Omschrijving vh economisch recht.
= alle rechtsregels die ih economisch leven moeten w nageleefd.
- B2B: relatie ondernemingen tov elkaar
- B2C: relatie onderneming tov consument.
Binnen die wetgeving: specifieke deelgebieden.
- Ondernemingsrecht
o Rechtsregels mbt oprichting, organisatie en werking vd onderneming bij
economische act’n.
- Marktrecht
o Regels die door de ondernemingen moeten gerespecteerd w bij verdelen v
goederen en diensten op de markt.
Evolutie economisch recht in België
Eerst: handelsrecht was harde kern vh economisch recht. Specifiek over toepassing op
handelsrechtelijke verbintenissen.
Daarna werd wetboek v koophandel verder ontmanteld en overgebracht naar wetboek v
economisch recht. Naamsverandering: wetboek v bepaalde voorrechten op zeeschepen en
diverse bepalingen.
Begrip handelaar w geschrapt en vervangen door ‘ondernemer’. Hierdoor verdwijnt het
onderscheid tss handelszaken en burgerlijke zaken. Er ontstaat een nieuwe moderne
definitie voor het begrip onderneming.
Rb koophandel -> ondernemingsrb.
Plaatsing vh economisch recht
Verhouding burgerlijk vs economisch recht.
- Burgerlijk recht: in BW, v toepassing op alle burgers.
- Economisch recht: in Wetboek Economisch recht. Is bijzonder en afwijkend recht.
Kent dus regels die afwijken en verschillen vd overeenkomstige regels uit burgerlijk
recht. (vb bewijsregels). Toepassingsgebied is dus specifiek ondernemers en
ondernemingsactiviteiten.
- De bijzondere afwijkende regels vh economisch recht hebben voorrang op de
algemene bepalingen uit het burgerlijk recht.
2. Ondernemingsrechtbank
Het economisch recht uit zich specifiek in het bestaan van ondernemingsrechtbanken, naast
de burgerlijke rechtbanken v eerste aanleg. De werking en organisatie wordt uitgelegd in het
gerechtelijk wetboek.
2.1. Samenstelling
Er zijn 9 ondernemingsrechtbanken, met verschillende afdelingen. Iedere afdeling telt
meerdere kamers, afh vd grootte vd afdeling.
Iedere kamer heeft:
- Voorzitter (beroepsmagistraat)
- 2 lekenrechters
o Dit zijn bijzitters die uit het bedrijfsleven komen.
- Griffier
- Magistraat vh OM. (procureur des konings + substituten)
= paritaire samenstelling. Voordeel: lekenrechters hebben meer voeling met gangbare
handelspraktijken.
2.2. Bevoegdheden
Algemene bevoegdheid:
Alle geschillen tss ondernemingen, of bij vordering v niet-onderneming tegen onderneming.
(onderneming zelf kan niet tov niet-onderneming vorderen voor deze rb, enkel voor vrederb
of rb eerste aanleg).
Verder nog specifieke bevoegdheid:
Geschillen tss vennoten ve vennootschap, geschillen mbt wisselbrieven of geschillen uit
faillissement.
2.3. Procedures
3 kernmomenten:
- Dagvaarding: eiser brengt verweerder voor bevoegde rb
- Openbare terechtzitting: pleiting vd zaak door de partijen
- Vonnis: rechter oordeelt over het geschil.
Daarnaast: verkorte en buitengewone procedures. Spoedeisende zaken kunnen in
kortgeding.
2
,3. Bewijs in ondernemingszaken
3.1. Algemene regels
Burgerlijk recht: bewijsvoering
Uitganspunt:
- Persoon die iets beweert, moet bewijs v die bewering leveren.
2 vuistregels:
- Verbintenissen uit overeenkomsten kunnen enkel bewezen worden met schriftelijke
bewijzen: authentieke of onderhandse akte. (art. 1341 BW)
- Materiële feiten mogen bewezen w met getuigen en vermoedens.
(vb bewijs v onrechtmatige daad en vreemde oorzaken).
