100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Uitgebreide uitwerking hoorcolleges Capita Selecta Europees en Internationaal Belastingrecht 2019 €3,48   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Uitgebreide uitwerking hoorcolleges Capita Selecta Europees en Internationaal Belastingrecht 2019

5 beoordelingen
 145 keer bekeken  8 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling
  • Boek

Alle hoorcolleges van het vak Capita selecta Europees en Internationaal Belastingrecht samengevat en uitgewerkt, inclusief aanvullingen, figuren, het gastcollege, verwijzingen naar de Europese/internationale bundel etc.

Laatste update van het document: 5 jaar geleden

Voorbeeld 4 van de 161  pagina's

  • Onbekend
  • 19 mei 2019
  • 23 mei 2019
  • 161
  • 2018/2019
  • Samenvatting

5  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: Sandern19 • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: wve • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: xx_mehria_x • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: navjyot • 5 jaar geleden

letterlijk sheets gekopieerd.

review-writer-avatar

Door: laura47 • 5 jaar geleden

avatar-seller
Hoorcolleges Capita Selecta Europees en
Internationaal Belastingrecht – 2019
Voor het tentamen de arresten op hoofdlijnen kennen en er wat over kunnen zeggen
(namen/nummers kennen is niet noodzakelijk)


HOORCOLLEGE 1 (29-01-2019): Opfrissen van de fundamenten van Europees
en Internationaal belastingrecht
Literatuur:
 C. van Raad, Studenteneditie Cursus Belastingrecht (Internationaal Belastingrecht), Kluwer,
Deventer, laatste druk: 2018, hoofdstuk 0.
 B.J.M. Terra en P.J. Wattel, European Tax Law, FED Fiscale Studieserie, 7e druk, 2018, blz. 35-66
(par. 3.2 t/m 3.3).
 F.P.G. Pötgens en D.M. Broekhuijsen, Het Multilaterale Instrument met zijn vele bilaterale
schakelingen, WFR 2016/7186, blz. 474-488.

Internationaal belastingrecht is het recht betreffende de afbakening (dubbele heffing) en onderlinge
afstemming (dubbele non-heffing) van belastingsoevereiniteit tussen staten.
Het heffingsrecht wordt afgebakend door middel van kwalitatieve en kwantitatieve juridische beginselen.

Kwalitatieve juridische beginselen ter afbakening van heffingsrechten
Deze beginselen bepalen welk land een gerechtvaardigde claim heeft door het rechtvaardigen om een
bepaald persoon/lichaam te belasten:
• Soevereiniteitsbeginsel: startpunt is het soevereiniteitsbeginsel, elk land bepaald zijn eigen
belastingstelsel.
• Territoirbeginsel: vervolgens moet er een (economische) band zijn met het desbetreffende land
(het territoir waar het inkomen wordt geproduceerd) anders mist het legitimiteit, er mag geen
willekeur zijn.
• Draagkrachtbeginsel: vermogen verschaft capaciteit om belasting te betalen  lastig begrip want
is veel discussie over. Het draagkrachtbeginsel ligt ten grondslag aan de belastingen in NL.
o Van Kemmeren: voor een evenwichtig systeem dien je zowel een inkomsten- als een
consumptiebelasting te hebben, omdat het inkomen en de consumptie niet per se in
hetzelfde land plaats vinden.
• Profijtbeginsel: profijt van publieke goederen en diensten betekent bijdragen aan de financiering
ervan. De cijfers achter de beginselen vertegenwoordigen de voorkeur van Kemmeren.
o Nationaliteitsbeginsel (4): belastingheffing over wereldinkomen vindt plaats in het land
waar je geboren bent, waarvan je de nationaliteit hebt.
 Komt niet veel meer voor
 In de VS bij natuurlijke personen  levenslang vervolgd door fiscus in VS
o Incorporatiebeginsel: nationaliteitsbeginsel voor vennootschappen (wanneer een BV is
opgericht naar Nederlands recht, wordt zij geacht in Nederland gevestigd te zijn).
 Oprichtingsfictie (art. 2 lid 4 Vpb)  niet de echte woonplaats
 Van Kemmeren wil art. 2 lid 4 eruit! De oprichting van een vennootschap zegt
niks over de economische activiteit, denk bijv. aan brievenbusvennootschappen.
o Woonplaatsbeginsel (3): uitgangspunt van het huidige Nederlandse. Belastingheffing
over wereldinkomen vindt plaats in het land waar je woonachtig bent. We maken
onderscheid tussen binnenlands- en buitenlands belastingplichtigen.
o Bronbeginsel (2): belasting heffen in de staat waar waarde wordt toegevoegd (waar de
bron van het inkomen zich fysiek bevindt).
o Oorsprongbeginsel (1): de staat waar de oorsprong van de inkomsten ligt mag heffen



1

,  Moet de basis van het systeem zijn volgens Kemmeren.
o Functionaliteitbeginsel: bijvoorbeeld bij ambtenaren of diplomaten. Het land wat je
vertegenwoordigt, krijgt het exclusieve heffingsrecht.

