Plantenbescherming 1
PP1 – Inleiding
Landbouw, halfnatuur ↔ natuurlijk ecosysteem
Agrocultureel ecosysteem:
Homogene, vreemde biotoop
lagere biodiversiteit
Hogere dichtheid van gewassoorten tegen natuur in →plantenbescherming nodig!
Concurrentie- en adaptatievermogen ↓
Aantrekkelijker voor plagen
Door plantenbescherming en door selectie zijn de landbouwgewassen hoe ze nu zijn.
Maïs was eerst gewoon een kleine aar, nu een kolf
Wilde sorghum veel alkaloïden, veredelde rassen veel lager gehalte
➔ voedselzekerheid en voedselveiligheid!
Oorzaken die plantenbescherming noodzakelijk maken:
• Ziekten: door pathogenen MO als virussen, bacteriën, schimmels
• Dierlijke organismen en plagen (insecten)
• Onkruiden
• Abiotische factoren: bodemtoestand, zonlicht, mechanische beschadiging,…
Verschillende manieren van schade/ verlies:
• Concurrentie voor groeifactoren
• Beschadiging/ belemmering essentiële plantenfuncties (FS, stomata,..)
• Productie van toxinen (mycotoxinen)
• Verstoring hormonenbalansen
• Wegvreten bladopp
• Bevuiling van te oogsten producten (bladluizen op groenten, vlekken op prei,..)
• Cosmetische schade (bv verkleurde haag door diertjes)
Verliezen:Een plant zal nooit volledig op zijn gemak staan: er zullen altijd abiotische verliezen zijn.
Primitieve opbrengst = gewas zetten zonder enige
bemesting/ onkruidbeheersing/
insectenbeheersing,.. → weinig/ geen opbrengst
Potentiële opbrengst = plant maximaal verzorgen
& optimaal belichten en bemesten, bv in
groeikamer → onmogelijk in praktijk → we
spreken van een haalbare opbrengst
Proberen om actuele verliezen zo laag mogelijk te
houden dmv IPM
Biologische schadedrempel → je had al schade aan de plant & dus minder opbrengst
,Economische schadedrempel → kost van behandeling w gecompenseerd door meeropbrengst die je
hebt door de behandeling uit te voeren
Gewasbescherming = strijd met enorme adaptatievermogen van ziekten, plagen en onkruiden
Ziektedriehoek
= interactie tussen de plant, de
ziekteverwekker en het milieu →
als deze 3 samenkomen treedt
ziekte op
tijdstip van aantasting,
omgevingsfactoren, resistentie
van de plant en virulentie van de
ziekteverwekker → belangrijke
factoren die de omvang van
verliezen beïnvloeden
Elke plant heeft een unieke
interactie met zijn belagers → verschillende ziektedriehoeken, deze
is niet universeel
Wereldwijd: 25-30% opbrengst verloren
Zonder bescherming: 50-60%
Na oogst → nog eens 25% verlies
Met gewasbescherming veel minder verlies dan zonder →
Momenteel knelpuntsituatie: LB areaal ↓, bevolking ↑
→ LB productiviteit moet sneller stijgen! Meer marge in
voedselprijzen zou meer oplossingen bieden
LB knelpunten voor hogere productiviteit:
• Areaal → daalt, maar bevolking stijgt
• Milieuverontreiniging
• Erosieproblematiek
• Ontbossing
• Luchtverontreiniging
• Implementatie nieuwe technieken – prijzen
• Klimaatverandering
Maar 10 van de 350 000 plantensoorten leveren 95% vh voedsel: Tarwe, rijst, maïs, aardappel, bataat,
suikerriet, maniok, bonen, kokos en banaan
→ genetische erosie binnen deze soorten, genetische variatie binnen de planten is verminderd
Hoe hoger opbrengst, hoe meer potentieel verlies door
schimmels bv, hoe meer je moet beschermen
Op een bepaald punt stoppen met proberen nog meer
opbrengst te maken, want dan is er een te hoge kost van
Green deal: oplossingen vanuit politiek voor LB knelpunten:
beschermingsmiddelen tov de opbrengst
, → Europa tegen 2050 klimaatneutraal
→ Farm-to-fork + biodiversiteitsstrategie:
PBM tegen 2030 reduceren met 50%
Kunstmest reduceren met 20%
→ 25% vd EU LB-grond biolandbouw maken (nu: 8%)
Biologische LB keerpunten:
1) Reactie tegen verwetenschappelijking van landbouw: LB systemen met filosofische/
ideologische inslag & oorsprong biodynamische LB
→ gedreven door filosofische overwegingen
1962: boek ‘Silent Spring’ van Rachel carson → bezorgdheden over pesticidengebruik, milieubewuste
productie
2) Alternatieve LB systemen met sterk milieubewustzijn als uitgangspunt
→ gedreven door idealisten begaan met natuurbehoud
1990: voedselschandalen: dioxine-crisis, gekke koeienziekte
3) Bio groeit omwille van consumenten die meer voedselveiligheid wensen: groei van bioLB
→ gedreven door consumenten begaan met volksgezondheid
Nu: op zoek naar evenwicht tussen People-Planet-Profit: sociaal aanvaard, ecologisch verantwoord en
economisch levensvatbaar
4) Evolutie naar meer faire manier van vergoeding voor de boer
→ gedreven door landbouwers op zoek naar rendabel landbouwmodel
BIO:
− Biodiversiteit: 12% ↑
− Opbrengst: 20-25% ↓
bio = iets meer naar adaptatiemodel gericht
Gebruik van actieve stoffen (herbiciden, insecticiden,..) → tuinbouw is in België met voorsprong de
meest intensieve sector! Aaardbeien, teelten onder glas, appelen,.. (fruitteelt dus) worden heel veel
behandeld. Ook aardappelen.
Toxiciteit meten: Seq = verspreidingsequivalenten = weegt de gebruikte hvlhd actieve stof op
ecotoxiciteit voor waterorganismen en de verblijftijd in het milieu
, → we moeten blijven conventioneel telen om de hele bevolking te voeden, maar we kunnen
technieken die getest zijn in biolandbouw implementeren in conventionele landbouw: combinatie
maken van best beschikbare middelen uit conventionele als biologische landbouw
→ Evenwicht vinden tussen effectiviteit, haalbaarheid en betaalbaarheid
IPM: integrated pest management
8 principes:
1) Preventie
2) Monitoring: het hele ecosysteem bekijken + advies gebruiken
3) Beslissen: schadedrempel, behandel pas wanneer nodig
4) Curatief handelen niet chemisch
5) Curatief chemisch met minste impact interventie nodig
6) Curatief chemisch met laagste dosering
7) Resistentie-opbouw vermijden
8) Reflectie: registreer en leer
1-PREVENTIE
• Gewasrotatie: elk jaar iets anders telen anders krijgen teeltspecifieke plagen de kans om heel
groot te worden → veel meer schade
• teelttechniek
• Conserverende bodembewerking
• Resistente cultivars en gecertificeerd zaad (genetisch variabel)- en pootgoed (klonen)
• Evenwichtige bemesting
• Hygiënemaatregelen
• Bescherming nuttige organismen
BYDV-infectie = dwergvergelingsziekte overgedragen door bladluizen wanneer er heel vroeg gezaaid
wordt (september, vaak bij tarwe)