Hoofdstuk 1: Nier
Nierpathologie
- Fysiologie
- Diagnose
- ANI
- CNI
- Proteïnurie en
nefrotisch syndroom
Rol van de nier
• Verwijdering van afvalstoffen (o.a. ureum, creatinine, urinezuur & exogeen)
• Regulatie van
– Extracellulaire volume, water- en zouthuishouding
– Zuur-base-evenwicht
• Endocriene functie
– Erythropoëtine
– Renine
– 1,25-OH-vitamine D: kalk huishouding, botontkalking, calcium kalk vanuit voeding opnemen
Urinair systeem: ligging
• Urinair systeem
• Nier: vorming
• Ureter: transport
• Blaas: stockage van urine
Structuur
Nefron
= Functionele eenheid
-600.000 tot 1.106 per nier
-glomerulus en tubulussysteem
Functie:
- Filtratie → 180 L per dag
- Reabsorptie → bv H2O, Na+, glucose
- Secretie → bv K+, H+, NH3, medicatie
glomerulus
Glomerular filtration rate (GFR) = 125 ml/min = 180 L/24 u
Glomerulaire filter: capillair endotheel (+fenestrae) – basale membraan –visceraal epitheel (=podocyten)
Glomerulair filtraat = voorurine = plasma min grote eiwitten
1
, Podocyten
Podocyten werken als spinnenkoppen die met hun poten over
de glomeruli liggen met er tussen gaten
Glomerulaire filtratie
Nier belangrijk in waterhuishouding: meeste
water zit in een cel.
Water innemen (1,0-1,5 L/d) → Extracellulair compartment (15/)
Water intake and
Intracellulair compartment (27L) water of cellular metabolism (350-500 mL/d) distribution
Fixed water variable water excretion
• Stool
• Sweat Water excretion
• Pulmonary
Total insensible losses Total urine output
• elke nier = tot 1 miljoen nefronen
– afferente + efferente arteriole
– glomerulus = ultrafiltratie van het bloed = 120 ml/min.
– tubuli = resorptie en secretie
– prox. tubuli = 60 tot 90 % absorptie van H20 + Na+
– verzamelbuisjes = concentratie
2
, Tubuli
• VOORURINE
• Proximale tubulus
– Reabsorptie van Na+ , glucose en aminozuren (H2O volgt)
– Secretie van toxines
• Lis van Henle
– NaCl/ureum concentratiegradiënt: hypertonicitieit in niermerg
• Haarspeld organisatie
• ‘counter current flow’
• Descenderende lis: actief NaCl transport vanuit urine
• Ascenderende lis: relatief impermeabel voor H2O
• Distale tubulus
– Ionentransport & zuurbasenevenwicht
• Verzamelbuisje
– Waterreabsorptie en urineconcentratie
– EINDURINE:
– weinig water, geen glucose of aminozuren; overvloedig ureum, toxines, en excess ionen
Mechanismen van homeostase thv. de nier
• Renine - angiotensine - aldosterone
• ADH = vasopressine
• Prostaglandines
• Na+ - K+ uitwisseling
• HCO3- resorptie, H+ en NH4+ excretie
• 1' hydroxylatie van Vit D
• Secretie van erythropoëtine
Juxtaglomerulair apparaat
• Verminderde renale perfusie of verminderde urineflow
• Productie van renine
Vocht en zouthuishouding:
• te weinig vocht: juxtaglomerular preparaat renine produceren
→ renine: angiotensinogeen omzetten in angiotensine 1 → angiotensine 1 omzetten naar angiotensine 2 door
angiotensineconverting enzyme (krachtig) → vasoconstructie → bloeddruk stijgt.
→ renine: aldosteron stimuleren door angiotensine 2
→ renine: drinken: zoutwatergehalte stijgt → bloeddruk stijgt
Diagnose van nierafwijkingen
- urineonderzoek
o microscopie: WBC, RBC, cylinders (RBC + WBC + HgB), kristallen
o chemisch onderzoek: eiwit, suiker, pH, ketonen, electrolyten
o bloedonderzoek: creatinine (=belangrijk bij spierafbraak), ureum, urinezuur, elektrolyten
o morfologische testen: echo, intraveneuze pyelografie, CT, KST, isotopentechnieken, arteriografie
o biopsie
3
, Hematurie
= bloed in urine (kan enkel in het labo vastgesteld worden als het microscopische urine is, macroscopische soort
bestaat ook) →kan via dipstick onderzocht worden (meten hemoglobine, heem → heem + → dan kan het gaan
over RBC, om zeker te zijn moet het ook nog eens onder de microscoop bekeken worden)
Sommige medicijnen kunnen zorgen voor hele donkere urine (oranje) bv. rifampicine
Spierafbraak kan ook voor kleurverandering zorgen
RBC kunnen er normaal uitzien → niet isomorf
Verschil tussen 2 foto’s?
• RBC die afkomstig zijn van urinewegen (A):
Nierfunctieparameters
• Creatinine: spierafbraakproduct
– Acute nierinsufficiëntie: Serumcreatinine met ± 1 mg/dl per dag
– Creatinineklaring ~ GFR
• Ureum: afbraakproduct van eiwitten
• Urinezuur: afbraakproduct van nucleïnezuren
Klaring (clearance)
= de hoeveelheid plasma die door de nieren per tijdseenheid volledig van de onderzochte stof wordt ontdaan
= U (gehalte in urine) x V (urinevolume) /P (plasmagehalte)
Glomerular filtration rate
• GFR = index van nierfunctie
• Berekening van de creatinine clearance = maat van GFR
• Creatinine: degradatie van creatine (98% in spieren)
• Enkel glomerulair gesecreteerd + niet tubulair geabsorbeerd
• CrCl = hoeveelheid plasma van waaruit per tijdseenheid creatinine gefilterd wordt = UCr X Vol / PCr (in ml/min)
• Tubulaire secretie van creatinine, bij dalende GFR: creatinineklaring overschat reële GFR
Echografie
Intraveneuze urografie
4