Samenvatting
Samenvatting Uitgewerkte examenvragen seksuele psychologie, psychodynamische deel
- Instelling
- Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
De 72 mogelijke examenvragen voor het psychodynamische deel uitgewerkt.
[Meer zien]Voorbeeld 4 van de 54 pagina's
Voorbeeld 4 van de 54 pagina's
In winkelwagenVerkoper
Volgen
Voorbeeld van de inhoud
Opgeloste examenvragen seksuelepsychologie
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1........................................................................................1
Hoofdvragen....................................................................................................... 1
Hoofdvraag 1: Bespreek het topische en het structurele model van Freud .....1
Hoofdvraag 2: Bespreek de kritiek op het Freudiaanse model (p 18-20, maar
ook elders)....................................................................................................... 3
Hoofdvraag 3: Bespreek het visuele systeem, perceptie en conceptie als
model voor menselijke waarneming.................................................................4
Hoofdvraag 4: Mentale processen zijn embodied, embedded, enacted,
extended: leg uit en geef voorbeelden............................................................5
Hoofdvraag 5: Wat doen spiegelneuronen en wat is hun bewezen en
potentiële belang? ........................................................................................... 6
Hoofdvraag 6: Wat is salience, hoe kan het disfunctioneel zijn in normale en
pathologische toestanden?.............................................................................. 6
Hoofdvraag 7: Bestaat vrije wil? Bespreek mogelijke antwoorden...................7
Hoofdvraag 8: Bespreek de Egotunnel.............................................................8
Hoofdvraag 9: Bespreek de sociale dimensie van het bewustzijn....................8
Bijvragen............................................................................................................. 9
Bijvraag 1: Wat leert de gouden plaque ons over onze kijk op seksualiteit?....9
Bijvraag 2: Hoe zijn psychoanalyse en seksualiteit intiem verbonden?............9
Bijvraag 3: Hoe verklaart de Freudiaanse psychoanalyse de belangrijkste
psychiatrische stoornissen?........................................................................... 10
Bijvraag 4: Hoe gaat een psychoanalytische therapeut tewerk?....................10
Bijvraag 5: Zien is niet visueel: leg uit...........................................................11
Hoofdstuk 2......................................................................................12
Hoofdvragen..................................................................................................... 12
Vraag 10: Bespreek het effect van internetporno en Viagra op de seksuele
cultuur? (p. 44-46)......................................................................................... 12
Hoofdvraag 11: Bespreek seksuele fantasieën bij Freud................................12
Hoofdvraag 12: Bespreek fantasieën bij Melanie Klein...................................13
Hoofdvraag 13: Bespreek de paranoïd-schizoïde en de depressieve positie +
voorbeelden................................................................................................... 13
Hoofdvraag 14: Bespreek splitsing en projectie bij Klein en hoe dit kan
disfunctioneren.............................................................................................. 14
Hoofdvraag 15: Bespreek Melanie Kleins visie op seksualiteit.......................14
Hoofdvraag 16: Bespreek de historische context en de voorlopers van Freuds
theorie over seksualiteit................................................................................. 15
Hoofdvraag 17: Bespreek Freuds verhandeling “Seksuele aberraties”..........16
, Bijvragen........................................................................................................... 16
Vraag 6: Verassende resultaten uit de Kinsey-rapporten?..............................16
Vraag 7: Bespreek de modellen voor seksueel gedrag van Masters & Johnson
& Kaplan?....................................................................................................... 17
Vraag 9: Bespreek HSDD en de kritiek erop?.................................................17
Vraag 8: Bespreek de gelijkenissen tussen vrouwen en mannen mbt seksuele
fantasieën?..................................................................................................... 17
Hoofdstuk 3......................................................................................19
Hoofdvragen..................................................................................................... 19
Hoofdvraag 16: Bespreek de historische context en de voorlopers van Freuds
theorie over seksualiteit?............................................................................... 19
