Interculturele communicatie
1. Elke communicatie is intercultureel
Iedere mens maakt deel uit van verschillende sociale systemen of sociale groepen.
Elk systeem kenmerkt zich door een bepaalde (sub)cultuur (gezinsculturen,
jongerenculturen, buurtculturen).
o De culturele verschillen tussen sommige systemen zijn groter dan andere (bv de
omgangscultuur in Vlaanderen verschilt veel van de omgangscultuur in Nederland)
De culturen van de verschillende sociale systemen/subculturen hebben invloed op de
communicatie: op verbale en non-verbale taal, zienswijzen, verwachtingen in de ontmoeting
met anderen.
vanwege deze culturele bepaaldheid kunnen culturele verschillen en misverstanden in
elke ontmoeting naar voren komen
1. Dus niet alleen bepalend voor interetnische communicatie
2. Een verschil in communicatie hoeft geen cultureel verschil te zijn, het kan ook
sociaal-economisch, interpersoonlijk, biologisch, psychisch, juridisch of politiek zijn..
3. Gespreksvaardigheden met andere etniciteiten is maar ‘gewoon communicatie’
In de communicatie met andere etniciteiten/ de idee dat ze anders moeten communiceren,
ze verliezen hun onbevangenheid, bang om fouten te maken
Interculturele communicatie = de studie van de werking en invloed van cultuur en culturele
verschillen op communicatie
2. Ont-moeten
Aan elk van de sociale systemen waarvan je deel uitmaakt kan je een sociale identiteit
ontlenen
o Ieders identiteit heeft een meervoudig, multicultureel karakter: bv tegelijkertijd Belg,
Vlaming, vader, veertiger, echtgenoot zijn.
o Mensen mogen zich laten zien zoals ze dat zelf wensen (ondanks duidelijke
groepskenmerken zoals moslim)
o Kun je het vreemde toelaten = een avontuur/ weinig gebruiksaanwijzingen
Het welslagen van dit avontuur is afhankelijk van drie factoren:
1. Het kennen van je eigen angsten voor het vreemde
De ontmoeting met de vreemdeling in jezelf (‘Ik wist niet dat ik zoiets kon denken..’)
Je eigen anders zijn, je hebt zelf strategieën ontwikkeld (‘ vrouwelijke gedragingen als
man onderdrukt’)
Ook in professionele gespreksvoering, verschijn je niet alleen als professional maar ook
als persoon, als mens
, 2. Het meervoudig kijken ofwel de andere vraag stellen
Wanneer het om ogenschijnlijk etnisch verschil gaat, kijk je steeds meervoudig en
stel je de vraag: wat heeft man of vrouw zijn hiermee te maken, of de leeftijd of de
functie? Wanneer het om een ogenschijnlijk man/vrouw verschil gaat, kan je de
vraag stellen wat heeft etniciteit, leeftijd, functie of klasse hiermee te maken?
Een persoon in communicatie bevindt zich altijd op een knooppunt van verschillende
culturen en daarmee verbonden sociale identiteiten en posities
Vaak wordt los gedacht: of etniciteit of alleen maar man/vrouw of alleen maar klasse
maar doorgaans is het EN EN
3. Ruimte voor verkenning
Ruimte in jezelf maar ook ruimte in de methodiek, agenda, in het beleid, in de
instelling, en op de locatie.
Er is geen methode alleen aandacht’ AANDACHTIGHEID
Er-zijn-voor de andere = PRESENTIE
Het ont-moeten en de presentie zijn essentiële voorwaarden voor de inzet van het
TOPOI-model
3. Culturaliserende benadering
In een culturaliserende benadering staat de kennis van etnische of nationale culturele kenmerken
centraal bij het oplossen van communicatieproblemen
Een pakketje cultuurkennis bij de hand, in de ontmoeting met de anderen en deze andere zie je
als lid van een groep/eerder statische visie op cultuur (diverse modellen: Hall, Kluckhohn, Hofstede,
Pinto)
De basiswaarden van Hall, focus op context, tijd en ruimte
1. Laagcontext en hoogcontext cultuur
Laagcontext: informatie wordt explicitet gecommuniceerd met woorden (geschreven of
gesproken)
Hoogcontext cultuur: een deel van de boodschap zit in de persoon zelf en in de context van
de boodschap/veel impliciet overgedragen en vaak non-verbaal
Geografische spreiding:
Laagcontext culturelen: Noordwest-Europa en Noord-Amerika
Middencontext culturen: Oost-Europa
Hoogcontext culturen: Zuid-Europa, landen rondom de Middelandse Zee, Azië, Afrika
en Latijns-Amerika
2. Monochroon en polychroone tijdsbeleving: veel misverstanden door de vanzelfsprekendheid
van onze eigen tijdsbeleving