9. Gastles AI .......................................................................................................................................................................71
3
, 9.1. Wat is het?..................................................................................................................................................................... 71
9.2. Beperkingen ................................................................................................................................................................... 72
9.3. Generatieve AI-tools in ons onderwijs ........................................................................................................................... 72
9.3.1. Wat kan het?............................................................................................................................................................. 72
9.3.2. GPT-valkuilen, naast beperkingen ............................................................................................................................ 73
9.3.3. Welke tools? ............................................................................................................................................................. 73
9.3.4. Hoe prompten? ......................................................................................................................................................... 73
9.3.5. Specifiek voor mijn thesis? ....................................................................................................................................... 74
9.4. Conclusie ........................................................................................................................................................................ 76
9.4.1. Implicaties ................................................................................................................................................................. 76
9.4.2. Evaluatievormen ....................................................................................................................................................... 76
10. Hoorcollege 9.............................................................................................................................................................80
10.1. Paragraphing ................................................................................................................................................................. 80
10.2. Engelse & Nederlandse woordenschat .......................................................................................................................... 80
10.2.1. Verwarrende woorden ......................................................................................................................................... 80
10.2.2. Verb affect & noun effect .................................................................................................................................... 81
10.2.3. Then vs. than ........................................................................................................................................................ 81
10.2.4. They’re, there and their ....................................................................................................................................... 81
10.2.5. Herschrijf in NL ..................................................................................................................................................... 82
10.2.6. Engels – time expressions .................................................................................................................................... 82
10.2.7. Engelse voorzetsels .............................................................................................................................................. 82
10.2.8. Countable & uncountable .................................................................................................................................... 84
10.2.9. Collective nouns ................................................................................................................................................... 84
10.2.10. Parallel structures ................................................................................................................................................ 85
10.2.11. Link words ............................................................................................................................................................ 86
10.3. Oefeningen (vervolg HOC 10) ........................................................................................................................................ 89
,Hoorcollege 1
Academisch schrijven = set van skills
- Kritisch denken
- Herwerken
- Taalgebruik
- Evidence-based werken
- (Pre-)schrijven
- …
Discipline en geduld = heel belangrijk
Hoe skills leren? à Horen (wat houdt de skill in), observeren en oefenen skills (herkennen), feedback krijgen
op skills én doen (integreren in je gedrag)
- Ervaring à hoe beter je erin wordt à competent worden
AI-tool (new)
3 praktische regels rond GPT en BSC/MSC proeven die op dit moment in de guidelines staan
1) Geen plagiaat. Plastische omschrijving van wat onder plagiaat gerekend wordt: “als je het niet aan
een mens mag vragen, mag je het ook niet aan een taalmodel vragen”
2) Wees 100% transparant over wat je dan wel doet
3) Geen vertrouwelijke gegevens delen
Niet zomaar brainless gebruiken! Meer info hierover in latere HOC + gastles
5 rules of conversational AI:
- Rule 1: understand how the model works: biases and limitations
- Rule 2: focus on tasks that are easy to verify, difficult to generate
- Rule 3: if you are copy-pasting, you are doing it wrong
- Rule 4: consider the feedback loops
- Rule 5: maintain data and IP privacy
5
, Hoorcollege 2
1. Hoofdstuk 1: onderzoeksproces
Intro:
• Voor wie ga ik schrijven? M.a.w. wie is mijn doelpubliek?
• Wat is het doel van mijn tekst?
• Dit vak focus op wetenschappelijke paper en thesis
1.1. Fasen onderzoeksproces:
• Kies topic
• Brainstormen over topic
o Bv.mindmap/inhoudstafel
§ Mindmap: voeg bronnen toe, praat erover, laat rusten & bekijk het opnieuw en situeer
je onderzoeksvraag
§ Inhoudstafel maken: maak snel een eerste draft van een inhoudstafel, zal veranderen
doorheen de tijd, denk na over welke ‘pointes’ je wil maken
§ Teken je plan = tekenen van je globaal idee kan helpen om na te denken over
onderzoek→zoek wat werkt
• Exploratie wetenschappelijke literatuur
o Veel papers lezen, nadenken, synthese maken
o Wetenschappelijke paper:
Vaste ingrediënten, maar er is variatie (bv. in domeinen, type onderzoek, etc.):
§ Probleemstelling of onderzoeksvraag
§ Die je door middel van wetenschappelijk onderzoek (tal van methodes mogelijk)
tracht te beantwoorden
§ Meestal geschreven door wetenschappers
§ Focus wetenschappelijke relevatie en minder op industrie (al begint dit te veranderen
bv. managerial implicaties service domein)
§ Beredeneerde argumentatie is key: obv iemand anders zijn voorgaand onderzoek
§ Strikt onderscheid tussen denken en weten→type paper (onderbouwen en opletten
met zaken te stellen bv. introductie en literatuur = denken)
§ Klassieke structuur: inleiding – middenstuk – besluit (zie verder)
o Verschillende types wetenschappelijke papers: verschillen in domeinen→ken je domein
§ Method & future research papers: onmiddellijk veel info over een bepaald topic
§ Empirische papers: data zelf gaan verzamelen (thesis vaak empirisch onderzoek)
§ Review paper & conceptuele paper
§ Tip: Overview papers rond topic, research agenda's, review papers (bv. systematic
literature reviews) zijn handig startpunt
• Uitwerken probleemstelling/onderzoeksvragen/hypotheses/...
o Start breed naar iets meer specifiek
• Keuze methode en design: hoe gaan we de onderzoeksvraag onderzoeken? (niet elke methode is
voor alle onderzoeksvragen geschikt)
o Bv. survey vs. experiment vs. interviews, ...
• Tekst schema: soort inhoudstafel over wat er in de paper moet
o boomstructuur/inhoudstafel
• Schrijven (kan al vroeger starten en vaak doorheen proces veranderen)
à Loopt soms door elkaar
6
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper NNA999. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,66. Je zit daarna nergens aan vast.