Professionele identiteit
1. Wat is professionele identiteit?
2 definities: 1) = de wisselwerking tussen 3 niveaus (jij als persoon, jouw
professionele omgeving en
de maatschappelijke
context)
toont complexiteit van het beroep: werken met mensen,
door diversiteit, …
2) = vertrekt vanuit jezelf en is deel van je identiteit. Hierin zijn
ook de 3 perspectieven
te zien
2. Grondhouding en beroepshouding
-> beïnvloeden elkaar
2.1. Grondhouding
= het geheel van gevoelens, emoties, gedachten, attitudes, waarden en
normen van waaruit je
handelen tot stand komt + vormt de basis van jouw gedrag
nadelen: bepaald gedrag/ bepaalde mensen geven je een gevoel van
afwijzing
1e indruk -> wordt vanzelf en snel gevormd
-> zegt meer over jou dan de ander
-> moet hier voorbij kunnen zien
2.2. Beroepshouding
= bewust en wenselijk gedrag dat wordt verwacht in een bepaald werkveld
Werken met mensen -> open houding (= acceptatie, begrip, respect en
betrokkenheid) belangrijk!
2.3. Zelfonderzoek
= kijken wat er zich in je binnenwereld afspeelt: je denken, voelen, willen en
handelen
2.3.1. Zelfkennis
= nodig voor een goede sturing vh ontwikkelen als professional, om beter
samen te werken &
beter verantwoording af te leggen over je werk
= nodig om zelf keuzes te maken als professional/ in je werk
Zelf = persoonlijkheid -> 2 kanten * kant die alle ervaringen in zich draagt
, * kant die kan kijken naar de andere kant
Bestaat uit meerdere personages = gedragingen = subpersonen (vb.
de clown/ drammer)
Zelfkennis = subpersonen beter leren kennen en zien welke betekenis ze geven
+ hoe ze denken,
voelen, willen en handelen beïnvloeden
2.3.2. Bewust en onbewust
Johari-venster = venster om in kaart te brengen dat het soms zo is dat anderen
kwaliteiten en
valkuilen van je zien die je zelf niet ziet
toont het onderscheid tussen wat je kent van jezelf en wat je
aan anderen toont
Open ruimte = openbare/ publieke zelf
= bewust en bekend aan anderen
Blinde vlek = blinde zelf
= onbewust, wel bekend voor
anderen
Verborgen gebied = verborgen zelf
= bewust, maar niet bekend
aan anderen
Onbekend gebied = onbekende/ onbewuste zelf
Blinde vlek verkleinen door te reflecteren met anderen kom je wat meer over
jezelf te weten en
breng je delen van jezelf naar buiten
je ‘publieke zelf’ word groter en je ‘verborgen
zelf’ kleiner
Metafoor van de ijsberg Topje vd ijsberg = gedrag
= zichtbaar voor anderen
= paar een klein stukje van
onze persoonlijkheid
Deel onder waterspiegel = competenties, denken,
waarden en normen,
ervaringen,
intenties, verwachtingen, …
= niet zichtbaar voor
bewustwording
hiervan is belangrijk
via reflecteren
Het onbewuste = alle psychologische processen waarvan we ons niet bewust zijn
maar die wel ons
, gedrag beïnvloeden
Van onbewust naar bewust = je bewust worden van wat je waarneemt
= observeren wat je doet, ook wat je lichaam je
zegt
= luisteren naar gevoel, verstand en lichaam &
kijken naar wat je doet of
net niet
= reflecteren over alle bovenstaande zaken en er
een betekenis aan geven
Aandacht = nodig om te kunnen reflecteren over jezelf
-> geen aandacht = niet weten wat je doet/ hebt gedaan
-> mindfulness = accuraat zijn in wat je doet, observeert, … = je
bewustzijn observeren
Kijken naar jezelf -> belangrijk om dit vanuit verschillende gezichtspunten te
doen
-> horizontaal (= kijken naar waar je nu staat/ heden, waar je
vandaan komt/
verleden en waar je naartoe gaat/
toekomst)
-> verticaal (= kijken in diepte en hoogte/ jezelf beter leren
kennen)
-> van buiten naar binnen (= stilstaan bij wat je bezighoudt/
wat je binnenkant raakt
op een bepaalde manier/ niet
enkel focussen op de
buitenkant maar ook naar
wat er vanbinnen speelt)
-> acteur zijn (= ervaring opdoen)
-> toeschouwer zijn (= terugblikken op je ervaringen en er
betekenis aan geven)
-> regisseur zijn (= leren van ervaringen en zo op nieuwe
handelingen sturen)
Kernkwaliteiten (schema + vb.)