,HOOFDSTUK 1: SITUERING VAN SOCIOLOGISCHE THEORIEËN OVER CRIMINALITEIT:
1. KLASSIEKE THEORIE:
• = de klassieke school: een manier van denken, had zelf weinig met sociologie te maken maar is zeer invloedrijk geweest
• Historische context: grote veranderingen in de 18de en de 19de eeuw in Europa
o Door verlichtingsdenkers en Franse filosofen
o Van feodaliteit naar moderniteit:
▪ Feodaal systeem: gebaseerd op een ‘fued’ = de band tss een leenman (krijgt territorium) en een leenheer (geeft
territorium) -> zeer hiërarchisch
▪ Koning had vroeger alle macht: maken v wetten, uitvoeren v wetten en controleren v wetten
▪ Vanaf 18de eeuw revolteren ze daartegen
▪ -> scheiding der machten: door filosoof Charles de Montesquieu
• Elke macht staat los van elkaar (wetgevende, uitvoerende, rechtelijke macht)
o Brute lichamelijke bestraffing (niet-rationeel) -> op regels gefundeerde, institutionele sancties (rationeel)
o Fundamentele rechten v/d mens: gegroeid vanuit Frankrijk
• Cesare Beccaria (Italiaanse jurist/advocaat): Dei delitti e delle pene (= over misdrijven en straffen)
o Volgens hem is de doelstelling van straffen het voorkomen dat de bestrafte gedragingen opnieuw zouden gebeuren
o Ook moet de straf volgens hem uitgesproken w. in verhouding met de misdaad (te lichte straf zal niet afschrikken)
o Grondlegger van utilitarisme: een benadering in de filosofie, uitgaand van het nuttigheidsprincipe
▪ Nuttigheidsprincipe: mensen doen wat ze denken dat nuttig is voor henzelf en hun naasten. Als ze denken dat iets
meer nut heeft dan een andere gedraging, zullen ze dat doen, ook al is dit een grotere misdaad.
o Visie van homo rationalis: mensen zijn rationele wezens: ze wegen dingen af (Wat is het voordeel dat ik hieruit kan
halen? Wat is het nadeel? Als voordeel > nadeel -> zaak plegen ongeacht de bestraffing, niet omgekeerd)
o Grote ideeën zouden alleen werken als de kenmerken van straffen worden vervuld:
▪ Openbaar: zodat mensen er rekening mee kunnen houden en hun gedrag kunnen aanpassen
▪ Snel: hoe langer het duurt om een straf toe te passen, hoe minder impact die zal hebben
▪ Noodzakelijk: straffen zodat andere misdrijven die kunnen voortgaan uit dat ene misdrijf niet mogelijk zijn
▪ De ‘juiste’ straf: een gepaste straf
▪ Proportioneel: strafmaat moet gebaseerd zijn op misdaadmaat
▪ ‘Nulla poena sine lege’ (geen straf zonder wet), nullum crimen sine lege (zonder wet geen toekenning v misdrijf)
• Jeremy Bentham: (jurist)
o Criminaliteit is een inbreuk op het “greatest happines principle”: het verminderd het algemene geluk i/d samenleving
o Heeft een achterliggende visie v/d “hedonistische calculus”
▪ Hedonisme: is gefocust op geluk zoeken en dingen doen die geluk teweegbrengen
▪ Invloed op penologische (gefocust op straffen) en juridische praktijk
• Sterktes v/d klassieke school:
o Lot in eigen handen nemen
o Rationele visie op mens en samenleving
• Zwaktes v/d klassieke school:
o Geen oog voor oorzaken van criminaliteit
o Weinig ook voor types van criminaliteit
o Is plegen van misdaad echt een ‘vrije keuze’?
2. OVERGANG NAAR SOCIOLOGISCHE THEORIEËN:
• Essentiële invalshoek:
o Aandacht voor relatie tussen criminaliteit en sociale omgeving
▪ Sociologen zeggen dat criminaliteit de norm is
o Nadruk op gelijkheid van criminelen en niet-criminelen
, ▪ Crimineel zou volgens sociologen niet zo veel verschillen van een niet-crimineel: het is de stap dat een crimineel
zet tot crimineel gedrag dat het verschil is.
3.1. ECOLOGISCHE THEORIE:
• Gaat over het sociologische milieu, de sociale omgeving en hun gedachten en gedragingen, niet over planten en dieren
• Historische context: vanaf de Franse revolutie: 1789
• André-Michel Guerry (niet de echte grondlegger)
o Franse geograaf
o Analyse v/d officiële misdaadstatistieken in Frankrijk
▪ Was geïntrigeerd door misdaad (in Frankrijk), wou dit gaan meten en gegevens ervan verzamelen
o Heeft geen grote theorie kunnen ontwikkelen
o Eerste werken in 1833: maakte een onderscheid tss criminaliteit tegen personen en tegen eigendommen
• Adolphe Quetelet:
o « Sur l’homme et le développement de ses facultés ou Essai de physique sociale »
o Vader van de sociale statistiek
o Denkbeelden:
▪ Relatie leggen tussen vormen van criminaliteit (tegen personen/eigendommen) en statistiek, en hoe die vormen
door justitie behandeld worden
▪ Conclusie: vrije wil is niet belangrijk, maar de impact van sociale factoren
• Vb. seizoenen, het klimaat, geslacht en leeftijd
▪ Twee individuen kunnen dezelfde neiging tot criminaliteit hebben zonder even crimineel te zijn
bv. Moord plegen en inbreken
o Zijn conclusies:
▪ Leeftijd is de oorzaak die met meeste energie vraagt om te ontwikkelen of om de neiging tot misdaad te temperen
▪ Hoe ouder een individu wordt, hoe minder neiging tot criminaliteit
▪ Verschil tussen man en vrouw heeft grote invloed op neiging tot criminaliteit
▪ Vrouw pleegt meer misdaden tegen eigendommen i.p.v. personen
▪ Seizoenen oefenen ook invloed uit op neiging naar criminaliteit (tijdens zomer meer tegen personen, minder tegen
eigendom en omgekeerd in de winter)
▪ Klimaat heeft invloed op neiging tot criminaliteit tegen personen, moeilijk klimaat -> meer criminaliteit
▪ Beroepen hebben invloed op aard van misdrijven
▪ Onderwijs heeft niet zo’n grote invloed op de neiging tot criminaliteit dan wordt aangenomen
▪ Hetzelfde geldt voor armoede
▪ Alcoholische dranken hebben een desastreuze invloed op criminaliteit
• Sterktes van de ecologische school:
o Aandacht voor sociale context
o Zoeken naar empirische basis
• Zwaktes van de ecologische school
o Onbetrouwbare statistieken
o Snel overvleugeld door biologische theorieën
3.2. ECONOMISCHE THEORIE:
• Karl Marx:
o Bekendste werken: Das Kapital, Manifest der Kommunistischen Partei (met Friedrich Engels)
o Was journalist, nam vaak kritische standpunten aan tegen Duitse regering
o Hij bracht een fundamentele verandering in de filosofie en de economie
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper noorpetitjean. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,29. Je zit daarna nergens aan vast.