Blok 5 Zintuigen, hersenen en beweging III, samenvatting geneeskunde
64 keer bekeken 2 keer verkocht
Vak
Zintuigen, hersenen en beweging III
Instelling
Universiteit Utrecht (UU)
Deze samenvatting van zintuigen, hersenen en beweging III (blok 5, jaar 2) bevat de uitwerkingen van hoorcolleges, practica, interactieve hoorcolleges en werkgroepen!
Samenvatting blok 5. Zintuigen, hersenen en beweging III
MODULE 1. OOGHEELKUNDE
Hoorcollege 1. Anatomie oog
Orbita en oogbol
De orbita bestaat ui de volgende delen:
- Os frontale blauw
- Os zygomaticum oranje
- Maxilla groen
- Os lacrimale paars
- Os ethmoidale grijs
- Os sphenoidale geel
De orbita heeft vier wanden: dak, bodem, laterale en mediale zijde. De mediale orbitawanden lopen
parallel aan elkaar en de laterale orbitawanden staan loodrecht op elkaar.
De m. orbicularis oculi is een sluitspier die in de oogleden zit. Deze wordt geïnnerveerd door de n.
facialis (N7). Onder deze spier zit ligt bindweefsel en kraakbeen: tarsus. Dit geeft steun het bevat de
klieren van Meibom (glandulae tarsales), die een rol hebben bij de kwaliteit van de tranen.
Vanaf de tarsus loopt een bindweefselrand die aanhecht aan de orbitarand. Deze bestaat uit het
ligamentum palpebrale laterale en mediale. Deze zitten van aan de periorbita (periost). Dit grenst de
orbita af van de buitenwereld.
De tarsus loopt aan de bovenkant over in het septum orbitale. Het septum vormt een barrière tussen
het ooglid en de inhoud van de oogkas.
Orbita
De m. levator palpebrae
superioris ligt in de orbita, zit
vast aan het bovenooglid en
kan deze optillen. De spier
wordt geïnnerveerd door de n.
oculomotorius (N3). De m.
tarsalis ligt ook in de orbita en
zorgt ervoor dat de ogen
geopend kunnen worden. Dit
is glad spierweefsel van de
sympathicus.
Beide oogleden bevatten de conjuctiva. Deze loopt over het ooglid heen (conjunctiva palpebrae) en
loopt via een omslagplooi over de oogbol (conjunctiva bulbi). Door deze omslagplooi kan een
contactlens niet achter de orbita verdwijnen.
De fascie om de oogbol wordt de vagina bulbi (kapsel van tenon) genoemd.
Daarnaast bevat de orbita vetweefsel.
Oogspieren
Extrinsieke spieren: oogspieren aan de oogbol vast – zorgen voor oogbewegingen
1
, - m. rectus superior N3: oculomotorius elevatie, adductie en intorsie
- m. rectus inferior N3: oculomotorius depressie, adductie en extorsie
- m. rectus medialis N3: oculomotorius adductie (90°: maximaal)
- m. rectus lateralis N6: abducens abductie (90°: maximaal)
- m. obliquus superior N4: trochlearis depressie, abductie, intorsie
- m. obliquus inferior N3: oculomotorius elevatie, abductie, extorsie
Intorsie = bovenkant van iris draait naar mediaal – Extorsie = bovenkant van iris draait naar lateraal
Het oog wordt vergeleken met een kogelgewricht: draait om een drietal assen.
Testen oogspieren:
- Elevatie m. rectus superior of m. obliquus inferior
o Abductie: rechte spieren gunstig ten opzichte van as elevatie en depressie
M. rectus superior
o Adductie: schuine spieren gunstig ten opzichte van as elevatie en depressie
M. obliquus inferior
- Depressie m. rectus inferior of m. obliquus superior
o Abductie: rechte spieren gunstig ten opzichte van as elevatie en depressie
M. rectus inferior
o Adductie: schuine spieren gunstig ten opzichte van as elevatie en depressie
M. obliquus superior
Bij bewegingen van het hoofd zullen door prikkeling van het evenwichtsorgaan de beide ogen
reflexmatig in tegengestelde richting bewegen om het beeld op de retina te stabiliseren. Deze reflex
is de vestibulo-oculaire reflex. Bij kanteling van hoofd naar links, treedt in het linkeroog intorsie op
en in het rechteroog extorsie.
De rechte oogspieren zitten vast aan een gemeenschappelijke ringvormige pees: annulus tendineus
communis. Deze zit achter de orbita. De annulus verloopt precies over een spleet, de fissura orbitalis
superior, heen. Door deze spleet lopen N3, N4 en N6 de orbita in.
- Fissura orbitalis superior: verbinding orbita met fossa cranii media
- Fissura orbitalis inferior: verbinding orbita met fossa infratemporalis en fossa pterygopalatina
Deze fissura ligt in de laterale wand van de orbita.
