RECHTSFILOSOFIE
SITUERING RECHTSFILOSOFIE
Rechtsfilosofie kijkt naar de functie van het recht, (wat is recht, hebben we dit nodig, is er een alternatief mogelijk,…), de
kenmerken van het recht en de geldigheid van het recht (en kan je dit in vraag stellen)
De rechtsfilosofie benadert het extern perspectief
– Als student kom je vooral in aanmerking met het intern perspectief: welk recht is er, welke rechtstakken, hoe pas je dit
toe,…
De grondslagen van het extern perspectief kan je als volgt kaderen:
– Structuur en principes: rechtstheorie ->
– Historische context: rechtsgeschiedenis -> temporaliteit
– Sociale realiteit: rechtssociologie -> werkelijkheid
– Functie, kenmerken & geldigheid: rechtsfilosofie -> normativiteit
DE UTOPISCHE VERLEIDING
DE NOODZAAK VAN HET RECHT
WAAROM IS RECHT NOODZAKELIJK
Om conflicten op te lossen
CUMULATIEVE VOORWAARDEN VOOR CONFLICT
– Veelheid: één persoon zorgt niet voor een conflict, dit is een gevolg van een veelheid aan personen, goederen,…
– Diversiteit: verschillende personen hebben geen conflict als ze het over alle eens zijn, vanaf zij andere plannen en visies
hebben ontstaat er conflict
– Schaarste: de veelheid aan personen die dezelfde schaarse goederen of plannen willen realiseren doet conflict rijzen
– Vrije toegang: als verschillende personen vrije toegang krijgen tot dezelfde schaarse goederen en andere plannen hebben
zal er conflict onstaan
CONFLICT SCHEMA
– Veelheid: persoon A en persoon B
– Vrije toegang tot dezelfde Middelen
– Schaarste: beperkte Middelen
– Diversiteit: andere plannen van A en B
CONFLICT: VRIJE TOEGANG
Hoe kan je het conflict oplossen?
Als één van de cumulatieve conflict voorwaarde wordt uitgeschakeld kan het conflict worden opgelost:
– Eenheid: als er geen veelheid is, is er geen conflict meer
– Consensus: je schakelt diversiteit uit, waardoor diverse ideeën en plannen verdwijnen, slecht die handelingen mogen
worden gesteld waar iedereen er over eens is → dwingen tot systeem (recht of opressie)
– Overvloed: als er genoeg is voor iedereen en er geen schaarste is, is er geen conflict of je neemt de vraag voor goederen
weg
– Recht: als het recht de vrij toegang beperkt of reguleert: strafrecht, verbintenissenrecht, bca,… je weet wat je verhouding
is tav de goederen en andere mensen en wat je niet mag
→ recht is enige legitieme oplossing
0
,UTOPIE
– Eenheid
– Consensus
– Overvloed
Bovenstaande voorwaarden zijn utopische: vertrekken vanuit onhaalbaar mensbeeld, we zagen dit vaak in de geschiedenis
tijdens onwenselijke regimes → Recht bleef steeds als enige overeind
KENMERKEN UTOPIE
1) opheffing van schaarste door:
– Controle en beperking van behoeften → enkel bepaalde behoefte zijn legitiem
o Behoefte vastgelegd
o Geen private eigendom
– Uitbreiding (vergroten) van beschikbare middelen door gecoördineerd arbeidssysteem
o Mens een rol toebedelen in productieproces
2) 2. afdwingen van eenheid en consensus door:` verlicht despoot
– Onderschikking van individu aan samenleving
o Geen negatieve vrijheid (no right to be left alone) → grote prijs die betaald moet worden voor ‘ideale samenleving’
o Geen recht op zelfontplooiing als individu
o Geen recht om actief vorm te geven aan de samenleving
– Zeer intensieve sociale controle
o Opvoeding en onderwijs in teken van indoctrinatie met ideaal
o Strikte regulering van liefde, seksualiteit en voortplanting (plato)
o Strikte regulering van individuele arbeid en tijdsbesteding en van collectieve productie
DYNAMIEK EN STRUCTUUR VAN DE UTOPISCHE SAMENLEVING
(1) rationele maakbaarheid en beheersbaarheid
o Creëren van samenleving van onderuit, als holistisch experiment
(2) totaliteit van het samenlevingsexperiment
(3) radicale breuk met het verleden
(4) strikte hiërarchische structuur geleid door verlicht despoot
o Persoon ziet dit als evidentie en wil zich hierbij aansluiten
o Verlicht despoot die weet wat de common good is (algemeen belang)
o En samenleving die zelfstandigheid en autonomie afstaat voor een verlicht despoot -> samenleving schikt zich naar
de haar opgelegde rol
o = utopie en dus niet realistisch
(5) 5.harmonie in de gemeenschap van bovenaf opgelegd
o Automatische aanwezigheid van harmonie, anders is er conflict dus recht is dan ook niet nodig
o Het geheel wordt ingevuld door de leidende klasse/verlicht despoot
o De harmonie in de gemeenschap wordt van bovenaf opgelegd door verankering van ongelijkheid
• Is problematisch in een sl: bv. vrouwen zijn ondergeschikt, slavernij → onderdrukking GEEN harmonie
• Eigenlijk wel conflict
o Doordat ideaal van zuiverheid uitmondt in continue uitzuivering
• Iedereen die niet akkoord is wordt uitgezuiverd en heropgevoed en op die manier kan er nooit conflict blijven
bestaan voor lange tijd
(6) samenleving neemt plaats in van God als basis van moraal
o Samenleving krijg heilig statuut → meta fysisch ideaal ipv god
o Godsdienstvrijheid is mogelijk omdat alle individuen ongeacht hun godsdienst hun rol in de samenleving vervullen en
automatisch aannemen
1
,GEFAALDE PRAKTIJKPOGINGEN VAN EEN UTOPIE
(1) communisme (vijand is kapitalisme)
(2) fascisme
(3) nazisme (vijand zijn joden,..)
