Levenslang bewegen voor Iedereen 3: doelenlijst
2023-2024
DIVERSITEIT EN RACISME IN DE SPORT
Definitie diversiteit:
… verwijst naar de sociale, culturele en etnische verscheidenheid in de samenleving, naar verschillen
tussen schooltaal en thuistaal, naar verschillen in persoonlijke en lichamelijke beleving, naar verschillen
in talenten, interesses, bezigheden, zienswijzen, behoeften, vormen van onderwijsbetrokkenheid, … .
(…) Deze verschillen kunnen liggen op het gebied van sekse, leeftijd, etnische afkomst, seksuele
geaardheid, het hebben van een (arbeids)handicap, sociaal-economische achtergrond, religie, politieke
overtuiging…
• Leg uit wat men bedoelt met een sociaal-cultureel bewuste leraar:
een leraar die:
1. zich los kan maken van het eigen perspectief
2. zijn eigen referentiekaders in vraag kan stellen
3. via verschillende invalshoeken naar zaken kan kijken
4. én zich kan inleven in het perspectief van degenen met wie men in interactie treedt
• geef de 6 sleutelcompetenties voor het leren voor diversiteit:
• illustreert op welke manier men kan inzetten op de sleutelcompetenties voor
leren voor diversiteit binnen sportlessen:
1. Leren van elkaar
We creëren onder invloed van onze interactie met anderen actief nieuwe
referentiekaders en stellen de bestaande voortdurend bij. Essentieel hierbij is
een basishouding van reflectie en zelfkritiek, zowel op onszelf als op tradities,
verworvenheden, normen en waarden van de groepen waartoe we behoren.
, 2. Dialoog en samenwerking:
Diversiteit komt het best tot haar recht in dialoog
= naar elkaar luisteren en op een evenwaardige manier tot uitwisseling komen
Dialoog/samenwerken in heterogene groepen à conflict, maar normaal
3. Multiperspectiviteit:
Aan elk verhaal zijn verschillende kanten. Maar we nemen dikwijls genoegen met
één kant, één verklaring, één perspectief: “het eigen perspectief”. Omgaan met
diversiteit houdt in dat men zich los kan maken van het eigen perspectief, via
verschillende invalshoeken naar zaken kan kijken én zich kan inleven in het
perspectief van degenen met wie men in interactie treedt.
4. Flexibiliteit:
Vlot kunnen switchen naargelang context, personen, situaties, culturen…
Er gaat een proces aan vooraf van observeren, afwegen, uittesten… zonder eigen
referentiekader te verloochenen
5. Diversiteit als normaliteit:
Basiskenmerk democratische samenleving
Verschillen zijn oké
Verschil kan plezierig, maar ook onaangenaam zijn
6. Onbevooroordeeldheid en non-discriminatie:
Omgaan met diversiteit betekent dat we ons bewust worden van onze
stereotypen en deze zeker niet laten uitmonden in vooroordelen (= oordelen
die we over anderen vormen op basis van onze stereotypen, dus zonder hen echt
te kennen). We gaan anderen beschouwen als individuen en hen onbevangen
observeren in een specifieke context. Daarnaast hoeden we ons ervoor om
anderen niet te discrimineren.
• geef de aandachtspunten voor een dialoog:
1. Open houding (belang van non-verbale communicatie)
2. Spreek vanuit “ik” (ik heb gehoord dat… ik vind het niet leuk dat…)
3. Oordeel niet. Blijf bij de feiten.
4. (h)erken emoties
5. Stel open vragen
6. Geef ruimte en tijd voor verhalen
7. Doorvragen (wat bedoel je daarmee? Hoe weet je dat?)
8. Vat regelmatig samen om te checken of je de andere goed begrepen hebt (heb ik je goed
begrepen dat…? Of bedoel je dat…)
• leg de link uit tussen diversiteit en identiteit:
identiteit is altijd meervoudig en iedereen heeft andere deelidentiteiten. Je kan het
zien als een taart(“identiteit”) dat in verschillende stukjes is verdeeld van
deelidentiteiten. Jij beslist hoeveel stukken jouw taart heeft en hoe groot deze
stukken zijn. Deze deelidentiteiten maken ons uniek en zo ontstaat er dan ook
diversiteit.
, • leg de functies van identiteit uit:
Identiteit is dynamisch…
“Identiteiten veranderen, verschuiven, groeien en passen zich voortdurend aan de
context aan waarin de persoon of de groep zich bevindt.
Identiteit is een continue proces van (zelf)realisatie. Elk beeld, elke welomschreven
vorm van identiteit is slechts een momentopname van dat continue proces.”
(Pinxten en Verstraete, 1998:36)
• licht identiteit toe vanuit het kruispuntdenken:
- Kruispuntdenken stelt dat verschillende assen samen je
maatschappelijke positie bepalen
- De assen beïnvloeden en bepalen elkaar: afhankelijk van plaats,
moment en machtsverhoudingen wegen bepaalde kenmerken meer
door dan andere
è niet beperken tot een enkele as als verklaring van discriminatie
- Discriminatie komt dus voor op verschillende vlakken en komt
vaak niet alleen voor
- Oog hebben voor het volledige plaatje
- Kritisch kijken naar je eigen referentiekader
- De wereld door een intersectionele bril bekijken, zodat we de
consequenties van onze kruispunten beter kunnen begrijpen, zien
en daarop inspelen.
• geef de aandachtspunten voor diversiteit voor de praktijk/stage aan:
- Breed kijken naar diversiteit è complexiteit: superdiversiteit
- Bewust worden van stereotyp denken en vooroordelen
- Meervoudige identiteiten EN-EN
- Diversiteit als normaliteit
- Diversiteitsresponsief handelen