Draagkrachtbeginsel-tijdlijn


Draagkracht meet je per subject




Oorsprongbeginsel:
Je gaat op zoek naar de staat waar het inkomen wordt gecreëerd en die staat mag heffen.
• Toedeling van belastingjurisdictie, omdat inkomen binnen het territoir van een staat is
gecreëerd en die staat mag dan ook heffen. Je sluit aan bij de economische activiteit.
o Vergelijk uitgangspunt van OECD (2015), Explanatory Statement, OECD/G20 Base Erosion
and Profit Shifting Project, OECD: “ensure that profits are taxed where economic
activities take place and value is created” = daar waar de waarde wordt gecreëerd moet
ook belasting geheven worden. De OESO geeft echter niet aan waar de waarde wordt
gecreëerd. Bijna 1 op 1 met het oorsprongsbeginsel.
o Heeft de OESO niet doorgezet. Uiteindelijk uitgekomen op single taxation - als het maar
ergens wordt belast.
• Alleen natuurlijke personen kunnen inkomen creëren. Kapitaal als zodanig kan geen inkomen
creëren, er is altijd een menselijke activiteit nodig. Inkomen wordt met behulp van kapitaal
gecreëerd. Je kan dan dus ook alloceren waar een substantiële activiteit is.
o Oorsprong van inkomen: activiteit door een individu die het intellectuele element aan
dingen toevoegt
 Een hamer kan niets zonder timmerman, de mensen doen het. Volg de mensen
en je weet waar de toegevoegde waarde wordt gecreëerd.
• Belastingjurisdictie voor staat waarin substantiële inkomensproducerende activiteit wordt of is
uitgevoerd.
o Substantieel: activiteit vormt essentieel en belangrijk onderdeel van activiteit als geheel.
Dit is eigenlijk de basis van een VI.
o Economische locatie vermogen: staat die juridische/fysieke infrastructuur verschaft voor
totstandbrenging en instandhouding. Denk bijv. aan een tweede woning van Duitsers in
Zeeland.

Kwantitatieve juridische beginselen ter afbakening van heffingsrechten
Als een rechtvaardiging is vastgesteld om te heffen komt de vraag hoe ver dat recht zich uitstrekt:
• Universaliteitsbeginsel
o Belastingheffing van wereldinkomen/vermogen ongeacht waar het verdiend is.
o Nauwer verbonden met het nationaliteitsbeginsel en het woonplaatsbeginsel.
o Wonen produceert geen inkomen. Je kunt heel gemakkelijk je woonplaats verschuiven,
omdat de economische activiteit hierbij niet wordt gevraagd.
• Territorialiteitsbeginsel:
o Belastingheffing naar inkomen verdiend/vermogen gelegen in desbetreffende staat.
o Niet hetzelfde als het territoirbeginsel, daar heb je slechts een band met de staat nodig.
o Nauwer verbonden met bron-, oorsprong-, profijt- en draagkrachtbeginsel (waar je je
vermogen opbouwt, dit hoeft niet de woonplaats te zijn, daar maak je het juist op).
Wat is internationale dubbele belasting?


2

, • Internationale juridische dubbele belasting: de heffing van vergelijkbare belastingen in twee (of
meer) staten van dezelfde belastingplichtige over materieel hetzelfde object. Hier zijn verdragen
op gebaseerd.
• Internationale economische dubbele belasting: de heffing van belastingen in twee (of meer)
staten over dezelfde economische transactie, inkomen of vermogen van verschillende
belastingplichtigen. Hier moet worden teruggevallen op de nationale regeling.

Economische politieke uitgangspunten:
Uitgangspunt: vergroten van de wereldwijde welvaart/welzijn
• Efficiënte allocatie van productiefactoren arbeid en kapitaal
o Allocatie van productiefactoren waar zij de meeste opbrengst opleveren
o Er zijn echter marktfalen. Deze moeten door de overheid gecorrigeerd worden.
• Belastingneutraliteit: belastingen moeten niet marktverstorend werken en dus geen invloed
(althans zo min mogelijk) hebben op de efficiënte allocatie van productiefactoren.

Kapitaal (en arbeid) exportneutraliteit (K(A)EN):
 Uitgangpunt: het moet niet uitmaken of je in binnenland of buitenland inkomen verdient, je zou
hetzelfde bedrag aan belasting moeten betalen. Gelijkheid in de staat: het moet niet uitmaken
waar ter wereld je investeert/werkt. Het tarief van de woonstaat moet betaald worden.
 Een genieter van inkomen dient hetzelfde totaalbedrag aan (binnenlandse en buitenlandse)
belasting te betalen ongeacht of hij een bepaald arbeids- of vermogensinkomen uit buitenlandse
of binnenlandse bronnen geniet.

