Dit is een samenvatting van alle lessen gegeven door docent Jos Meir. Alle oefeningen en uitgewerkte voorbeelden zijn duidelijk uitgeschreven en ook alle voorbeeld examenvragen staan in de samenvatting met hun uitwerking en antwoord.
Financiële markten en producten
Paper:
Niet verplicht hem te schrijven.
Bedoeling is dat je en link legt naar de praktijk door een artikel uit de krant of tijdschrift te
bespreken.
Ongeveer 3 bladzijden lang.
Deadline: tegen dag voor het examen
Telt voor 25% mee als je hem schrijft. Als je hem niet schrijft, telt het examen voor
100%.
Zie document op Chamilo
Examen:
Schriftelijk (2 delen: MC 40% en Open vragen 60%)
Te Kennen:
Syllabus overlapt de lessen, maar er zijn extra zaken die er niet in staan.
Te kennen: alles dat in de les gezegd wordt. (deze notities dus)
Dingen die niet in de les gezien zijn, niet kennen.
,Module 1: Financiële markten
Definitie:
Financiële markt = markt waar financiële producten worden gekocht en verkocht
Werking
Spaaroverschotten
(inkomsten zijn groter dan uitgaven)
=beleggers
particuliere beleggers: jan met pet die wat centen wil beleggen
institutionele beleggers: grote partijen die beleggen (pensioenfondsen, banken,
bedrijven, verzekeringsmaatschappijen,…)
Financiële markt
Obligaties Aandelen
(VV) vreemd vermogen (EV) Eigen Vermogen
(Overheid en bedrijven) (Bedrijven)
Spaartekorten
(meer uitgeven dan dat je binnenkrijgt)
bedrijven + overheid
(soms ook particulieren)
(particulieren er niet bij: gaat over kleine bedragen, dus wegen niet door)
OPMERKINGEN SCHEMA
1. Bedrijven hebben geld tekort → gaan ofwel obligaties uitgeven, ofwel aandelen
uitgeven, MAAR ze kunnen ook gaan lenen bij de bank natuurlijk (nvt op de cursus)
2. Gezinnen hebben financiering nodig! Die kunnen ook geld tekort hebben. Cursus
beperkt zich tot bedrijven en overheid.
3. De overheid kan obligaties (OLO’s) uitgeven zoals bedrijven, maar ze kunnen GEEN
aandelen uitgeven zoals bedrijven!
2
,Belangrijkste verschillen tussen aandelen en obligaties
Obligaties Aandelen
Faling VV, het zijn schulden dus ze zullen eerst EV, geen schulden (risicokapitaal)
uitbetaald worden aan de dus deze worden later (na de
schuldeisers/obligatiehouders. obligaties) uitbetaald
→ minder risico
Opbrengst Vooraf vastgelegd, is niet gelijk aan ‘vast’. Er wordt vooraf niets vastgelegd
Deze opbrengst noemt men een coupon, (= dividend) en hangt af van de winst
maar deze coupon zal niet perse elk jaar van het bedrijf + wat het
hetzelfde zijn. management plant te doen met deze
→ minder risico winst.
Looptijd Vooraf vastgesteld, het is een eindige looptijd Oneindige looptijd.
(meestal 5 à 10 jaar)
Verschillen tussen aandelen en obligaties?
1. Uitbetaling bij faling emittent (= degene die obligatie of aandeel uitgeeft, in dit geval
een bedrijf) ➔ eerst worden de obligaties uitbetaald (dit is vreemd vermogen en dus
schulden). Ten tweede mogen de aandeelhouders uitbetaald worden (in theorie!! In
praktijk zal het geld op zijn dan), dit is eigen vermogen, het zijn dus geen schulden maar
risicokapitaal.
2. Opbrengst ➔ Bij obligaties is de opbrengst vooraf vastgelegd (voor dat deze obligaties
worden uitgegeven weet je de opbrengst er van). Aandelen zijn niet vooraf vastgelegd.
Het kan zijn dat je niets krijgt of juist zeer veel (= divident die afhankelijk is van de winst
van het bedrijf).
3. Looptijd ➔ Obligatie heeft een eindige looptijd, dit is meestal 5 à 10 jaar. Aandelen
daaren tegen hebben een oneindige looptijd.
3
, Types van financiële markten
Verschil tussen primaire en secundaire markt
Emissie
t0
Primaire markt Secundaire markt
Emissie: Uitgeven van financiële producten = uitgifte. Een financieel product wordt
uitgegeven door de emittent.
Primaire markt: Markt waar nieuwe financiële producten worden uitgegeven.
Op tijdstip t = 0.
Secundaire markt: Waar bestaande financiële producten worden verhandeld. Is veel
ruimer dan de primaire markten.
Vb: Brusselse beurs: zowel primaire als secundaire markt. Het verschil zit men in de tijd.
Valt niet samen met fin markt (vb.: Brussel doet de 2)
Verschil tussen geldmarkt en kapitaalmarkt
Kijken naar de restlooptijd
Restlooptijd: looptijd dat het product nog loopt.
vb.: Obligatie die binnen 2 jaar vervalt (restlooptijd = 2 jaar)
Geldmarkt: restlooptijd <= 1 jaar → VB. obligatie 3 maand
Kapitaalmarkt: restlooptijd > 1 jaar → VB. obligatie 5 jaar
Valt niet samen met fin markt (Brussel doet de 2)
Verschil tussen restlooptijd en looptijd:
Vb: obligatie op 5 jaar moet nog een jaar gaan tot de einddatum
looptijd = 5 jaar
restlooptijd is nog maar 1 jaar
Vb: geldmarkt (<= 1 jaar): kasbon op 1 jaar, schatkistcertificaat op 3 maand
Vb.: kapitaalmarkt (> 1 jaar): kasbon op 3 jaar, obligatie op 5 jaar
Behalve aandelen, verhuizen alle financiële producten van de kapitaalmarkt naar de
geldmarkt (als de restlooptijd <= wordt dan 1 jaar)
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper louisehoet1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.