In dit document is de samenvatting van Onderzoeksvaardigheden van IKT fundamentals basis behandeld. Worden voorbeelden gebruikt en met behulp van afbeeldingen. Duidelijk verdeeld in verschillende hoofdstukken.
Door de boom het bos zien - marktonderzoekdesign
1. Onder de grond -> noodzakelijke basiskennis
2. De boomstam -> basis van het onderzoeksdesign (probleemstelling)
3. De vertakkingen -> welke onderzoeksmethode(n) en techniek(en)
4. De vruchten -> resultaten/data krijgt betekenis
1
, Onderzoeksvaardigheden
HOOFDSTUK 1 BASISKENNIS RONDOM ONDERZOEK (ONDER DE GROND)
Systeem 1: automatisch onderbewuste deel om beslissingen te maken.
Systeem 2: duurt langer, kost meer energie om de beslissingen uiteindelijk te maken door
afwegingen die je maakt.
Steekproefonderzoek = ondervragen van een gedeelte van de populatie
Betrouwbaarheid = als het onderzoek herhaalt wordt dat dezelfde resultaten behaalt
worden (het is reproduceerbaar). Je hebt een bepaalde steekproefgrootte hiervoor berekent
en behaald zodat het betrouwbaar is.
Steekproefgrootte → steekproefcalculator.com
Validiteit = de mate waarin je meet wat je wil meten. 5 soorten:
5. Construct- of begripsvaliditeit
Meet het instrument het begrip (volledig)?
(bv. Wat is de omzet/tevredenheid?)
6. Inhoudsvaliditeit
Worden alle facetten van een bepaald construct gemeten?
(Neem emotionele en functionele associaties mee)
7. Criteriumvaliditeit
Heeft je construct daadwerkelijk een voorspellende waarde?
8. Contentvaliditeit
Middels experts (meerdere ogen) nagaan of het construct juist meet.
9. Ecologische validiteit
In hoeverre heeft in onderzoek voorspellende waarde in de werkelijkheid?
(bv. personen kunnen worden beïnvloed door de onderzoeker in een lab VS als ze thuis op de bank zitten)
Representativiteit = in welke mate de steekproef overeenkomt met de populatie
(is het een goede afspiegeling van de doelgroep van je onderzoek).
Het is belangrijk om dit te checken voordat je het onderzoek uit gaat voeren maar ook als
het onderzoek uitgevoerd is. Is de netto respons ook representatief (want misschien heeft
niet iedereen de vragenlijst ingevuld, zo zijn vrouwen eerder geneigd om het in te vullen dan
mannen).
HOOFDSTUK 2 POPULATIE EN STEEKPROEF
Populatie = groep waarover
onderzoekers uitspraken willen doen.
Steekproef = een subgroep getrokken
uit de onderzoekspopulatie.
2
, Onderzoeksvaardigheden
1. Aselecte steekproeftrekking
Iedereen uit de populatie heeft evenveel kans om in de steekproef terecht te komen.
Je hebt hiervoor een steekproefkader nodig (contactinformatie van hele populatie).
➢ Enkelvoudige aselecte steekproef
Meest willekeurige methode van mensen selecteren.
➢ Systematische steekproef
Je houdt rekening met een bepaalde volgorde binnen het steekproefkader (bv.
volgorde leeftijd, gemiddeld inkomen, bedrijfsgrootte). Enige spreiding. (34,134,234)
➢ Gestratificeerde steekproef
Je deelt de populatie in, in deelpopulaties. Uit elk deel wordt een aselecte steekproef
uit getrokken.
(bv. 40% is man en 60% is vrouw, dus selecteer je voor je steekproefkader randum in
maar houd je wel rekening mee dat 40% man zal zijn en 60% vrouw is)
2. Selecte steekproeftrekking
Niet iedereen uit de populatie heeft evenveel kans om in de steekproef terecht te komen.
(bv. er wordt een onderzoek gedaan in het dorp maar er zijn mensen op vakantie die week)
➢ Quotasteekproef
Onderzoeker bepaalt van tevoren hoeveel respondenten mogen deelnemen.
Wanneer het bepaald aantal is bereikt stop je met afnemen (er is een max.).
(bv. mannen tussen 20-40 jaar in Eindhoven, HBO opleiding, 100 respondenten)
➢ Sneeuwbalsteekproef
Als onderzoeker zoek je één iemand als respondent, daaraan vraag je of hij/zij nog
een extra persoon weet voor als respondent te vragen en zo ga je door tot je de
steekproefgrootte hebt bereikt (via, via, via).
(bv. jij deelt via Facebook een Survey aan je vrienden, en jouw vrienden zien dit en
sturen hem weer door naar hun andere vrienden)
➢ Gelegenheidssteekproeftrekking (of convenience steekproeftrekking)
Gaat uit van de gelegenheid die de respondent had om deel te nemen aan je
onderzoek.
(bv. iemand loopt toevallig in een straat waar onderzoekers aan mensen Surveys aan
het afnemen zijn)
Nadeel: onderzoeker stuurt de resultaten (on)bewust, doordat de respondenten
naar eigen inzicht van de onderzoeker worden gekozen.
Populatieonderzoek = iedereen die in de populatie voorkomt zit in de steekproef.
2 bijzondere groepen:
- Sleutelinformanten → mensen die deskundig zijn op een bepaald gebied
- Kinderen → doelgroep is erg breed (verschillende levensfases)
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper iwcmverschoor. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,46. Je zit daarna nergens aan vast.