Samenvatting bevat de slides en nuttige informatie van het boek. Vak gegeven door Kurt Tournoy. Deel van het vak cellen en weefsel van eerste bachelor Biomedische Wetenschappen aan de Ugent.
Een cel is de kleinste anatomische en functionele eenheid van leven, gevormd door deling van eerdere
bestaande cellen.
Cel theorie:
1. Cellen zijn de bouwstenen van alle planten en dieren
2. Cellen zijn de kleinste functionerende eenheden van leven
3. Cellen worden gevormd door deling van cellen
4. Hebben een inwendig evenwicht (homeostase)
Prokaryoten vs Eukaryoten (10µm)
Cel differentiatie
Centrale dogma van de celbiologie: DNA -> mRNA -> AZ-sequenties -> eiwitten
Het zijn de eiwitten die bepalen hoe een cel, een weefsel en een organisme eruitziet en hoe deze
functioneren
Virussen
Voldoen niet aan de definitie van een cel
Replicatie afhankelijk van een gastheercel
Genetische informatie is ook opgeslagen in DNA of RNA
Receptor gemedieerde endocytose
Extreem dun: 6-10nm
Stevigheid/ fysische barrière
Selectieve passage/ uitwisseling van stofjes
Herkennings- of communicatietaken: signalen
DE MEMBRAANLIPIDEN: 40% (GLYCEROLFOSFOLPIDIEN, SPHINGOLIPIDEN EN STEROLEN)
Basisstructuur van elk celmembraan
Amphiphatische moleculen
Fosfolipiden dubbellaag => spontane formatie
Selectieve barrière die het inwendige van de cel beschermt
Zelf-herstellend voor kleine lekken
Grote defecten => gespecialiseerd reparatie systeem waarbij calcium influx in de cel leidt tot fusie van
membraancompartimenten en ‘sealing’ van het lek
Rigiditeit vs fluïditeit
1
, o Lengte koolstofstaarten: korte koolstofstaarten interageren minder met elkaar dan lange
(meer fluïditeit)
o Ratio verzadigde/onverzadigde vetzuren: niet verzadigde vetzuren => dubbele binding =>
‘knikken’ koolstofstaarten => niet dicht opeengeplakt => meer fluïditeit
o Hoeveelheid cholesterol: meer cholesterol verhoogt de stijfheid (opvullen gaten van de
geknikte koolstofstaarten)
Typische membraan glycerofosfolipiden:
o Phosfatidyl choline/ sphingomyeline (buitenblad vd celmembraan)
o Phosfatidyl inositol (van belang bij ‘signaal transductie’)
o Phosfatidyl serine (apoptose)
Sphingolipiden: membraanlipiden maar ‘ceramide’ (koppeling van sphingosine en een vetzuur ipv 2
vetzuurstaarten)
o Choline (sphingomyeline)
o Suikergroep (glycolipiden)
o Endocytose processen
Membraan aanmaak
o Cytosol zijde van ER zitten enzymen die de membraanlipiden synthetiseren
o Modificatie in Golgi (inwendig)
o Scramblasen in ER (en cel-) membraan
o Flippasen/ floppasen in het Golgi apparaat
Flippasen: enzymen die bepaalde fosfolipiden naar de cytosolische zijde van de
bilayer kantelen
Floppasen: enzymen die bepaalde fosfolipiden van de cytolische zijde naar de niet-
cytosoliche zijde kantelen
Membranen zijn asymmetrisch
Lipidensamenstelling is uniek
MEMBRAANEIWITTEN: 55% (INTEGRALE MEMBRAANEIWITTEN, PERIFERE MEMBRAANEIWITTEN)
Transmembraan eiwitten (integrale membraan eiwitten):
o Doorheen de lipid bilayer en steken met een deel van hun massa uit de membraan (binnen-
en buitzijde)
o Amphiphatisch, blijven steken door hydrofobe interacties tussen aminozuren en lipide delen
Andere integrale membraaneiwitten
o Bijna helemaal in het cytosol en hangen aan de cytosolische zijde van de membraan
Nog andere integrale membraaneiwitten
o Hangen als lipoproteïne covalent vast aan de membraan, direct of indirect via een
suikerketen
Perifere membraaneiwitten
o Koppeling met integraal membraaneiwitten (maken zelf geen contact met de lipid bilayer)
2
, Membraan eiwitten (1/3 vd coderende genen)
Kanaal eiwitten (transport molec/ionen)
Receptor eiwitten (signalen
Drager eiwitten (endocytose)
Cel herkenning (immuniteit)
Enzymen (bv cAMP)
Verankeringseiwitten (CAM & integrines)
Celcortex (intracellulair) => bepaling vd vorm vd cel (bv rode bloedcel)
o Spectrine, actine, myosine
Rol in vorm & stevigheid van cel
Rol bij vasthouden van membraan extracellulaire eiwitten
Membraan-lokalisatie vd eiwitten
Organisatie van membraandomeinen:
o Koppeling aan de celcortex
o Koppeling aan de extracellulaire eiwitten
o Koppeling aan de transmembraaneiwitten van een andere cel
o Gebruik maken van een tight-junction band => membraaneiwitten kunnen niet meer
passeren
Lipid rafts: zones met bijzondere lipiden samenstelling (veel cholesterol en verzadigde fosfolipiden =>
weinig membraanfluïditeit => weinig mobiliteit)
SUIKERKETENS: 5%
Celherkenning, celvasthechting en receptor
Glycoproteïnen en glycolipiden
o Veel => glycocalix: celherkenning, bescherming, lubrificant of verankering van de cel
Voorbeelden:
o Bloedgroepen
o Neutrofielen: voor herkenning van ontsteking in het weefsel (lectine komt dan tot expressie)
o Op de celmembraan van oppervlaktecellen van de bloedvaten
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper biomedstu. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,96. Je zit daarna nergens aan vast.