Vaardigheden : communicatie & klinische technieken II (3 stp)
3 partims :
- Communicatie
- Loco, neuro, EHBO, oppervlakte anatomie
- Wondzorg, cardiovasculair, respiratoir, abdominaal, hematologie, injecties,
venapunctie
1. communicatie
- Meeste problemen tussen patiënt & hulpverlener gaan over communicatie
- Effectieve communicatie in relatie met kwaliteit gezondheidszorg :
Tevredenheid patiënt
Therapietrouw
Gezondheidsoutcomes
- Goede communicatie biedt ook hulpverleners voordelen
- Communicatie brug tussen theorie en praktijk : hoe we communiceren
even belangrijk als wat we zeggen
Structuur consult
Aandachtspunten :
- Flexibel maar geordend gesprek mogelijk maken
- Patiënt helpen begrijpen waar gesprek heen gaat & waarom, en hem
daarbij openlijk betrekken
- Eénduidigheid voor patiënt zodat hij/zij weet waaraan te verwachten in
consult
- Betrokkenheid & samenwerking met patiënt bevorderen
- Nauwkeurige informatieverzameling - & verschaffing mogelijk maken
- Efficiënt gebruik maken van tijd
Opbouw consult
1) Eerst patiënt binnenroepen & consult aanvatten, liefst op voorhand
bepaalde voorbereiding getroffen, al van in begin goede verstandhouding
opbouwen door patiënt te begroeten, !! helemaal aan begin agenda
consult vastleggen (waarom komt patiënt vandaag bij mij?)
2) Anamnese : Grote vorm informatie vergaren, na anamnese fysiek
onderzoek indien van toepassing
3) Uitleg & planning
4) Afsluiten sessie
Structuur opbouwen, transparantie zo groot mogelijk voor arts & patiënt,
goede flow maar tegelijk tijd bewaken, gunstige impact op relatie met
patiënt, ook door non-verbaal gedrag dat
uitnodigend/geïnteresseerd/betrokken overkomt
1. Begin consult
- Patiënten hebben nagedacht voor op consultatie komen !
1
, Verschillende agenda arts – patiënt
Artsen onderbreken patiënten snel
1e probleem patiënt lang niet altijd belangrijkste – bv intieme problemen
uitgesteld doorheen consult, plots schiet patiënt te binnen dat hij nog
voorschrift nodig heeft
Bij vervolg consult denken artsen vaak (onterecht) dat het enkel over
‘vervolg’ vorige consult gaat
- Voorbereiding : bv alvorens vervolgconsult nog eens nakijken wat vorige
keer allemaal besproken & afgesproken
- Patiënt begroeten en uitleggen wie je bent en waarvoor je bv komt of wat
je doet
- Naam patiënt vragen
- Interesse & respect tonen, ervoor zorgen dat patiënt comfortabel voelt =
basis goede & productieve samenwerking
- Agenda vastleggen consult : redenen consult? (1 bepaald welomlijnd
probleem, meerdere zaken, voorschriften nodig, nog bepaalde
verwachtingen?) -> van in begin helder maken
1e contact tot stand brengen
- Verbaal : begroeten (stel jezelf voor, naam & functie), wat kan ik voor u
doen?
- Nonverbaal : hand geven, uitnodigend gebaar, toon interesse – zorg dat
patiënt comfortabel voelt
Reden consult vastleggen
- Beginvraag :
‘waarover wilt u het vandaag hebben?’
‘is het goed als we vandaag terug verdergaan op patiënt x?’ => tempo
patiënt volgen & volgt wat die als 1e vraag heeft
‘Hoe kan ik u helpen?’
‘Vertel even waarvoor u gekomen bent?’
‘Wat kan ik voor u doen?’
- Vervolgconsult :
‘Jij komt voor… Zijn er anders nog dingen waarover u wil praten?
! 1e vraag bepaalt 1e opmerking patiënt
Communicatiekompas
- Bepaalt alle richtingen consult
- Eigen perspectief (arts) : welke informatie wil ik te weten komen, is voor
mij belangrijk? Welke informatie wil ik geven aan patiënt?
- Perspectief patiënt zelf : met welke verwachtingen gekomen? Waar zit die
mee? Bezorgd om iets? Wens bepaalde onderzoeken laten gebeuren?
Voorgeschiedenis ?
