Egypte & het oude nabije oosten
Les 1: inleiding
Egypte en ONO= wieg van beschaving?
- Niet de basis, maar hadden wel invloed:
o Sedentair, Zelfvoorzienend in onderhoud
o Eerste steden, Sociale gelaagdheid
o Schrift
o Eerst imperialisten
o Monumentale archeologie
- Er is niet enkel 1 wieg, maar verschillende beschavingen die
onafhankelijk van elkaar ontstonden
o Bv; Zuid-Amerika: ook stedenvorming etc
Definities
Oude Egypte: het land van de benedenloop van de Nijl vallei, grote fasen van politieke eenheid; van het eerst
cataract in Aswan tot de zee
Oude nabije Oosten: minder logische afbakening –> geen eenheid (cultureel en sociaal)
=> Geen geografisch eenheid, geen ecologische eenheid, geen politieke eenheid, verschillende volkeren,
staten, talen, etc. -> verschillende archeologie
De naam is een overblijfsel vanuit de 19de eeuw en omvat algemeen: De
Ottomaanse restanten in de Oost Mediterrane Wereld
- Omvat: Mesopotamia, Levant, Anatolië, Cyprus en Centraal Iran
- SOMS ook: Egypte en Arabisch schiereiland
- Vruchtbare sikkel
Egypte
(Geografie van) Egypte
- Nijl= levensader van Egypte; vruchtbaar tot 25km voorbij de oevers
o Een van de langste rivieren ter wereld
o Oktober: overstroming van de Nijl -> agricultuur
o ‘Witte’ en ‘blauwe’ nijl komen samen neder
▪ Wit: 10% vanuit Victoria meer
▪ Blauw: 90% van de watertoevoer van de Nijl
- OpperEgypte (onderaan), nederEgypte (aan de delta)
- Westelijke woestijn (zand), oostelijke woestijn (rots) en moeilijk bewoonbaar opper
- Mensen wonen aan de ‘zijkanten’ van de Nijl
1
, - 6 cataracts (= stroomversnellingen en obstakels in de rivier)
- Van Aswan naar Delta is het homogene gedeelte van de Nijl
o Varen stroomafwaarts = goed
o Stroomopwaarts met noordelijke winden = met zeilboten
Oude Egypte loopt vanaf Aswan naar de Delta (makkelijk bevaarbaar)
Oude Nubië: onder Aswan
Belang van de Nijl
- Kemet: het zwarte land = Egypte (vanaf Middenrijk)
- Deshret = het rode land = woestijngebieden
- Nijl ‘van het verleden’ zag er anders uit dan nu
Jaarlijkse overstromingen door moesson in Ethiopië (mei tot juni)
- Drie seizoenen -> ideaal voor wintertarwe te cultiveren
o Juli-oktober: vloed
o Oktober: ploegen en planten
o Maart: oogsten
- Tot in de Jaren 60 -> Aswandam: Continue water i.p.v. van jaarlijks
o Bescherming van dorpen en zekerheid van de landbouwopbrengst
- Maar omgevingsproblemen:
o Overstromingen zorgden voor afspoeling van zouten
o Geen slip -> dus gebruik van kunstmeststof
o Hogere grondwaterstand -> nefast voor gebouwen
Nijl delta
- Veel nederzettingen langs de zijarmen: de breedte van de vloeivallei is 25km (ideaal voor bevloeide
landbouw)
- Convexe Nijl vallei met hoge natuurlijke dijken -> bassin met 1,5 m water
o Nederzetting op natuurlijke verhogingen in basin en aan de rand
o Rand van vloedgebieden gebruikt voor begrazing
o Dynamisch landschap
- Sjadoef systeem: een waterliftsysteem met hefboom en een emmer aan het andere
uiteinde.
o Pas vanaf het Nieuwe Rijk, maar vandaag de dag nog steeds gebruikt in de regio
- Waaier van kleine rivierkanalen: 7 grote riviertaken (in 1 n.Chr.)
