Bespreek de samenstelling van bloed, inclusief de verschillende celtypen.
Bloed bestaat uit:
1) Amorfde matrix = bloedplasma
- Bloedplasma = waterige oplossing, bestaat uit
1. Anorganische zouten
2. Organische stoffen = aminozuren, vitaminen, hormonen, glucose…
Glucose = component om bloed van nodige voedingsstoffen etc te voorzien
3. Plasma-eiwitten
Albuminen = grote moleculen gaan zorgen dat colloïd osmotische druk van bloed op
peil wordt gehouden
Fibrinogeen = eiwit wanneer eiwit geaciveerd wordt, zal het fibrine worden fibrine
vormt vezels vezels belangrijk voor de stolling
Globulinen = eiwitten die niet oplosbaar zijn te binden zodat ze toch door bloed kunnen
worden vervoerd (alfa en beta globulinen)
2) Vezels = eiwit fibrinogeen wanneer fibrinogeen geactiveerd wordt, zal het fibrine worden fibrine
vormt vezels = belangrijk voor stolling
3) Cellen
1. Erythrocyten = rode bloedcellen middelgroot
- Meest voorkomende cellen in het bloed
- Levensduur speciesafhankelijk
- Zorgen dat O2 wordt getransporteerd naar perifere weefsels en cellen
Ook belangrijk dat afvalstoffen mee getransporteerd worden naar de longen
Component belangrijk hiervoor = hemoglobine rode bloedcel volledig gevuld hiermee
- Kern ontbreekt volledig = zo veel mogelijk hemoglobine vervoeren
Ontbreken volledig van verschillende organellen
Soms restanten van de kern terug te vinden in erythrocyt = Howel-Jolly bodies
- Biconcave structuur = oppervlaktevergroting maken om zo’n goed mogelijk contact te maken
Centrale deel wordt licht van kleur, rest donker
Celmembraan verankerd met actine-bevattend cytoskelet voor behoud van vorm
Diameter + vorm kunnen verschillen bij andere species
Vorm maakt dat ze sterk vervormbaar zijn en in capillairen gaan passen ze zijn dus
zeker van hun doorgang door capillairen
- Poikilocytose = voorkomen van RBC met abnormale vorm
Voorbeeld = schietschijfcellen perifere deel donker, centrale deel ook donker
- Eliminatie door milt en ook beetje door beenmerg
- Ontstaan uit een reticulocyt
- Beoordelingscriteria
a) Diameter
- Normoplaan, microplaan, macroplaan, anisoplanie
b) Volume
- Normocytair, microcytair, macrocytair
c) Kleurbaarbaarheid
- Normochroom, hypochroom, hyperchroom, mesochroom, polychroom
, Anemie = tekort aan hemoglobine tgv:
- Hypochrome anemie = te weinig of deëfficiënte aanmaak van hemoglobine
- Normochrome anemie = tekort aan rode bloedcellen, maar wel voldoende hemoglobine
= dus wel goede RBC, maar gewoonweg te weinig dus uiteindelijk te weinig hemoglobine
- Hemolytische anemie = verhoogde afbraak van rode bloedcellen
2. Leukocyten = witte bloedcellen groot
- Slechts beperkte periode aanwezig in bloed zelf
Gaan naar perifere weefsels = betrokken bij afweer
- Wanneer cellen in bloedbaan zitten, gaan ze bloedbaan kunnen verlaten = diapedese
- Indeling
a) Aanwezigheid of afwezigheid korrels
- Agranulocyten = korrels afwezig
- Granulocyten = korrels aanwezig
b) Kernstructuur
- Mononucleair = kern in 1 geheel agranulocyten
- Polynucleair = kern in verschillende lobben opgedeeld granulocyten
c) Bloedvorming
- Myeloïd
- Lymfoïd
- Verschillende granulocyten
1. Neutrofiele granulocyt
- Cellen uit myeloïde cellijn
- In cytoplasma zitten granulen
- Polymorfonucleaire granulocyt = 2 neutrofiele naast elkaar, vorm van kern is
verschillend, verschillende kwabjes
o Verbindingen tussen lobjes door chromatinebruggen
o Hoe ouder cel, hoe meer lobjes
- Bevat verschillende typen granulen
o Primaire grana (azurofiele) = vergelijkbaar met lysosomen bevatten zure
hydrolasen en myeloperoxidase (myeloperoxidase gaat
waterstofhypochloriet produceren dat zorgt dat bacteriën worden gedood)
o Secundaire grana (specifieke) = talrijkst in neutrofielen, betrokken bij
ontstekingsreacties bevat alkalisch fosfatase die zure kleurtof aantrekt
o Tertiaire grana (kleine) = bevat enzymen die worden uitgescheiden gaan
celadhesiemoleculen incorporeren in celmembraan
- Meest verspreide leukocyten bij mens, hond, kat, paard
o Smechts beperkte tijd in ciculatie, daarna zitten ze klaar in BW om actie te
ondernemen wanneer nodig
- Onderverdeling in 2 groepen
o Circulating pool = deel van leukocyten dat zal rondstromen met het bloed
o Marginating pool = leukocyten die tegen wand van bloedvaten blijven
hangen
o Bij kat komt marginating 2x zoveel voor, bij de rest ongeveer gelijk
- Aantal neutrofiele granulocyten stijft bij bacteriële infectie en ontsteking
- In interstitium worde bacteriën en celresten gefagocyteerd
- Partikel wordt omgeven door een pseudopodia = ontstaan fagosoom wordt
ingesloten en in cytoplasma van neutrofiele granulocyt gelegd
- Wanneer alle granula zijn opgebruikt = cel gaat dood gaat mee in pus
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper stienwouters. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.