Filmgeschiedenis
LES 1: Inleiding, definities en benaderingen, filmstudies & filmgenres
(blz 15-26 en 32-40)
1. Drie illusies over film
➔ Film is dood
o Televisie, streaming en sociale media worden gezien als een bedreiging
o Gaudreault & Marion (La fin du cinema?): film eindigt niet, maar
transformeert
o Niet de bedoeling om film als een geïsoleerd medium te beschouwen
➔ Film is massa-entertainment
o Film is een massamedium geworden dat vaak gebruikt wordt om winst
te maken
o Populariteit sluit creativiteit en innovatie niet uit
o Film heeft ook een maatschappelijke en sociale waarde
➔ Film is Hollywood
o Hollywood was dominant tussen de jaren 1910 en 1960
o Maar belangrijk om ook aandacht te geven aan andere filmvormen,
regio’s en bewegingen
2. Benaderingen en definities van film
Het woord ‘film’ wordt geassocieerd met verschillende fenomenen
➔ In deze cursus onderscheiden we 6 grote benaderingen:
1) Film als spectrum: soorten film en hun specificiteit, grenzen van film en
andere kunsten, film als medium
2) Film als techniek: optische en technische principes, technische stappen bij
het opnemen, bewaren en vertonen van film
3) Film als taal: welke middelen hebben filmmakers ter beschikking om een
verhaal te vertellen?
4) Film als industrie: spelers en instellingen die betrokken zijn bij het maken,
verdelen en spelen van een film
5) Film als beweging: artistieke stromingen en hoe ze samenhangen
6) Film als praktijk: sociale en culturele dimensies van film
Deze benaderingen en dimensies hangen vaak samen
➔ Voorbeeld 1: Billy Lynn’s Long Halftime Walk (Ang Lee, 2016)
o 120 frames per seconde, voor realisme, immersie en inleving
▪ Is een samenhang van film als techniek en als taal
o Slechts 5 bioscopen ter wereld konden de film in originele versie tonen
en mensen in het publiek werden er vaak misselijk van
➔ Voorbeeld 2: Filmformaat (techniek) als artistieke keuze (filmtaal en
beweging)
o Bijvoorbeeld een lagere kwaliteitslens gebruiken (16mm pellicule) voor
het gevoel van authenticiteit over te brengen
o Zie extra tekst over de film Dunkirk en filmformaten
, ➔ Definities en termen:
o Film (= leenwoord uit het Engels): verwijst naar de drager
▪ Een dunne laag of een vlies waarop beelden worden vastgelegd
(=celluloid)
o Cinema (= Kinesis – Grieks): verwijst naar een beweging
▪ Movie – to move
➔ Cinema verwijst specifieker naar de institutionele en industriële aspecten van
film, maar de termen worden door elkaar gebruikt
o In tegenstelling tot film: inhoud en wat er wordt geprojecteerd
➔ Discussie in de literatuur: film als medium of kunstvorm?
o Communicatiewetenschappen: nadruk op het medium op betekenissen
over te brengen
o Kunstwetenschappen: nadruk op esthetische en kunsthistorische
betekenissen
o De ‘boodschap’ van een film kan heel ruim worden geïnterpreteerd
▪ Niet per se een verhaal vertellen, maar kan ook conceptueel of
vormelijk zijn
3. Wat maakt film bijzonder?
In een film zijn verhaal, actie & dialoog niet per se noodzakelijk
o Wat dan wel? Belangrijke vraag in filmtheorie en discussies over
mediumspecifiteit
➔ Film kan tijd, ruimte en persoonlijk perspectief relativeren
o Dankzij montage, sprongen in de ruimte of perspectiefwissels
o Bijvoorbeeld Rashomon en het Rashomon-effect: éénzelfde verhaal
vertellen vanuit verschillende perspectieven
➔ Film is dynamisch
o Stille beelden lijken te bewegen door optische illusie
o Ontwikkeling en beweging staan centraal
➔ Film is visueel
o Gelijkenissen tussen camera en het menselijk oog
o Met de camera opgenomen beelden vertonen gelijkenis met menselijke
waarneming
➔ Film is een opname
o Audio-, video-, en lichtsignalen worden op een drager geregistreerd
o Maakt films ook fragiel
▪ 75-90% van alle stille films zijn verloren gegaan
MAAR, geen van deze 4 aspecten is absoluut:
- Experimentele filmmakers dagen conventies van medium film uit
- Voorbeeld: La Jetée (Marker) bestaat vooral uit stilstaande beelden
- Voorbeeld: video-installaties David Claerbout
- Voorbeeld: Ambiancé (Weberg) duurt 3 maanden en wordt maar één keer
gespeeld
, 4. Filmstudies als wetenschap
Niet het letterlijk maken van film staat centraal, maar de esthetische, culturele en
sociale betekenissen
o Verwante termen: filmtheorie, filmgeschiedenis, filmkritiek
Systematisch en wetenschappelijk nadenken over film
- Franse avant-garde 1920 en 1930: Germaine Dulac, Jean Epstein, Louis Delluc
- Filmschool Moskou (1919): Sergei Eisenstein, Lev Kuleshov
- 1950-60: filmtaal (Metz) en auteurtheorie (André Bazin)
- Sinds jaren 80’ diverse stromingen:
o Psychoanalyse
o Cognitivisme
o Feminisme
o Queer- en genderstudies
o Politieke economie
o Transnationalisme en postkolonialisme
Spanningsveld tussen o.a. traditionalisten (klassieke filmcanon) en kritische
filmhistorici & tussen ‘tekstuele’ versus ‘extra-tekstuele’ filmstudies
5. Filmgenres definiëren
Herkomst: ‘genus’ = type of soort (denk aan biologie)
- In cultuurproductie: genre berust op eerder informele (h)erkenning
o Patronen van gelijkenis tussen bepaalde cultuurproducten
o Soorten: literair, film, muziek etc
Genres zijn één van vele manieren om film in te delen
➔ Andere courante indelingen:
o Fictie versus documentaire
o Setting (oorlogsfilm, Western, space drama)
o Thema/onderwerp (crimi, science fiction)
o Stemming en toon (komedie, horror, tear jerker)
o Formaat en vertoning (wide screen)
o Doelpubliek (jeugdfilm, chick flick)
o Type productie (blockbuster, b-film)
6. Ontwikkeling van genres
Genres zijn nuttig vanuit commercieel oogpunt
- Trends en voorspelbaarheid
- Publiekssegmentering
Genres zijn veranderlijk in tijd en ruimte
- Genres staan niet ‘vast’ in tijd en kunnen worden uitgedaagd en geïnnoveerd
- ‘Lokale’ variaties en genres
o Voorbeeld: Devotionals in Hindi Cinema
o Voorbeeld: Wakaliwoord: Ugandese actiefilms die actie mixen met
komedie
- Politieke voorkeuren voor genres veranderen
o Voorbeeld: musicals
Origine:
, - Conventies overnemen uit andere media
o Literatuur, theater (voorbeeld komedie of melodrama)
- Technische mogelijkheden
o Mogelijkheid om langer buiten te filmen
o Komst synchroon geluid (musical)
o Digitale bewerking en effecten (fantasy en sci-fi)
Appreciatie veranderlijk in tijd:
- Populariteit evolueert in cycli
o Meestal zeer succesvolle film en erna volgen immitaties
▪ Fase van gansterfilms na The Godfather
▪ Fase van fantasy-avonturenfilms na Lord of the Rings-trilogie