Hoofdvraag 17: bespreek Freuds verhandeling ‘Seksuele aberraties’?..........19
Hoofdvraag 18: bespreek Freuds verhandeling ‘De infantiele seksualiteit’?. .21
Hoofdvraag 19: bespreek Freuds verhandeling ‘ transformaties in de
puberteit’?...................................................................................................... 23
Hoofdvraag 20: Bespreek Freuds visie op het oedipuscomplex......................24
Hoofdvraag 21: Evalueer Freuds verhandelingen over de theorie van
seksualiteit op basis van “de mens is belichaamd”, wetenschap volstaat
niet”, “geen grens tussen normaal en abnormaal”, “wetenschap is
belichaamd” en “Hoog en laag”.....................................................................25
Hoofdvraag 22: Bespreek en evalueer Freuds kijk op seksuele identiteit en
genderidentiteit ............................................................................................ 26
Bijvragen........................................................................................................... 27
Bijvraag 10: Hoe testte Alan Sokal de wetenschappelijke integriteit van de
psychoanalytische publicaties?......................................................................27
Bijvraag 11: Hoe evolueerde de positie van de psychoanalyse in de
maatschappij en het onderwijs in de VS?.......................................................27
Hoofdstuk 4......................................................................................29
Hoofdvragen..................................................................................................... 29
Hoofvraag 23: Wat is mentalisatie?................................................................29
Hoofdvraag 24: Bespreek Bions theorie over het denken?.............................29
Hoofdvraag 25: Bespreek Bions transformaties in K en in O?........................30
Hoofdvraag 26: bespreek Fonagy’s kijk op mentalisatie en borderline
persoonlijkheidsstoornis................................................................................. 30
Hoofdvraag 27: Hoe ziet Fonagy mature seksualiteit en perversie?..............31
Bijvragen........................................................................................................... 32
Bijvraag 12: Wat is de marshallow-test?........................................................32
Bijvraag 13: Hoe gelijkt Bions kijk op moederschap op de psychoanalyse?...32
Bijvraag 14: Wat is de opzet van Bions Grid?.................................................33
Bijvraag 15: Hoe ziet Bion therapie?..............................................................33
Bijvraag 16: Hoe ziet Bion seksualiteit?.........................................................33
Bijvraag 17: Zijn de visies van Freud en Klein zelf gendergerelateerd?..........34
Bijvraag 18: Waarom noemt Fonagy seksualiteit pure waanzin?....................34
Hoofdstuk 5 – Mannelijkheid en vrouwelijkheid...................................36
, Hoofdvragen..................................................................................................... 36
Hoofdvraag 28: Bespreek de casus van David Reimer en de betekenis ervan
voor de seksuologie....................................................................................... 36
Hoofdvraag 29: Bespreek Freuds visie op de ontwikkeling van de jongen en
hoe empirische gegevens hiermee contrasteren...........................................36
Hoofdvraag 30: Bespreek Freuds visie op de ontwikkeling van het meisje en
hoe empirische gegevens hiermee contrasteren...........................................37
Hoofdvraag 31: Bespreek enkele voorbeelden van feministische
psychoanalytische visies................................................................................ 37
Bijvragen........................................................................................................... 38
Bijvraag 19: Bespreek kort de geslachtschromosomen en hun varianten......38
Bijvraag 20: Wat is AIS?.................................................................................. 39
Bijvraag 21: Bespreek kort de kijk van Lillie, de Beauvoir en Gramsci op
essentialisme en sociaal constructionisme....................................................39
Bijvraag 22: Bespreek de visie van Anne Fauso-Sterling op genderidentiteit.40
Bijvraag 23: Bespreek kort de diep gewortelde gedragsverschillen tussen
jongens en meisjes......................................................................................... 40
Bijvraag 24: Welke orden onderscheid Lacan?...............................................40
Bijvraag 25: Wat is de spiegelfase volgens Lacan?........................................41
Bijvraag 26: Bespreek kort de psychoanalyse en de queer theory.................41
Hoofdstuk 6 – Integratie van de verschillende modellen......................43
