Interieur in context B, cursus
College 1 : inleiding
- Design geschiedenis = opeenvolging van ontwerpen en ontwerpers
- Eerste man op de maan => lamp in de vorm van een ruimte helm (de Eclisse van Vico
Magistretti)
- Geschiedenis van de mensheid = opeenvolging van heldendaden, veranderen en nieuwe
tendensen als een gevolg van belevingen en ervaringen van het alledaagse.
Geschiedenis design beginnen in 1845 = Baudelaire hanteert voor het eerste de term “moderne”
als tegenpool voor ouderwets. Stijl kenmerken van “moderne design” in de jaren 60 <-> jaren 80
dus we tappen af van het idee dat design een bepaalde stijl is.
Wat is design? :
- Een designproduct is ontworpen met de intentie industrieel vervaardigd te worden en dus op
grote oplagen verspreid te worden, daarnaast heeft het altijd een functionele waarde, hetzij
reëel, hetzij intentioneel.
- Iets ontwerpen voor een klant/tentoonstelling/zichzelf = kunstambacht of sierkunst
- Iets ontwerpen voor een gebeurtenis met de bedoeling het product te laten produceren =
prototype = design.
- Marti Guixé beschildert een plastieken stoel en zet deze te koop op het internet = design =>
consument laten kopen om de stoel daadwerkelijk te gebruiken.
- Tobias Rehberger maakt een installatie met een tiental verschillende industrieel vervaardigde
lampen -> niet de bedoeling deze verzameling uit elkaar te halen om de lampen afzonderlijk te
gebruiken.
- Betekenis van design lijkt door de tijd constant de veranderen.
- Oplossing komt van professor John Heskett : “design is to design a design to produce design”.
- Verhaal design <-> verhaal kunstgeschiedenis !
-> Kunsten = cultuur
-> Design = banale gebruiksvoorwerpen zoals de Polyprop stoel van Robin Day
- Geschiedenis van dagdagelijkse dingen beginnen bij de koningin aller winkels : The Crystal
Palace
College 2 : de ruïnes van de bourgeoisie: van Crystal Palace tot Christopher Dresser
(1851-1880)
Crystal Palace :
- 1 januari 1850 = Koninklijke Commissie in London met de bedoeling een grote tentoonstelling
te organiseren.
- Prijsvraag voor het architecturaal ontwerp -> 233 inzendingen (geen enkele werd gebruikt ->
Commissie tekent zelf een ontwerp uit op basis van de beste inzendingen).
- Crystal palace = ontwerp van Joseph Paxton (tuinbouwkundige en specialist in het bouwen van
botanische serres) -> 26 juli 1850 kreeg het groen licht.
- Crystal palace = eerste keer dat er in de geschiedenis van Europa producten worden
tentoongesteld op 1 plek. Mensen van over de hele Westerse wereld.
- Architectonische typologie (glas en ijzer) wordt wereldwijd overgenomen voor het huisvesten
van shopping (overdekte markten tot grote warenhuizen).
- Shopping speelde zich toen nog af in passages of arcades = glas overdekte straten die 2
hoofdstraten verbinden. Bekendste voorbeeld in Brussel = Koninklijke Sint-Hubertus galerij
(symbool voor het begin van de consumentencultuur).
- Chrystal palace = gigantische glazen consumenten tempel + kopel = basis voor de shopping-
mall = scharnierpunt in de geschiedenis van de populaire cultuur op vlak van publiek
spektakel : samenbrengen, ordenen en tentoonstellen van dagdagelijkse gebruiksvoorwerpen
en het voorstellen van shopping als een vorm van publiek vermaak en toerisme.
- Concept “voyeur” die zich laat entertainen en verleiden tijdens een wandeling tussen nieuwe
producten zal door de eerste grootwarenhuizen, wereldwijd overgenomen worden en is
vandaag nog steeds de basis van alle shopping.
, - Winkels nu = goederen in winkels geprijsd en kun je mee naar huis nemen, Crystal Palace =
enkel tentoonstellen !
- Crystal palace = metaalconstructie (werd voordien gebruikt voor de aanleg van spoorwegen).