De rechte oogspieren vormen een kegel (conus). Het smalle gedeelte van de kegel zit achter in de
orbita. Daar ontspringen de rechte spieren aan de annulus tendineus communis. De m. obliquus
superior heeft zijn origo op het os sphenoidale en de m. obliquus inferior heeft zijn origo op de
ventrale zijde van de orbita. Craniaal verloopt de m. levator palpebrae superioris.
De intrinsieke spieren verzorgen de regulatie van de pupilgrootte en de accommodatie van de lens.
Deze worden autonoom geïnnerveerd. De parasympatische vezels schakelen over in het ganglion
ciliare. De parasympathicus innerveert ook de glandula lacrimalis.
Vascularisatie en innervatie
Zenuwen betreden de orbita door fissura orbitalis superior en verlopen binnen of buiten de conus:
- Buiten de conus:
o N. trochlearis (N4)
o N. frontalis (N. V1)
o N. lacrimalis (N. V1)
2
, - Binnen de conus:
o N. nasociliaris (N. V1)
o N. oculomotorius (N3)
o N. abducens (N6)
De n. frontalis, n. lacrimalis en n. nasociliaris zijn takken van de n. opthalmicus (N. V1): 1 e tak N.
trigeminus. Deze zenuw splitst in drieën en verzorgen de sensibiliteit van de huid van het bovenste
deel van het gelaat, de oogbol en neusholte. De N. opticus verloopt door de canalis opticus, in de os
sphenoidale.
Vascularisatie:
- Arteria en vena opthalmica
o Arteria ophthalmica is een aftakking van a. carotis interna en verloopt samen met de
n. opticus door de canalis opticus. Het vasculariseert structuren in orbita, bovendeel
neusholte, oogleden en voorhoofd.
o Vena opththalmica (superior en inferior) draineren in de sinus cavernosus. Er is een
verbinding tussen de vena opthalmica inferior en de plexus pterygoideus.
- Arteria en vena facialis
o Aan de ventrale zijde vormen de vv. ophthalmica anastomosen met de v. facialis.
Deze venen bevatten geen kleppen, waardoor infecties makkelijk naar de sinus cavernosus kunnen
uitbreiden. Dit kan leiden tot een hersenvliesontsteking.
In de kliniek
Bij een verlamming van extrinsieke oogspieren zal er sprake zijn van oogbewegingsstoornissen en
een afwijkende oogstand. Hierdoor kunnen er dubbelbeelden ontstaan.
- Bij uitval van n. abducens wordt de m. rectus lateralis niet meer aangestuurd en zal het oog
aan de aangedane zijde niet kunnen abduceren. In de primaire stand van het oog staat het
oog naar mediaal, doordat de werking van de m. rectus medialis niet wordt tegengewerkt.
- Bij uitval van n. oculomotorius is er parese van de m. rectus superior, m. rectus inferior, m.
rectus medialis, m. obliquus inferior, m. levator palpebrae superioris en m. sfincter pupillae.
In primaire stand van het oog zal het oog naar buiten en naar beneden staan, doordat de
werking van de m. rectus lateralis en m. obliquus superior niet wordt tegengewerkt. Ptosis
kan optreden door uitval van de m. levator palpebrae superioris en mydriasis (verwijde pupil)
kan optreden door uitval van m. sfincter pupillae.
- Bij uitval van n. trochlearis vervalt de functie van de m. obliquus superior. In primaire stand
zal het oog in extorsie en iets naar boven staan omdat de werking van de m. obliquus inferior
niet meer wordt tegengewerkt. Compensatoir houdt de patiënt het hoofd schuin. Hierdoor
treedt aan de ene kant intorsie (m. rectus superior en m. obliquus superior) op en aan
andere kant extorsie (m. rectus inferior en m. obliquus inferior.
Traanapparaat
De traanklier (glandula lacrimalis) ligt lateraal boven de orbita. Deze produceert
traanvocht. Het punctum lacrimale is de opening van de traanbuis (canaliculus
lacrimalis) bij het oog. Het overtollige vocht komt in de neusholte in de meatus nasi
inferior terecht via de ductus nasolacrimalis. De ductus nasolacrimalis en canaliculus
lacrimalis zijn met elkaar verbonden door de saccus lacrimalis.
Oogbol
Opgebouwd uit:
- Lagen
3
, o Tunica fibrosa (stevigheid): sclera en cornea
o Tunica vasculosa: choroïdea, corpus ciliare, iris
o Tunica nervosa: retina
- Ruimtes
o Oogkamers: kamervocht
Achterste en voorste oogkamer: voor of achter de iris
Productie en afvoer humor aquosus (kamervocht)
Corpus ciliare: productie
Achterste oogkamer
Voorste oogkamer
Iridocorneale hoek: scheidingslijn tussen hoornvlies en sclera
Sinus venosus sclerae = kanaal van Schlemm: afvoer naar bloed
o Camera vitrea: bevat glasvocht (corpus vitreum)
- Lens: opgehangen aan corpus cilia
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper RosanneSluimer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.