o Zeer dynamisch, Andere omgeving
o Regenval in de winter, Ook seizonale overstrommingen
o Nederzettingen op turtlebacks
o Veelal gebruikt voor dieren te laten grazen in het verleden
Implicaties
- 2% is bewoonbar (ongeveer de grootte van NL) -> zeer dichtbevolkt (stijgende populatie)
- Moeilijk om oude nederzettingen te vinden/ op te graven door de huidige occupatie van het gebied
-> door stijgende bevolking en cultivatie is er een destructie van archeologische sites
- Nijl vallei: actief landschap
o Veel sedimentatie en destructie -> visibiliteitsproblemen
o Over representatie van monumentale architectuur (ze zijn gelegen buiten de vloeivlakte) -> we
weten (bijna) niets over nederzettingen
2
,Grondstoffen in Egypte
- Klei: zongedroogde bakstenen (leemtichel) -> keramiek
o Van VD Egypte: koning tot arbeiders woonden in leemtichel constructies
o Mix van klei en organisch materiaal (graan bv.) in een rechthoekige mal
gedrukt
- Vanaf het Nieuwe Rijk: tempels en graven in steen, vazen en standbeelden
- Stenen en edelstenen: vooral in de Oostelijke woestijn
o Marmer, carneool, serpentijn, veldspaat, jasper/jaspis etc.
o Beeldhouwwerken, sieraden of vazen
- Metalen ook oostelijke woestijn, Sinai of importeren
o Malachiet (koper) en galeniet (lood): Ook gebruikt voor oogschaduw
o Goud, maar zeker ook uit Nubië
- Zout (Wadi Natroen): mummificatie en om tempels te kuisen
- Vlas (lijnzaad -> gecultiveerd)
o Linnen: verschillende kwaliteit
▪ Mummificatie tot kleren tot bootzeilen ook exportproduct
o Olie
- Papyrus (wild -> pas later gecultiveerd)
o Matten, Voorraadmanden
o Sandalen
o Kleine boten
o Schrijfrollen, Etc. …
- Bomen
o Palm -> gebruikt voor daken en manden
o Acacia -> meubels en standbeelden
Levensonderhoud: Egypte
- Granen
o Emmer(tarwe)
o Zesrijige gerst (oktober zaaien - > maart april oogsten)
- Gedomesticeerde dieren
o Ezel als lastdier!
o Runderen -> offerfeesten
- Maar vooral ook vis: nijlbaars en katvis
- Jagen: wilde runderen, gazelle, ibex, etc.
- Dadels, vijgen, druiven, peulvruchten (linzen, kikkerewrten) en groenten (ajuin, radijzen, komkommer
etc)
- Veel informatie terug te vinden in de materiële cultuur
Chronologie van het Oude Egypte
(Niet in detail kennen)
Welke bronnen?
- Tekstuele data: koningslijsten, geschiedschrijvers
o bv. Maneto
- Archeologische data: typologie
o Ontwikkelingen in aardewerk, lijkkisten, …
- Natuurwetenschappelijke methoden
3
, Koningslijsten: Lijsten met namen en titels van heersers (Bijna allemaal uit funeraire of religieuze contexten)
- Geen jaartellingen maar activiteiten van de koningen,
de overstromingen van de Nijl of de jaren die
geregeerd zijn.
- Voorbeelden van koningslijsten
o Palermo-steen ---->
o Turijnse koningslijst
o Koningslijsten uit Abydos
Oude Nabije Oosten
Geografie van het Oude Nabije Oosten
- Veel grotere oppervlakte dan Egypte: ca. 2 miljoen km
o Veel topografische verschillen: intersectie van drie continenten
o Geen samenhangende ‘unit’, maar verschillende zones van habits en
environmental zones
o Veel natuurlijke grenzen (zee, gebergten, woestijnen)
-> Beïnvloed de handel, het contact, mobiliteit, de materiële cultuur, …
- Algemeen klimaat:
o Droge warme zomers, relatieve koude winters
o Weinig regenval; noorden (semi aride), zuiden (aride)
▪ Noorden; 200 – 400mm regenval, tot 6 droge maanden
▪ Zuiden; minder dan 200mm regenval, tot 9 droge maanden
- Gebergtes met Oost-West oriëntatie: Pontisch gebergte, Anti - en Taurusgebergte,
o Hoogtes boven 3000m – 4000 m
- Gebergtes met Noord-Zuid oriëntatie: Zagrosgebergte, Elboersgebergte – Anti Libanon gebergte
o Hoogtes boven 2800m – 5600m
4