- Tentoonstelling = keerpunt in de productie van decoratieve objecten. Er ontstaat een algemene
consensus (in 1851) over het feit dat bij nieuwe industriële producten te weinig zorg besteed
wordt aan de vormgeving -> kwantiteit boven kwaliteit.
- 2de helft 19de eeuw = zoeken naar een beter evenwicht tussen economisch rendement en
“goede smaak”. Hierbij worden 2 richtingen ingeslagen :
1. Traditie en ambacht = Arts & Crafts beweging
2. Voorlopers van de moderne beweging => industrie en esthetica verbinden
Interieur en architectuur helpen de mensen om hun status te uiten, tot welke groep behoor je?
- 19de eeuw = veelheid van nieuwe producten die industrieel vervaardig worden. Ingenieur =
bedenker van nieuwe productiewijzen, transportmiddelen, metaalconstructies,
standaardisatie,… = symbool voor de nieuwe maatschappij waarin de ambachtsman naar
achter is geschoven.
-> Ingenieur creëert een product en bedenkt een machine wat leidt tot een eindproduct dat op
grote schaal kan geproduceerd worden.
- Bartélemy Thimonnier ondervindt dat “tijd is geld” de nieuwe basisvoorwaarde vormt tot
succes. Hij komt 2 dagen te laat aan op de wereld expo waardoor hij de hoofdprijs niet in
ontvangst mag nemen.
- Bartélemy Thimonnier, 1851 = Singer naaimachine, naaimachine werd nog geassocieerd met
de fabriek en niet met huiselijke zaken (hij begrijpt dat marketing, reclame EN vormgeving
belangrijk zijn). Oplossing = verschillende modellen uitbrengen (industriële vormgeving =>
decoratieve vormgeving).
- Naaimachines worden pas een groot succes wanneer ze een lagere sociale klasse aanspreken
door hen te stimuleren om op krediet te kopen (eiden kledij maken). Vrouwen waren voor dit
product de “belangrijkste” consumenten.
- Na wereld tentoonstelling start men in London met het bouwen van grote treinstations (gebruik
maken van ijzer). In Parijs start Victor Baltard met de bouw van de overdekte markt Les Halles.
- Hoogtepunt reproductie = doorbraak van de fotogra e.
- Felix Tournachov -> luchtfoto’s en portret foto’s van beroemdheden. Het zwart op witte
resultaat beroert kunst schilders. De snelheid en accuraatheid van de fotograaf in reproductie
van de werkelijkheid is nefast voor de evolutie van de kunst.
-> Schilders op zoek naar de “pure kunst” als tegenpool op het serie-matige en realistische van
de fotogra e.
- 1855 in Parijs = 2de wereld expo met een Paleis voor de Industrie.
- 1856 in Antwerpen = bouw van een nieuw dok (Kattendijkdok -> toenemende moderne
scheepsvaart).
- 1857 in New York = eerste publieke lift = eerste aanzet tot kantoor torens
Standaardisatie = succes van Thonet :
- Michael Thonet = meubelmaker (bekendste in 19de eeuw)
- Industrialisatie is volop aan de gang, eerste design product die in de geschiedenis belangrijk is
= stoel van Thonet (goedkoop).
- Goedkoop : door industrialisatie art men meerdere producten gaan produceren waardoor de
meubels minder uniek zijn en zo goedkoper kunnen worden aangeboden. Als een bedrijf winst
wil maken kan dit op 2 manieren :
1. Marketing = vraag stijgt
2. Productie kosten zo laag mogelijk houden (arbeidskosten, loonkosten,…)
- Jaren 40 raakt hij gefascineerd door nieuwe technieken om hout te buigen (reeds gekend bij
Egyptenaren en Grieken).
- 1840 = Michael Thonet dient eerste patent in om zijn eigen procédé vast te leggen.
- 1857 = 3de patent aanvragen tot het vervaardigen van gebogen stoelen (stoom of kokende
vloeistof gebruiken om hout nat te maken en in een metalen band vast zetten met
schroefklemmen).
fi fi
,- Vraag naar de meubelen ZO groot = fabriek openen in Moravië aan een spoorlijn waar er een
bos is (beukenhout)
-> Boeren = goedkope arbeid (leven in armoede)
-> Concept fabriek was typerend voor de industriële revolutie van de 19de eeuw : onuitputtelijke
voorraad grondsto en + goedkope arbeidskracht + goed transport (spoorweg).
