PSYCHODYNAMISCHE THERAPIEËN
INTRODUCTIE
DOELSTELLINGEN
1. Kennis
Het particuliere van psychodynamische therapieën, en de daarmee verbonden
basisassumpties en therapeutische basisprincipes in eigen woorden kunnen bespreken
2. Inzicht en Toepassing
Kennis kunnen herkennen in en toepassen op nieuwe informatie en kritisch kunnen
bespreken, bijv.
a.h.v. een casusvignet
(zie ook ‘Gevalstudies uit de psychodynamische therapie’, 2e MA)
Examen: kennisvragen, inzichtvragen en toepassingsvragen (terugvallen op kennis om
die toe te passen op een casus) = open vragen ‘bespreek’
Liefst niet alle slides te gaan reproduceren →verwerk ze kritisch en leg het in je eigen
woorden uit
Teksten: behandelen wat er op de slides staat en gedoceerd is geweest (DIT manual is
niet verplicht, herberg ook niet Vliegen zeker wel) →is goed als omkadering van de
leerstof
WAAROM BELANGRIJK AL S KLINISCH PSYCHOLOOG?
• Zijn zelf het belangrijkste instrument
• Kennis ook gaan verteren
→je eigen gaan maken
WAAROM DAN BELANG VA N PTD?
• Caroll L (1865). Alicee in Wonderland
• Zomer 2017 @planckendael
Dodo bird verdict’:
• “Everybody has won, and all must have prizes
• Sinds Rozensweig (1936) en zeker vanaf Luborsky, Singer, en Luborsky (1975):
• alle therapieën zijn even effectief
• – belang van non-specifieke factoren >> belang van therapie-specifieke factoren
in bepalen van therapie-uitkomst
• * Rozenzweig, S. (1936). Some implicit common factors in diverse methods of
psychotherapy. American Journal of Orthopsychiatry, 6(3), 412-415.
doi:10.1111/j.1939-0025.1936.tb05248.x
• Luborsky, L., Singer, B., & Luborsky, L. (1975). Is it true that ‘everyone has won
and all must have prices’? Archives of General Psychiatry, 32, 995-1008.
doi:10.1001/archpsyc.1975.01760260059004
1
,Dodo bird effect: alle therapieën zijn ongeveer even effectief, even werkzaam
o non-specifieke factoren (die niet eigen zijn voor een bepaalde
therapie stroming) zijn belangrijker dan de therapie-specifieke
factoren
15% placebo/ verwachting
30% therapeutische relatie
40% kenmerken van patiënt en dingen die buiten consultatie kamer gebeuren
in leven van cliënt
15% specifieke-factoren
• Dit impliceert tevens dat psychodynamische therapie, zoals andere
psychotherapeutische stromingen, voor verschillende vormen van
psychopathologie een effectieve, en dus te overwegen, optie kan zijn
Inhoud
1. Introductie: Evidence base van PDT
2. Basisassumpties en Basisprincipes van PDT
3. Dynamic Interpersonal Therapy (DIT) als prototype van kortdurende PDT
4. Mentalization-Based Treatment (MBT) als prototype van langerdurende
PDT
▶ Volwassenen
▶ Adolescenten (MBT-A)
▶ Kinderen (MBT-C)
DESCRIPIEVE VS. STRUCTURELE PSYCHODIAGNOSTIEK
Waarom kiezen voor PDT?
