Hoofdstuk 2, Controle op steriliteit en
bepalen van besmettingsgraad
2.1. Benodigdheden
Plate count agar (PCA)
Vaste voedingsbodem met weinig agar
Doorzichtig
Ringer
Fysiologische zoutoplossing
Ringertablet oplossen in 500 ml aq. dest.
Brain heart infusion (BHI)
Vloeibare voedingsbodem
Sabouraud Dextrose Agar (SDA)
2.2. Steriliteitscontrole op materiaal
- Swabmethode
Controle op werktafels, kranen, leidingen
Steriele swab bevochtigen in ringer
Draaien over een oppervlak (25 cm2)
Swab in een steriele oplossing gebracht en geschud
1 ml van de suspensie overbrengen in een petriplaat
Hieraan bv. PCA toevoegen
Omgekeerde incubatie bij 37°C
Berekenen van het aantal kiemen per 100 cm2
- Contact- of afdrukmethode
Controle op effen oppervlakten
Rodacplaatjes gieten met een gekozen voedingsbodem
Na het stollen een afdruk nemen van het oppervlak
Omgekeerde incubatie bij 37°C
Berekenen van het aantal kiemen per 100 cm2
- Spoelmethode
, Controle op grote recipiënten
In het recipiënt een hoeveelheid ringeroplossing brengen
Schudden
1 ml overbrengen in een petriplaat
Hieraan bv. PCA aan toevoegen
Bepalen van het aantal kolonies per recipiënt
- Cultuurmethode
Controle van klein materiaal
Materiaal in de voedingsbodem brengen (cultuurbuisje)
Incubatie op 37°C voor 3, 5, 7 dagen
Bekijken of er al dan niet groei in op de voedingsbodem
2.3. Microbiologische controle van lucht
- Sedimentatiemethode (Fall out)
Bepalen van de aan- of afwezigheid van micro-organismen
Platen in een ruimte ergens open zetten
Op PCA voor aantal kiemen
Op SDA voor gisten en schimmels
- Surface air system (S.A.S.)
De lucht wordt door een geperforeerd oppervlak gedurende een bepaalde tijd aangezogen
Incubatie voor 48 uur op 37°C voor PCA
Incubatie voor 5 dagen op 25 °C voor SDA
Berekenen van het aantal kiemen per volume eenheid lucht (m3)
Indien de aangezogen lucht 500 l bedraagt
Maal 2= kiemgetal per m3 lucht
Referentiewaarden:
Volgens Galson en Goddard:
In een operatiezaal: niet meer dan 35 – 70 micro-organismen per m3
In ziekenzalen: niet meer dan 150 – 250 micro-organismen per m3
Algemeen: maximum 150 – 300 micro-organismen per m3
,Hoofdstuk 3, Identificatie van een bacterie
3.1. Isoleren
Voorwaarde starten identificatie: aanleggen van een reincultuur
3.2. Identificeren
3.2.1. Macroscopische kenmerken
Om dit te interperteren, moet er meer geweten worden over de voeding, zuurstofnood, temperatuur,
…
Voeding onderscheidt 2 soorten:
1. Autotrofe bacteriën
Op bouwen van organische stoffen vanuit anorganische stoffen
Door: oxidatie reacties
2. Heterotrofen
Verkrijgen energie door de afbraak van organische stoffen
Door: enzymen
Bodemmateriaal moet van organisch materiaal zijn
Deze komen uit:
- Extracten
Meestal vleesextract
- Pepton
Aanvullende stikstof bron
Verkregen uit eiwitten die zich omzetten door enzymen
Nog onderscheid:
a) Saprofyten
Leven van dood organisch materiaal
Verrotting en vergisting
b) Commensalen
Leven op fysiologische verblijfplaats zonder schade aan te richten
Ze kunnen zelf vitaminen kweken
c) Symbionten
Nuttige bacteriën bij lagere diersoorten die leven onder wederzijds profijt van de
gastheer
d) Parasieten
Leven op levende lichaamscellen die ze kunnen beschadigen of vernietigen
Infecties
Essentiële voorwaarde voor een ongestoorde osmose is:
Isotonisch middel toevoegen
Zoals:
NaCl
Samenstelling eenvoudige voedingsbodem:
- Vleesextract
- Pepton
- NaCl
- Water
Agar
, = product afkomstig van zee-algen
Weinig of geen voedende waarde
1,5 g 1L
Smeltpunt: 90-95°C
Gelatine
= product afkomstig van beenderen
100-150 g 1L
Smeltpunt: 25-27°C
Nadeel: kan maar geïncubeerd worden bij 22°C, anders smelt hij
Nog een nadeel:
Sommige bacteriën kunnen trypsine omvormen
Voedingsbodem zal vloeibaar worden
3.2.1.1. Kolonie-uitzicht op de plaat
Ontstaan kolonie= een kiem gaat zich steeds verder delen in dochtercellen die bij elkaar blijven liggen
Kolonie= 1 soort bacterie= reincultuur
Beoordeling gemaakt op het uitzicht van een kolonie:
- Zijn er meerdere bacteriesoorten aanwezig?
- Welke bacteriesoort vermoedelijk gegroeid is
Voorwaarden om een kolonie te zijn:
Kolonie moet aan het oppervlak gegroeid zijn
Kolonie moet afzonderlijk gelegen zijn
Kolonie moet volgroeid zijn
Kolonie kenmerken:
3.2.1.2. Kolonie-uitzicht in een agarbodem
Rechte stolling
Steekent:
Groei-intensiteit
Veel informatie over de zuurstofbehoeften
Groei enkel bovenaan
De bacteriën hebben behoefte aan zuurstof om zicht te ontwikkelen
= obligaat aeroben
Groei enkel onderaan
De bacteriën kunnen geen zuurstof verdragen
= obligaat anaeroben
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nettedevisscher. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,36. Je zit daarna nergens aan vast.