Kapitaal (en arbeid) importneutraliteit (K(A)IN):
 Gelijkheid op de werkvloer. Daar waar je werkt moet je dezelfde belastingdruk ervaren. Vanuit de
bronstaat moet het niet uitmaken of de werknemer/ondernemer een inwoner is of uit een ander
land afkomstig is. Het tarief van de bronstaat moet betaald worden (DNV, objectvrijstellingen).
 Arbeid en kapitaalfondsen die hun oorsprong vinden in verschillende staten dienen op gelijke
voet te concurreren op de respectieve arbeids- en kapitaalmarkten van iedere staat ongeacht
woonplaats van arbeider of investeerder.

1) KAN Nederland heffen o.g.v. nationale wet?
 Subject
o Inwoner: binnenlandse belastingplichtige
o Niet-inwoner: buitenlandse belastingplichtige
 Object
o Wereldinkomen
o Nederlands inkomen
2) MAG Nederland heffen o.g.v. belastingverdrag of enige andere regeling ter voorkoming van
dubbele belasting?
 Subject: inwoner, art. 4 OMV
 Object: welk land mag (on)beperkt heffen (art. 6 t/m art. 22 OMV).
 Methode ter voorkoming van dubbele belasting
(Als je geen inwoner bent, kun je geen gebruikmaken van de belastingverdragen).
3) MAG Nederland heffen o.g.v. Europees recht?
 Subject - toegang tot het Europese recht
 Object
o Fundamentele vrijheden VWEU
o Richtlijnen
 Gevolgen van strijd met Europees recht
o Bepaling is onverbindend voor zover in strijd met Europese recht
o Analoge toepassing van beschikbare bepaling
o Schadevergoeding (bijv. vergoeding van rentederving).
Gemeenschappelijke doelstelling belastingverdrag en VWEU


3

, Doel: vrij verkeer van goederen en kapitaal. Belastingverdragen en VWEU hebben veel gemeen, omdat ze
dezelfde doelstelling hebben, namelijk het bevorderen interne markt. Het niveau van integratie is echter
verschillend.

Belastingverdragen VWEU
Bevorderen vrij verkeer van Interne markt (art. 3(3) VEU)
• Goederen Bevorderen vrij verkeer van:
• Personen  Goederen
• Diensten  Personen (reis en verblijf, werknemers,
• Kapitaal vestiging)
• Technologie  Diensten
 Kapitaal en betaling (art. 26(2) VWEU)

EU-verdragsubject
• Onderdanen van de lidstaten
o Natuurlijke personen
o Vennootschappen
o In strijd met 14 EVRM jo. art. 1 Eerste Protocol bij EVRM/art. 26 BUPO/Art.17 Handvest
van de Grondrechten van de EU?
 Niet-EU onderdaan die in EU woont
 Toegang van deze persoon is niet contrair aan doelstelling van interne markt
• Bescherming van belangen van onderdanen staat voorop
• VWEU legt verplichtingen en verboden op aan lidstaten (verticale werking)
• VWEU werkt ook in verhoudingen tussen particulieren (horizontale werking)

Verbod van discriminatie (art. 18 VWEU) en art. 24 OMV.
Art. 18 VWEU is de basisbepaling
• Discriminatie
o In vergelijkbare gevallen onderscheid maken zonder dat daarvoor een objectieve
rechtvaardigingsgrond bestaat
o Verschillende gevallen gelijk behandelen (Garcia Avello, Deutsche Shell, Van Caster)
• Directe discriminatie
o Onderscheid maken op grond van nationaliteit
• Indirecte discriminatie: wordt niet gedekt door art. 24 OMV.
o Onderscheid maken op grond van een ander criterium dan nationaliteit, bijvoorbeeld
woonplaats, maar dat hetzelfde resultaat heeft.
• Omgekeerde discriminatie
o Eigen onderdanen slechter behandelen: art. 18 n.v.t.

Verbod van discriminatie en belemmering
• Verbod van discriminatie (art. 18 VWEU) uitgewerkt in fundamentele vrijheden (art. 21, 45, 49, 56
en 63 VWEU)
• Verbod van belemmering
o Belemmerging: een maatregel die de uitoefening van één van de vrijheden bemoeilijkt of
minder aantrekkelijk maakt zonder dat daarvoor een objectieve rechtvaardigingsgrond
bestaat
o Richt zich op zowel de oorsprongstaat (Daily Mail, National Grid Indus, Masco Denmark)
als de ontvangststaat
• A-G Maduro (Marks & Spencer)
o Interne handel bevorderen ten nadele van intracommunautaire handel
 Discriminatie o.g.v. nationaliteit
 Additionele kosten voor EU-onderdaan
 Beperking van toegang tot de markt



4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ev94. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,48. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 81311 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,48  8x  verkocht
  • (5)
  Kopen