= → pure machtspolitiek, er is geen verlicht ideaal
= → dynamiek door strijd tegen vijandbeeld (intern of extern), leidt tot oorlog
De kenmerken van utopie lopen samen met een dictatuur
UTOPIE (TWEEDE GENERATIE)
– Gebaseerd op wederzijds respect en hulp
– Sociale en economische gelijkheid + gendergelijkheid
– Nadruk op gemeenschapsleven en delen
– Milieubewustzijn en ecologische duurzaamheid
– Zelf-actualisering
– Hoogstaand onderwijs
– Technologische innovatie: automatisering, AI, kernfusie
– Onenigheid opgelost door overleg
RECHT OOK NOODZAKELIJK IN IDEALE SAMENLEVING?
Ja
– Er zullen nog altijd conflicterende belangen:
o uiteenlopende waarden, overtuigingen en doelen
o verschillende behoeften en verlangens-
– Sociale en economische uitdagingen:
o schaarste blijft bestaan
o macht en ongelijkheid
– Psychologische factoren:
o agressie, hebzucht, en de behoefte aan macht-
DYSTOPIE
De utopie leidt tot dystopie het slechte, oorlog en dictatuur
→ machtspolitiek, strijd,..
CONCLUSIE
Je hebt 4 cumulatieve voorwaarde voor conflict: veelheid, diversiteit, schaarste en vrije toegang MAAR kan opgelost worden
door recht ipv vrij toegang.
Het recht zorgt ervoor dat er structuur en regulering is van de vrij toegang waardoor een mens weet wat er mag en wat er niet
mag en waartoe zij toegang krijgen. Er is geen nood om consensus af te dwingen.
FUNCTIE VAN HET RECHT
(1) Samenleving mogelijk maken met respect voor veelheid en diversiteit in wereld van schaarste
centrale waarde van vrijheid, individualiteit, zelfrealisatie
(2) Vrijheid enkel beperken door toegang tot schaarse middelen te reguleren
o eenieder kan vrij beschikken over wat hen toekomt -> kenmerk: vrije toegang
• ‘radicale natuurtoestand’
o “Recht is het geheel van de voorwaarden waaronder de vrijheid van de ene persoon kan worden verenigd met de
vrijheid van de andere persoon.” (Kant)
(3) Niet nodig om vrijheid ook nog op andere wijze te beperken
2
, VERHOUDING VAN HET RECHT MET MORAAL
(1) Moraal te vrijblijvend
o sommige morele normen zo belangrijk dat naleving gewaarborgd moet worden
(2) Morele aannames te heterogeen en te gedetailleerd
o moeilijk universeel te maken
o recht creëert gemeenschappelijke basis van normen
o recht biedt kader waarbinnen mensen met verschillende morele overtuigingen kunnen samenleven
(3) Discussie over hoe relatie recht – moraal er voor de rest uitziet
o Natuurrecht vs rechtspositivisme
o Schadebeginsel; in hoeverre kan de vrijheid van de ene persoon beperkt worden om de vrijheid van de andere persoon
te vrijwaren? (zie later) -> als je de belangen van andere zal schaden kan je eigen belang worden beperkt.
o Diverse invullingen van “rechtvaardigheid” (“reht”)
• Bv. kapitalistisch systeem kan in vraag worden gesteld: de schaarste van goederen is niet rechtvaardigheid bv.
gebrek aan opleiding, talent,…
SYSTEEMKENMERKEN
Recht is; maar waarom (zie paars aangeduid)
ü gericht op de normatieve ordening in en van de samenleving -> ER IS GEEN ALTERNATIEF
ü een geheel van regels en voorschriften -> KAN ENKEL VORM AANNEMEN VAN VRIJHEDEN, AANSPRAKEN EN
VERPLICHTINGEN
ü uitgevaardigd door of krachtens het maatschappelijk gezag -> IEMAND MOET REGELS VASTLEGGEN: AUTORITEIT
ü afdwingbaar door of krachtens het maatschappelijk gezag -> MENSEN MOETEN GEMOTIVEERD ZIJN TOT NALEVING
(Bronnen en beginselen)
OPBOUW RECHTSSYSTEEM
(1) Recht is enige realistische manier om, met respect voor veelheid en verscheidenheid mensen in schaarste te doen
samenleven
(2) Dit kan je enkel doen door vrijheid (en vrije toegang) van burgers af te bakenen
o vastleggen wat je mag doen met schaarse middelen
(3) Hiervoor heb je normen nodig die burgers beperken of machtigen
(4) Hiervoor is (a) orgaan vereist dat normen vastlegt = wetgevende m.
o impliceert normen die bepaalde personen machtigen wetgevende functie uit te oefenen
o impliceert normen die wijze voorschrijven waarop functie moet worden uitgevoerd
(5) Hiervoor is (b) orgaan vereist dat normen uitvoert = uitvoerende m.
o impliceert normen die bepaalde personen machtigen uitvoerende functie uit te oefenen
o impliceert normen die wijze voorschrijven waarop functie moet worden uitgevoerd
(6) Hiervoor is (c) orgaan vereist dat naleving van normen afdwingt = rechterlijke m.
o impliceert normen die bepaalde personen machtigen rechterlijke functie uit te oefenen
o impliceert normen die wijze voorschrijven waarop functie moet worden uitgevoerd
3