Historische kritiek
Overzicht
Les 1 Inleiding Handboek
2 Typologie van bronnen Deel I: 1 – 4
3 Bewaring en ontsluiting van bronnen Deel I: 5
4 Bronkritiek I Deel II: 1,2,4 (p 65 - 78)
5 Bronkritiek II Deel II: 4 (p 117 – 127)
6 Bewijsvoering I Deel III: 1 (p 133 – 148)
7 Bewijsvoering II en Historiografie I Deel III: 2,4 (p 149 – 169)
8 Historiografie II Deel III:4 (p 212 – 229)
9 Historiografie III en Historische synthese Deel III: 4 (p 230 – 250)
Deel IV: 1,2 (263 – 300)
Les 1: inleiding
Historische kritiek
= Systematische kritische reflectie bij verzamelen, evalueren en verwerken van informatie
Verschil verleden en geschiedschrijving
- Verleden: voorbij
o Enkelsporen van feiten van het verleden
- Geschiedschrijving: werken met die sporen
o Constructie taal en tekst
o 1 historisch werk = 1 ‘lezing’ van (delen van) verleden
Lezing door historici is selectief:
--> gedeelte van de geschiedenis
=> Sommige gebeurtenissen/ groepen amper aanwezig (lang verborgen)
(vrouwen, minderheden, lage klassen…)
Kernprobleem: relatie feit - verhaal
1: de bron
vb.: ooggetuige; geeft al interpretatie van de feiten
2: de onderzoeker
evalueren van de bron; nieuwe interpretatie van de bron
3: interpretatie
onderzoeker bouwt een bredere interpretatie tot rapport
1
,Feiten vs. uitspraken over feiten
Empirisme: via directe zintuigelijke waarnemingen tot waarachtige kennis komen
Maar: waarneming berust op detectie en identificatieprocessen
= interpretatie op basis van persoonlijke ervaringen
- Leefmilieu, opvoeding, taal, culturele constellaties
Dat wil zeggen:
- Geen waarneming zonder eigen interpretatie
=> Geen objectieve toegang tot feiten
Men kan de wereld maar benaderen vanuit eigen referentiekader:
Kan slechts die aspecten van wereld als “feiten” onderscheiden waarop zijn
referentiekader meest is ingesteld
=> getuigenissen geven geen feiten, maar uitspraken
Voorbeeld:
Onthoofding van Louis XVI
feit: hij is onthoofd
Twee aanschouwers die erover schrijven
Pierre: boos -> weergave vanuit koningsgezinde hoek
Jean: blij -> vanuit progressieve hoek
Illusie van “objectieve” waarneming
Er wordt steeds een focus gelegd op een bepaalde gebeurtenis binnen een gebeurtenis.
Elke weergave van feiten= selectief
elke waarneming= interpretatie => subjectief
Objectieve feiten= algemeen geaccepteerde interpretaties
2
, Les 2: Typologie van de bronnen I
Historische bronnen ‘Overblijfselen’ vs. ‘getuigenissen’
Wat is een bron? Overblijfselen van het verleden
- Alles wat een feit kan bewijzen - Materiële voorwerpen
-> Domein archeologie
Wat zijn historische bronnen? Getuigenissen over het verladen
- Bronnen die bestaan uit: - Geschreven teksten
- Artefacten, visuele bronnen, teksten, -> Domein geschiedenis
natuurlijke overblijfselen…
- Overlapping
- Belang ontstaanscontext
- Bewuste vs. onbewuste creatie
- Selectiviteit en betrouwbaarheid
Primaire bron Secundaire bron
- Rechtstreekse info - Onrechtstreeks
Gelijktijdig met gebeurtenis Werk van onderzoekers, achteraf
Reflectie en interpretatie
Gebruik primaire/ secundaire bronnen
Primaire/ secundaire bron: afhankelijk van de vragenstelling
Typologie
Geschreven bronnen
- Niet- verhalend
o Archivalische bronnen: diplomatische bronnen en bronnen van sociale boekhouding
Opgesteld door openbare/ private instantie, instelling, administratie
Scheppen rechtssituatie
- Verhalend
o Narratieve teksten: literatuur, informatieve geschriften, ego-documenten
Opgesteld om nageslacht te beïnvloeden, informeren, ontspannen
Ongeschreven bronnen
- Materiële voorwerpen: artefacten, natuurlijke overblijfselen
- Mondelinge overlevering: vele gebieden, incidenteel bewaard, doorgegeven op generaties
Evolutie in brontypes
Schrift (3000 v Chr) -> drukpers (15 – 16 e eeuw) -> audiovisuele media (19 – 20e eeuw) -> internet
(nu)
=> Versnelling transport en telecommunicatie
3