SAMENVATTING ETHIEK
2023-2024
,Inleiding
§1 TERMINOLOGISCHE VERDUIDELIJKING
Bij spreken over ‘het goede voor individu en gemeenschap’
- Zeden, zedelijk, zedelijkheid
- Moraal, moreel, moraliteit
- Ethos, ethisch, ethiek
▪ Zedelijkheid, moreel, ethisch worden in praktijk gebruikt als synoniemen
THEORETISCH: De substantieven daarentegen zijn geen synoniemen en verwijzen naar
verschillende niveaus van reflectie (bron: Grieks)
o Ethos1: woon- of verblijfplaats van dieren of mensen
Maatschappelijke dimensie
o Èthos2 : karakter, gezindheid, grondhouding, gewoonte
• Individuele, inwendige dimensie
o Ethnos: groep levende wezens, een kudde dieren of een groep mensen en
daarvan afgeleid: volk natie
Verwantschap vanwege verband tussen sociale groep, verblijfplaats en levensgewoonten
- Zeden, moraal en ethos hebben een neutrale, beschrijvende betekenis (de
heersende zede en gebruiken)
- Zedelijkheid en moraliteit hebben een normatieve en evaluatieve betekenis DUS ze
verwijzen naar zedelijke normen of idealen die in het handelen al dan niet bereikt
worden
i. MORAAL (ethos): objectief systeem van gedragsregulering
met betrekking tot wat goed of slecht is, mag of verboden
is in een groep.
ii. MORALITEIT: standpunt van het subject: kwalitatief
niveau van het handelen, handelingsbewustzijn.
- Ethiek → Een systematische-kritische reflectie over moraal (ethos) en moraliteit
PRAKTISCHE WIJSBEGEERTE THEORETISCHE WIJSBEGEERTE
o Praxis, onze omgang met de o Kennis vermeerderen zonder zich
werkelijkheid en/of die om de directe bruikbaarheid of
werkelijkheid zelf verbeteren toepassing ervan te bekomen
De werkelijkheid zoals die moet zijn De werkelijkheid zoals ze is
GOEDE WARE
,§2 VORMEN VAN ETHIEK BINNEN DE PRAKTISCHE WIJSBEGEERTE
1. Descriptieve ethiek
- Wetenschappelijke beschrijving van een moraal vanuit historisch
(diachronisch) en hedendaags (synchronisch) oogpunt
- Zoekt normatieve verklaring van de moraal (doorverbinden of herleiden met
andere feiten)
- Evalueert deze systemen niet (moraalwetenschap)
- Moderne menswetenschappen (Weber, Smith, Durkheim, Wundt)
▪ Empirische onderbouwde typologie van de morele ontwikkeling via dilemma-
onderzoek: Heinz-dilemma (L.Kohlberg)
- Mr Heinz is een apothekersassistent. Een vrouw is terminaal ziek, nieuw
geneesmiddel ontwikkeld (experimenteel en duur).
- Is het gerechtvaardigd om het te stelen?
- Stadia van de morele ontwikkeling (empirisch onderbouwde typologie van de
morele ontwikkeling via dilemma-onderzoek)
1. Niveau 1: Pre-conventioneel = gedrag is gericht op het vermijden van een
staf (basishouding)
1. Regels volgen uit gehoorzaamheid ten opzichte
van autoriteiten
> Vb. Kleuters die doen wat de juf zegt (basis)
2. Goed is eigenbelang volgen
2. Niveau 2: Conventioneel = sociale erkenning door conformiteit
3. Goed is de verwachtingen van anderen vervullen en loyaal zijn
4. Goed is de wetten respecteren en zijn plichten vervullen
3. Niveau 3: Postconventioneel = zich richten op algemene morele principes vanuit
het oog voor algemeen maatschappelijk belang of vanuit inzicht in de
geldigheid van algemene principes
5. Zich houden aan onderlinge afspraken en vermeerdering van het
nut voor zoveel mogelijk mensen
6. Goed is het volgen van autonoom gekozen, universele,
rechtvaardigheidsprincipes
= Mannen scoren hoger dan vrouwen (feministische kritiek Gilligan => controverse want
conclusies zijn niet rechtstreeks af te leiden uit het onderzoek)
, 2. Normatieve ethiek
- Filosofische reflectie op het morele, die op zoek gaat naar de legitimering van
morele normen.
- Waarom-vraag wordt beantwoord (waarom mag je niet liegen)
- Wat is goed en kwaad en hoe kunnen we dit funderen? (moraalfilosofie)
Algemene ethiek: bestudeert normatieve en meta-ethische problemen in hun
algemeenheid, zonder ze toe te spitsen op concrete situaties
Er wordt gezocht naar algemene principes en fundamentele
grondslagen voor ‘het’ menselijk handelen in het algemeen
o Individuele ethiek
• Kritisch onderzoek van menselijk handelen, legitimerende normen en
funderende beginselen
• Mens als individu
= micro-ethiek
o Sociale ethiek
• Onderzoek menselijk handelen in groepsverband
• Mens als gemeenschapswezen
= macro-ethiek
Bijzondere ethiek: algemene principes in verband te brengen met bijzondere
situaties = toegepaste ethiek
3. Meta-ethiek
- Analyseert-de taal van de normatieve ethiek in haar semantische en logische
aspecten. (tweedeordemoraalfilosofie)
- Vb. wat is de betekenis van begrippen als goed, deugd, moeten & logische
aspecten bv problemen rond de verificatie van een ethische uitspraak
Catalogisering en benoeming van ethische theorieën
a) Ethische theorieën die aandacht schenken aan handelende subject en intenties
Bij beoordeling van het ethische gehalte van een daad/persoon:
o Intentie- of gezindheidsethiek
• Enkel de intenties zijn van belang
• Daden en gevolgen spelen geen rol
o Consequentialisme
• Enkel de gevolgen zijn van belang
• Intenties spelen geen rol
= MAAR meeste ethische systemen zijn tussenpositie tussen de twee extremen