Communicatiewetenschappen
Module 1: inleiding
- Roos van Leary: interactiemodel naar persoonlijkheid in communicatie
o ‘Mijn gedrag roept dat van anderen aan’= ik aanvallend, een ander rustig
o Dominante as: leidend vs volgend
Complementariteitsprincipe: jij bent volgend dus ik stel me automatisch leidend op
o Affiliatie as: samen vs tegen
Symmetrieprincipe: jij bent eigenbelang dus ik ook, jij wil samenwerken dus ik zal ook
samenwerken
Module 4: groepscommunicatie
- Ingroup vs outgroup (Berger en Heath)
o Producten hebben ook communicatiewaarde = signalisering (bv 2ehands kleren, merkkleding, …)
o Een optie wordt populairder als enkel de in group deze verkiest
Bv iedereen op school heeft adidas samba schoenen = optie w ni populairder fzo
Bv enkel mensen binnen je sociale groep eten elke middag pasta => jij wil ook pasta
- Fases van team development
o Forming
Socialising, leiding nemen, veilige opties doen
o Storming
Beetje resistance, conflict door verschil tsn gevoelens en meningen, vertrouwen winnen
o Norming
Meer zelfvertrouwen, minder angst, de ‘energie’ v/h team monitoren, duidelijke goals
o Performing
Veel motivatie, vertrouwen, empathie, leidend, helpend
o Adjourning
Sadness, het werk van het team vieren, team evalueren
- GST= Goal-Setting Theory (Locke en Latham)
o 5 Elementen waaraan doelen moeten voldoen om motivatie en productiviteit te bevorderen:
Clarity
Challenge
Commitment
Feedback
Complexity
o = Het aanmoedigen van mensen om een specifiek en moeilijk doel na te streven, zal betere prestaties
opleveren dan hen aanmoedigen om een specifiek maar gemakkelijk doel na te streven of simpelweg
hun best te doen (Locke & Latham, 1990)
- (2 types) Individuele doelen binnen groepsdoelen (Crown en Rosse)
o Egocentrische individuele doelen
Hoe kan IK het beste resultaat bereiken
o Groepcentrische individuele doelen
Hoe kan ik BIJDRAGEN aan de groepsprestatie => positief effect
1
,- Groepsfenomenen
o Social loafing: profiteren van anderen hun werk en zelf niks doen
o Bystander effect: zeggen van da en da moet dringend gebeuren ma het zelf ni willen doen
- Line judgement task (Ash)
o Bestuderen in hoeverre de mening van mensen bepaald wordt door de meerderheid in een groep
(conformisme)
- Conformiteit
o Conformiteit= een verandering in gedrag, overtuiging, ... om te voldoen aan een groepsnorm als
gevolg van sociale beïnvloeding.
Heeft negatieve connotatie in westerse culturen (nood aan uniek zijn) terwijl dit niet
noodzakelijk zo is in andere culturen
Gebrek aan diverse perspectieven, minder innovatie, gemiste kansen, fout oordelen, …
o Groupthink= iedereen heeft hetzelfde standpunt, andere worden niet naar geluisterd
Geen andere meningen=> geen correcte conclusie van risico’s en negatieve aspecten enz
= gevaarlijk
Definitie: ‘door het groepsgegeven verliest men het vermogen om helder en rationeel te
redeneren vanwege het verlangen naar harmonie, consensus of conformiteit’
o Polarisering= consensus extreme
Na discussie ligt oordeel dichter bij populairste optie
Maakt een groep meer extreem
o Oplossing: kritisch zijn en blijven
- MBTI persoonlijkeidstypes (Myers-Briggs Type Indicator)
o Extraversion
o Introversion
o Sensing
o Intuition
o Thinking
o Feeling
o Judging
o Perceiving
- Insights discovery (8 types)
o Hervormer
o Beslisser
o Motivator
o Inspirator
o Bemiddelaar
o Supporter
o Coördinator
o Observator
2
, - Teamrollen van Belbin
o Perfect team = mix van deze verschillende profielen
o Ieder heeft 2/ 3 primaire en 2/3 secundaire teamrollen
o Gevaar: mensen vormen groepen met wie het klikt (in groups)=> zelfde
profielen binnenin groep (geen polarisatie)
- Milgram’s obedience experiment
o Zien hoe mensen omgaan met iemand pijn te doen omdat het moet (50% deed
dit gwn, 50% protesteerde)
o Ethisch, inhoudelijk en methodologisch niet goed
o Eerder volgerschaps dan gehoorzaameheids experiment
o Protesteerders toonden empathie en verzet
- Leiderschapsstijl (Hersey en Blanchard)
o Autoriteir: eenzijdige beslissingen ‘opleggen’
o Laissez-fair: beperkt betrokken bij beslissingen; veel vrijheid geven
o Participatief (democratie): leider neemt beslissingen samen met de groep (=> tijdrovend)
3