2
, - Informatie : kan zowel bij arts als patiënt gaan liggen, patiënt heeft bv al
enkele dagen koorts, hoe lang, temperatuur… = pure informatie zelf
- Beleving : bv geen bezorgdheid patiënt, maar verkoudheid of heel
ongerust over gezondheid & situatie, kan ook bij arts liggen : bv drukke
agenda en opgejaagd, sommige verhalen patiënten kunnen je raken,
frustreren, sympathie doen voelen -> telkens doorheen consult perspectief
arts & patiënt belangrijk
Patiëntenspoor : patiëntenperspectief, zaken waar patiënt mee komt : het
verhaal, de context, de bezorgdheden vooral aan begin consult zeer belangrijk
hier tijd voor te maken & concrete vragen rond te stellen
Redenen patiëntenspoor navragen :
- Begrijpen waarover patiënt wil praten, waarom hij komt
- Zorgen dat patiënt weet dat hij/zij belangrijke rol speelt in consult (patient
centered care) patiënt heel goed in consult betrekken, staat deze
centraler & voelt dat hij belangrijke rol speelt
- Patiënt voelt zich gehoord & erkend, moet ‘zijn ei kwijt’
- Tijdens uitleg, advies & planning hier rekening mee houden
Doorheen consult verwerken
Exploreren patiëntenspoor
- Luister naar opmerkingen patiënt zonder te onderbreken
Luister in eerste fase consult is eerste stap naar efficiëntie tijd uitsparen
door in begin hier tijd voor vrij te maken
Luisteren in deze fase = communiceren = ACTIEF luisteren (eigen stijl
behouden)
Nu nog geen gesloten anamnestische vragen, maar brede exploratie :
‘vertel daar eens iets meer over?’, ‘kan je daar iets meer over vertellen’,
‘hoe komt dat’ ruimte om verhaal te doen
Vaardigheden actief luisteren
- Open vragen : ‘Vertel eens, wat brengt jou vandaag naar hier?’, ‘vertel
daar eens iets meer over?’, ‘je bent gezorgd hoor ik, kan je eens verklaren
hoe dat komt?’ => vragen die patiënt kans krijgt verhaal te doen -> open
vragen geven meeste informatie
3
, - Parafraseren : in eigen woorden nog eens herhalen wat patiënt had gezegd
- Actief exploreren/concretiseren : ‘je zegt dat je iets gelezen hebt in die
cursus, kan je daar iets meer over vertellen?’ -> zo veel mogelijk details te
weten komen
- Ingaan op ‘cues’ (zowel verbale als nonverbale) -> ‘ik zie dat u met uw
wenkbrauw fronst, vertel eens?’, ‘wat bedoelt u met deze keer’ (na
uitspraak patiënt ‘deze x maak ik me daar echt wel zorgen om’)
- Samenvatten : ‘als ik het goed begrijp, u heeft….’ , toets af ‘klopt het wat
ik zeg?’, ‘nog iets belangrijk?’, ‘begrijp ik dat juist?’
- Empathie : ophangen aan persoonlijk verhaal patiënt (als ik het zo hoor, u
heeft al enkele dagen hoofdpijn en heeft iets gelezen van een tumor, kan
ik me voorstellen dat u er ongerust over bent) -> niet gewoon ‘ik begrijp
het, u bent ongerust’
- Stiltes
- Kleine aanmoedigingen : ‘uhu, ja vertel maar’, knikken
- Letten op non-verbaal gedrag : hoe zit je op je stoel, patiënt aankijken,
knik je te vaak of te weinig, zenuwachtige uitstraling?
Gezichtspunt patiënt – wat wil je weten ?
- Ideeën & overtuigingen over elk aangebracht probleem
- Emoties : brengen klachten emoties met zich mee, maakt patiënt zich
eventueel zorgen
- Effecten : welke gevolgen hebben problemen voor dagdagelijks
functioneren?
- Verwachtingen : Wat wil patiënt, wat verwacht hij van consult?
ICE : IDEAS, CONCERNS, EXPECTATIONS
MAAR : patiënten spoor is niet gewoon het aflopen van de checklist
! Verhaal patiënt is belangrijk :
Stuurt mee medische informatieverzameling
Helpt waarschijnlijkheid diagnose bepalen
!! wilt niet zeggen dat beeld arts onbelangrijk is -> bv patiënt niet eens met idee
patiënt -> je moet er dan niet in meegaan, maar wel uitleggen waarom volgens
jou, met alle informatie verzameld, beeldvorming niet aan de orde is
Globale oriëntatie = afsluiting patiëntenspoor
- Lijst problemen doornemen
- Samen met patiënt overlopen of alle problemen aan orde zijn gekomen (=
agenda bevragen)
4