Bewijsvoering in het ondernemingsrecht:
- Soepeler en vrijer.
o Ondernemers moeten snel kunnen werken en hebben geen tijd om
volwaardige schriftelijke bewijzen op te maken.
o Daarom nieuwe bepaling ih wetboek: art. 1348 BW: regelt bewijs door en
tegen ondernemingen.
Uitgangspunt: bewijs kan w geleverd met alle middelen v recht, tenzij
wet anders bepaalt.
Vb: bestaan v vennootschappen met rechtspersoonlijkheid: art. 49
W.Venn: schriftelijk bewijs vereist.
Een onderneming die iets wil bewijzen tegen een niet-onderneming: strikte regels van
burgerlijk recht naleven.
Omgekeerd: niet-onderneming tegen onderneming mag wel volgens de soepelere
bewijsvoering.
3.2. Bijzondere bewijsmiddelen
3.2.1. Boekhouding
Algemeen
Art. III.82 WER: elke onderneming moet een boekhouding voeren die past bij de aard en
omvang vh bedrijf.
Art. III.83 WER: die boekhouding omvat al hun verrichtingen, bezittingen en rechten, en hun
vorderingen, schulden en verplichtingen.
Verder is juridisch gezien de boekhouding een bijzonder bewijsmiddel. Toch niet
vanzelfsprekend om 2 redenen:
- Bevat veel bedrijfsgeheimen vertrouwelijk karakter
- De onderneming stelt haar boekhouding eenzijdig op zonder rechtstreekse
medewerking vd tegenpartij eenzijdig karakter.
Daarom w gebruik v boekhouding als bewijsmiddel speciaal gereglementeerd.
Bewijskracht vd boekhouding
Er gelden 2 hoofdregels.
- Geschillen tss ondernemingen onderling
- Geschillen ve niet-ondernemer tegen ondernemer.
3
, 1// Geschillen tss ondernemingen onderling
- Art. 1348 Bis BW
o Boekhouding kan door rechter w aangenomen als bewijs.
o Feitenrechter oordeelt soeverein en rekening houdend met de
omstandigheden vd zaak of hij boekhouding al dan niet als bewijs aanvaardt.
Zoja: de daarin geregistreerde gegevens kunnen zowel in voordeel als
nadeel vd ondernemer w gebruikt.
2// Geschillen ve niet-ondernemer tegen ondernemer.
- Art. 1348 Bis BW
o Boekhouding kan tegen de ondernemer w gebruikt.
o Regel v onsplitsbaarheid
Degene die zich op de boekhouding beroept, moet die in zn geheel
nemen. De inhoud w als geheel beschouwd, en men mag dus geen
onderdeel eruit nemen en los bekijken.
De boekhouding vd onderneming levert geen bewijs op tov personen die geen onderneming
zijn.
Procedureel gebruik vd boekhouding
Art. 1348 Bis BW:
- De rb kan in loop vd procedure de oplegging bevelen vh geheel of ve deel vd
boekhouding vd onderneming
- Kan ambtshalve of op verzoek ve partij.
- Rechter kan hierbij ook maatregelen opleggen om vertrouwelijkheid vd stukken te
vrijwaren.
3.2.2. Factuur
Algemeen
Factuur: geschreven stuk dat bevestiging inhoudt ve schuldvordering in geld wegens
geleverde goederen/diensten. Bekeken vanuit standpunt vd klant houdt factuur de prijs die
hij de leverancier verschuldigd is in.
Vormvereisten en het gebruik vd factuur worden door het ondernemingsrecht nauwelijks
geregeld.
In de BTW-wetgeving w factuur wel gereglementeerd. Deze geeft ook aan welke
vermeldingen er op een factuur moeten voorkomen.
Sinds 1jan2013: nieuwe richtlijn betreffende regels ve factuur en btw: om e-factuur te
bevorderen.
Basisregel blijft dat btw-plichtigen (en dus ondernemingen) verplicht een factuur moeten
uitreiken voor de door hen geleverde goederen/diensten. Dit geldt vooral tussen
belastingplichtigen, niet zozeer tss klanten-verbruikers en onderneming. (hier voor
privégebruik goederen en diensten). Als klant kan je wel vragen om een factuur.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Espeelchloe. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.