-> Succes meubelen Thonet = uitwisselbare onderdelen die standaard gemaakt werden (losse
stukken = voordeliger op te slaan + makkelijker te transporteren => stoel kan op verschillende
manieren gemonteerd worden).
-> Meest verkochte stoel = Nr. 014 wordt vanaf 1860 de “consumenten” of de “drie orijnen” stoel
genoemd.
- 1865 = 150’000 stoelen per jaar produceren
- Thonet stoel = lage prijs, duurzaamheid + makkelijke inzetbaarheid
- 1912 = 1,8 miljoen meubelstukken per jaar verkopen
-> Gigantische productie mogelijk door strikte autarkie => eigen gereedschap/ijzerwaren
fabrieken en kalksteen fabrieken bouwen + huizen en scholen bouwen voor de arbeiders die ze
verplicht in Thonet-valuta moeten betalen (=werden afhankelijk van het bedrijf).
=> Succes te danken aan de afhankelijke en uitgebuite positie van arbeiders => algemene malaise
kenmerkend voor de industriële productie van de 19de eeuw !
- 1859, Charles Darwin -> Darwinisme = de specie die zich het meest en het snelst kan
aanpassen zal het langst overleven. Komt recht tegenover de kerk te staan (God heeft alles
geschapen + géén evolutie theorie).
- 1861 = grote rijkdommen ontstaan door industrialisatie (groot verschil tussen rijk en armoede).
Sociale ongelijkheid :
- Baudelaires “Les Fleur du Mal” wordt gecensureerd
- Eduart Manet wordt geweigerd in de Salons omwille van zijn schilderij “Le Buveur d’Absinthe”
- Overal in Europa = kunstenaars,… zijn de sociale ongelijkheid (eigen aan het nieuwe industriële
systeem) in vraag aan het stellen en aan te klagen.
- Groot Brittannië = vanuit sociaal engagement gaan een aantal guren de Arts & Crafts
beweging opstarten
Arts & Crafts :
- Nieuwe maatschappij is gestoeld op een sociaal onrechtvaardig systeem dat dieperliggende
patronen van het dagelijkse leven verstoort.
- Industrialisatie = breuk met traditie en ambacht
- Standaardisatie = breuk met het authentieke en het menselijke
- Midden 19de eeuw gaan Britse Moralisten (August-Welby Pugin en John Ruskin) artikelen
publiceren waarin ze beweren dat de mechanisatie een algemene degradatie is voor alle
aspecten van het menselijk leven. Samen met William Morris pleiten ze opnieuw voor het
ambachtelijke + integratie van kunst in dagdagelijkse gebruiksvoorwerpen met een voorkeur
naar de Middeleeuwse esthetiek. Ze verzetten zich tegen de industrialisatie.
- Gevolg industriële revolutie => nieuwe burgerij gaat op zoek naar tekenen om hun nieuw
verworven rijkdom visueel te ver-uiterlijken.
- Groot Brittannië = Queen Victoria = Victorian Style = victoriaanse villa’s bouwen in de nieuwe
buitenwijken (interieurs zijn rijkelijk gedecoreerd met de nieuwste industrieel vervaardigde
meubelen en versieringen, interieurs = status symboliek). Meubels werden door de
industrialisatie goedkoper waardoor het interieur een soort van verzamelplaats kon worden van
symboliek en rijkdom en van anekdotes. Op deze groep gaan de Moralisten kritiek hebben !
- Een goede vormgeving is volgens hen een afspiegeling van hoge morele waarden.
- Pugin stelt : goed interieur christelijke principes met de gotiek als voorbeeld van goede moraal
en eerlijke schoonheid.
- Ze kopen geen dingen meer om te tonen hoe rijk ze zijn -> er moest een functie zijn, geen
overbodige decoratie meer. Constructie van hoe een object gebouwd is tonen. Dingen moesten
verwijzen naar het alledaagse, het huiselijke en het functionele. Natuur = belangrijkste idee
waar de arts & Crafts zich op baseerden.