Hoofdvragen..................................................................................................... 43
Hoofdvraag 32: Bespreek Jungs archetypen en de historische context van dit
begrip............................................................................................................. 43
Hoofdvraag 33: Vergelijk de denkstijlen bij Freud, Klein en Bion....................43
Hoofdvraag 34: Vergelijk ouderliefde en partnerliefde op fysiologisch vlak...45
Hoofdvraag 35: Vergelijk verliefdheid en psychose........................................45
Bijvragen........................................................................................................... 46
Bijvraag 27: Bespreek kort de raakvlakken tussen Jung en Pauli...................46
Bijvraag 28: Bespreek kort divergent en convergent denken.........................46
Bijvraag 29: Wat is het triple network model?................................................47
Bijvraag 30: Wat is systeem 1 en 2?..............................................................48
Bijvraag 31: Bespreek kort Simons & Chabris’ proef met de gorilla...............48
Bijvraag 32: Wat zijn de C- en X-systemen?...................................................49
Bijvraag 33: Bespreek kort het geïntegreerde model van Vermote................49
Bijvraag 34: Hoe zijn Subject en Object verbonden met handelingen?..........50
Bijvraag 35: Wat is systemising en empathising en wat zijn mogelijke
correlaten met gender?.................................................................................. 50
Bijvraag 36: Wat is het belang van neofobie voor verliefdheid?.....................50
Bijvraag 37: Op welke manier is de Mona Lisa een metafoor voor de
menselijke geest?........................................................................................... 51
, Hoofdstuk 1
Hoofdvragen
Hoofdvraag 1: Bespreek het topische en het structurele model
van Freud
Freud was neuroloog en redeneerde vanuit het klassieke model van de mens
als een samenstelling van lichaam & ziel/psyche/geest/bewustzijn. Hij
bestudeerde hysterische patiënten en daardoor ontdekte hij psychische
processen zoals verdringing, controversie en onbewuste voorstellingen. Freud
moest op zoek gaan naar de link tussen lichamelijke symptomen en de
psychische processen. Deze missing link was volgens Freud het onbewuste.
Hij sprak ook van een psychisch apparaat, dit concretiseert de link.
In het boek ‘de droomduiding’ introduceerde Freud zijn topische model.
Topisch = iets ruimtelijk dat op een of andere manier een reële materiële
basis heeft. Dit sloot aan met het oude idee dat functies verbonden zijn
met bepaalde organen en dus ook met functies in de hersenen.
In Freuds concept van het psychische apparaat zijn 2 begrippen centraal:
De drift = een soort energiestroom. Hij definieert dit als: ‘de
psychische vertegenwoordiging van een endosomatische bron van
stimulatie, een concept op de grens tussen het mentale en het
lichamelijke, als de psychische vertegenwoordiger van de stimuli die
ontstaan vanuit het organisme en tot de geest reiken.’
Deze verbindt dus lichaam en bewustzijn. De drift
vertegenwoordigd het fysische in de wereld van het psychische
want de lichamelijke stimuli veranderd in de psychische noden. Het
omgekeerde gebeurd bij hysterie: psychisme noden veranderen in
lichamelijke symptomen.
Volgens Freud zijn er 2 belangrijke driften:
o De seksuele drift/libido = deze is nodig voor het overleven van
de soort.
o Egodrift = nodig voor het overleven van het individu.
Later beschrijft hij nog andere driften zoals de speeldrift,..
Het tweede centrale begrip is het lustprincipe.
Lust/plezier is de ontlading van een soort elektrische spanning/onlust
die zich grotendeels onbewust opgebouwd heeft. Later introduceerde
Freud de doodsdrift, dit is de tegenhanger van het lustprincipe, dit is
het verlangen naar een totaal spanningsloze toestand.
Freud onderscheid 3 onderdelen in het topische model:
De inhoud maar ook de mechaniek waarmee de inhouden verwerkt worden is
verschillen bij het bewuste en onbewuste.
- Bewust = dit zijn inhouden die coherenter worden verwerkt dmv het
secundair proces denken. Dit is logisch opgebouwd en wordt bewust
aangestuurd door het realiteitsprincipe.
- Voorbewust = dit zijn de dingen die nu niet in ons hoofd zitten maar we
er met gemak kunnen inhalen. (bv: avondmaal avond eerder)
- Onbewust = een zone van onbewust functioneren waar de libidinale
energie niet gebonden is aan voorstellingen en vrij overgaat van
voorstelling naar voorstelling volgens een associatief proces van
1
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Studentcriminologie0. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,09. Je zit daarna nergens aan vast.
Is Stuvia te vertrouwen?
4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)
Afgelopen 30 dagen zijn er 72042 samenvattingen verkocht
Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen
