de peritubair capillair.
Van de 125mL wordt bijna alles terug
gereabsorbeerd OP 3 EN OP 5 zitten
knoppekes die we kunnen veranderen.
Het meeste wat dat je filtert word terug
opgenomen waar het allemaal van kwam.
Parameter Waarde
Renale bloed flow RBF = 1L/min
Hematocrit HCT = 40 %
Renale plasma flow RPF = 600 ml/min
FILTRATIE FRACTIE FF= 20 %
GLOMERULAIRE FILTRATIE RATE OF GFR = 120 ml/min
SNELHEID = 120 ml/min is de
hoeveelheid voorurine per dag, en is dus
altijd hetzelfde, want dat is het
basisprincipe van de afvalstoffen
wegwerking, als je nieren niet meer
filteren sterf je door dat de afvalstoffen
opstapelen, dus je moet ervoor zorgen
dat dat altijd bewaart blijft
URINE FLOW SNELHEID V= 1 ml/min
Glomeluaire filtratie
1ste stap in de urinevorming
SELECTIEF
MECHANISCHE FILTER = glomerulaire membraan met een porie grootte van 3nm
Filter dat bepaalde dingen doorlaat en bepaalde niet
Voorurine heeft een andere samenstelling dan het bloed door de selectiviteit
4