→PDT zijn evidence based
Descriptieve systemen, zoals DSM-IV: As I stoornissen bijv. depressie vs. As II
stoornissen of persoonlijkheidsstoornissen
▶ Vele nadelen aan dgl. descriptieve systemen, o.a. veelvoorkomende comorbiditeit
tussen (a) As I stoornissen, (b) As II stoornissen, en (c) As I en As II stoornissen
+ komt niet overeen met wat we tegenkomen in de consultatiekamer (zelden binnen met
geïsoleerde depressieve stoornissen) Veel comorbiditeiten van AS I stoornissen ook
tussen AS II stoornissen en tussen AS I en AS II stoornissen (vb BL en depressieve
klachten)
Structurele psychodiagnostiek: houdt ahw rekening met “de bodem” waarop
psychopathologie valt
Identiteitsdiffusie
Verdediging mechanisme
Realiteitstoetsing gestoord
2
,De Drie Biggetjes: drie biggetjes, eentje werkt hard (stenen huis), minder hard
werkend biggetje ( houten huis), nog minder hard werkend biggetje (huis van stro)
De twee huisjes storten in, rennen naar ijverige broer met stenen huis
Zetten grote pot water op het vuur onder schoorsteen (zeggen zo luid dat wolf niet weet
dat door schoorsteen kan) wolf doet dit en valt in kokend water
Moraal van het verhaal: er zijn drie soorten huizen, er zijn drie soorten mensen met
verschillende persoonlijkheidsstructuur (lijkt op hout, stro, en steen)
→bepaald hoe je omgaat met stressoren
▶ Alternatieve visie: representationeel model ≈ neurotische problematiek vs. mentale
proces/ mentalisatie model ≈ borderline, psychotische problematiek (miv ernstige
antisociale problematiek)
Representationeel model (neurotische problematiek)
• Symptomen/klachten worden gezien als maladaptieve oplossingen of
compromisformaties die normale ontwikkelingspaden verstoren
• Interventies zijn vooral gericht op interpretatie van verstoorde mentale
representaties en de afweer/conflicten daarbij
• Oplossing van conflicten wordt gefaciliteerd door de ‘developmental pull’
• Einddoel: meer geïntegreerde en geëlaboreerde representaties van zelf en ander
• We proberen toch altijd een gezondere richting in te slaan dat kan ook al heb je
een neurotische problematiek
3
, Mentale proces/mentalisatie model (BL en psychotische stoornis)
• Meer ernstige verstoringen in mentale processen, waarbij denken over denken en
denken over anderen fundamenteel verstoord is
! Cave: is vaak niet enkel defect, maar vaak ook conflict (én-én), m.n. inhibitie van
denken als extreme afweermaatregel om zichzelf te beschermen (bijv. misbruik,
verwaarlozing)
Conflict: capaciteit is ontwikkeld maar kan onder stress te komen staan
Defect: ontwikkelingstekort, onvoldoende ontwikkeld (kan door aanleg zijn
maar ook tekort vanuit omgeving) meestal EN-EN verhaal (zowel aanleg
als omgeving)
→het is vaak ook een conflict: defect EN conflict
+ vaak een overlevingsmechanisme om jezelf te beschermen van
mishandeling
• Maken interpretatieve interventies krachteloos: interpretaties worden vaak
beleefd als intrusief, hertraumatiserend, aanval, geen mogelijkheid tot afstand en
symbolisering
• Klassieke interpretatieve aanpak gaan niet helpen
• Interventies niet in eerste instantie gericht op (vaak erg) verstoorde
representaties van zelf en ander, maar eerder op capaciteit tot mentaliseren en
voorlopers ervan bijv. affectregulatie, alsof-spel, spelen met gedachten
• Doel: reactiveren van mentale processen, capaciteit tot mentalisatie
Pas dan kan meer gewerkt worden vanuit representationeel model
EVIDENCE BASE VAN PTD
EVIDENCE-BASED??
APA 2005 Presidential Task Force on Evidence-Based Practice: “Evidence-based practice
in psychology (EBPP) is the integration of the best available research with clinical
expertise
in the context of patient characteristics, culture, and preferences.”
•
• Ervaring als clinicus
• Kenmerken van de patiënt, de cultuur en de voorkeuren van de patiënt
• Empirically supported: slaat op het wetenschappelijk onderzoek luik
o Effectiviteit (hier wordt vooral op ingezet): werkt dat? Is het werkzaam?
Worden die minder depressief?
4