- Voorbeeld = Kasteel van Cardi ontworpen door William Burges.
- Ruskin stelt : Victoriaanse stijl propt zich vol met nieuwe industrieel vervaardigde goederen om
haar status te etaleren.
ff ff fi fl
, - William Morris : maatschappij zit in een crisis sinds industriële revolutie (mens is ontvreemd en
is slachto er van het industrieel productieproces).
- Morris laat zich inspireren door oude ambachten. Hij onderstreept het belang van het
handgemaakte (duur) en het kunstzinnige = middenweg tussen productie, ambacht en kunst
waarbij hij zich inspireert op de natuur. Tekeningen worden abstracter = weg naar het
modernisme.
- 1859 = Red House, William Norris = overladen decoraties (referenties naar natuurelementen,
bloemen motieven, heel wat patronen zijn gemaakt door zijn dochter May).
- 1866 = the green dining room, William Norris = ontworpen tijdens de Victorian Style maar het is
heel wat soberder. Eclectische interieurs = verschillende stijlen door elkaar.
- 1890 = News from Nowhere = boek van William Norris waarin hij schrijft dar ongelijkheid niet
correct/terecht is.
- 1894 = Central School of Arts and Crafts in London (workshops in kunst ambachten)
-> Ambacht werd vroeger geleerd van een vader op zoon, nu in een school.
- The Pre-Raphaelite Brotherhood (=kunstenaars collectief) brengt een ode aan de Middeleeuwse
“goede smaak”.
- Loshangende gewaden die modellen dragen in schilderijen van het broederschap = voorlopers
van de dames mode (<-> aangesnoerde korsetten en rokken die de nieuwe burgerij als elegant
beschouwen).
- Beweging beïnvloedt ook de “Aesthetic Movement” (populair rond jaren 70).
-> Aesthetic Movement = zet zich ook af tegen de Victoriaanse smaak dominantie maar behelst
noch een sociaal engagement, noch een uitsluitend ambachtelijke productie methode.
-> 2de belangrijke inspiratiebron = design uit Japan = Japonisme
-> Groot Brittanië = Arthur Lasenby stelt deze Japanse trend voor aan het grote publiek in zijn
Liberty winkels.
-> Verenigde staten = Louis Comfort Ti any’s
- 1906, Elsie de Wolfe = Villa Trianon. Eerste vrouwelijke interieur decorateur, raakte geïnspireerd
in Amerika door de Victoriaanse stijl, ontwerpt zeer dramatisch interieurs.
Arts & Crafts + “esthetische stijlen” = basis van Art Nouveau
Reform, aanloop naar het moderne :
- Frankrijk = wet van Napoleon 3
- Baron Hausman = Franse hoofdstad hertekenen (brede boulevards waardoor de stad beter
gecontroleerd kan worden).
- 1861 = Napoleon 3 schrijft wedstrijd uit voor een nieuw opera gebouw (Opera Garnier)
-> Gewonnen door Jean Louis Garnier (in traditie van “Beaux-Arts” ontwerpt hij een protserige
opera).
-> Interieur = mega lomaan decor waarin de bourgeoisie zichzelf ten tonele voert = pronkstuk van
de 19de eeuwse bourgeoisie. Inkom is belangrijker dan de opera zaal zelf. Iedereen staat in de
inkom op balkons te kijken wie er de trappenhal betreed.
-> Moderne materialen gebruikt (eigen aan de industriële revolutie -> achter de gevel en interieurs
= metalen constructie).
-> Voor het eerst wordt in een tempel van hoge kunsten gebruik gemaakt van de nieuwe
industriële bouwtechnieken (Beaux-arts stijl).
-> Theorie koppelen aan het boek die Thornstein heeft geschreven in 1888 -> rijkdom uit zich in
spullen en in architectuur.
-> Echte toneel in dit gebouw = niet het podium maar de plek waar iedereen bekeken en
beoordeeld wordt.
Reformdress (kortere, lossere jurk) :
- Architectuur = “ijzeren wetten”
- 1861 = dames mode wordt losser
- Korsetten worden afgedaan, grote en brede jurken (hoe meer frulletjes aan je kleed hoe rijker je
bent) verdwijnen en loshangende jurken worden de norm.
ff ff