100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Macro Economics - Samenvatting

Beoordeling
-
Verkocht
2
Pagina's
60
Geüpload op
31-05-2024
Geschreven in
2023/2024

Slaag van de 1ste keer (14/20) op dit examen met behulp van de samenvatting! Dit vak wordt aan de Uhasselt gegeven in 2de bachlor Handelswetenschappen. Deze samenvatting bevat alle theorie uit de ppt's, de notities uit de les, de notities uit de filmpjes en het handboek. Voor de theorie van dit vak heb je dus enkel deze samenvatting nodig.

Meer zien Lees minder











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
31 mei 2024
Aantal pagina's
60
Geschreven in
2023/2024
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

MACRO-ECONOMIE
INTRODUCTIE (HC1)

Economie:
▪ Micro- en macro-economie zijn de twee gezichtspunten van
waaruit de economie wordt bekeken.
▪ Micro-economie = de beslissingen die op individueel of
bedrijfsniveau worden genomen.
▪ Macro-economie = bekijkt het grotere geheel, of hoe al deze
beslissingen bij elkaar optellen.

Macro-economie:
▪ Macro-economie → totale productie van een land + manier waarop het land zijn beperkte middelen (land,
arbeid en kapitaal) toewijst
▪ DOEL: productieniveaus te maximaliseren en handel en groei voor toekomstige generaties te bevorderen.
▪ Adam Smith → "onzichtbare hand" → de wielen van de economie liet draaien: een marktkracht die de
economie draaiende houdt.
o Onzichtbare hand = zelfregulerende aard van de markt
o Grondleggende rechtvaardiging voor de laissez-faire (laten gaan) economische filosofie

CHAPTER 2 : A TOUR OF THE BOOK

2.1 TOTALE PRODUCTIE (= AGGREGATE OUTPUT)

BBP = productie + inkomen
• Economie is een gesloten geheel
• Gezinnen en bedrijven → simpele
voorstelling economie
• Cyclus:
o Blauwe stippenlijn: bedrijf wilt
goederen produceren voor de
huishoudens
o Zwarte stippellijn: gezinnen bieden
arbeid aan voor de bedrijven
o Volle zwarte lijn: geldstroom → de
gezinnen worden voor hun arbeid
betaald (= inkomen)
o Volle blauwe lijn: gezinnen gaan goederen kopen met hun inkomen = consumptie
• ! Inkomen = productie


Totale productie:
• Inkomen = totale productie
o Nationale inkomens- en productrekeningen → geaggregeerde economische activiteit te meten

• Maatstaf : BBP (=bruto binnenlands product) ≠ BNP (= bruto nationaal product)
o BBP = GDP (gross domestic product)
o BNP = GNP (gross national product)
1

,Definities:
• BBP = waarde van alle finale goederen en diensten die in een land in 1 jaar worden geproduceerd
o Er wordt niet gekeken naar nationaliteit, enkel naar wat er in België geproduceerd wordt
• BNP = waarde van wat wordt geproduceerd door de inwoners van een land, ongeacht waar ze wonen
= waarde van alle finale goederen en diensten die in een jaar in een land worden geproduceerd +
inkomen dat door zijn burgers in het buitenland wordt verdiend, min inkomen dat door buitenlanders in
het land wordt verdiend.
o Alle inkomens dat Belgen in het buitenland verdienen wordt er bijgeteld
o Alle inkomens dat Niet Belgen verdienen in België wordt er afgeteld
▪ Vb. een inwoner verdient geld met een financiële investering in het buitenland of de waarde
van goederen geproduceerd door bedrijven in buitenlandse handen

Beoordelen hoe gezond de economie is:
• BBP verwijst naar de productie die plaatsvindt in de economie → geschikte maatstaf op KT
• BBP = consistent met andere economische indicatoren, zoals werkgelegenheid.
• Vergelijkingen tussen landen gemakkelijk
Gezondheid economie → hoe hoger de productie, hoe meer arbeid er nodig is, hoe minder werkloosheid


BBP: PRODUCTIE EN INKOMEN (GDP)

Drie manieren om het BBP te definiëren:
1. De waarde van alle finale goederen
• Een finaal goed = een goed dat bestemd is voor eindconsumptie
• Een intermediair goed = een goed dat wordt gebruikt bij de productie van een ander goed
o Tellen we niet mee in BBP want deze waarde zit al in het finale goed
2. De som van de toegevoegde
• Toegevoegde waarde = de waarde van de productie van een bedrijf min de waarde van de
intermediaire goederen die het bedrijf bij de productie gebruikt
3. De som van de inkomens
• Inkomen: arbeidsinkomen , kapitaalinkomsten of winsten & indirecte belastingen

Voorbeeld:

BBP volgens:
− finale waarde : 1 finaal goed (wagens) want staal is intermediair goed
→ BBP = 200$
− toegevoegde waarde : opbrengsten – kosten = 100 – 0 (staal) + 200 –
100 (wagens) → BBP = 200$
− inkomens : 80 + 70 (loon) + 20 + 30 (winst) → 200$

Waarde van eindproducten:
− Alleen eindwaarde van een goed of dienst wordt opgenomen in de totale output → dubbeltelling vermijden
Toegevoegde waarde:
− Toegevoegde waarde = het verschil tussen de kosten van materialen en arbeid om een product te maken en
de verkoopprijs van een product.
Inkomens:
− Al het geld dat wordt besteed aan de productie van een goed = arbeidsinkomen + kapitaalinkomen of winst
+ indirecte belastingen.
2

,!! 3 benaderingen zijn identiek
▪ Voor alle goederen die worden geproduceerd → geldbedrag (prijs) = aan de waarde van de geproduceerde
goederen uitgegeven om de goederen te kopen → geld dat wordt uitgegeven om de goederen te kopen,
wordt als inkomen aan de werknemers betaald.
▪ DUS: productie, uitgaven en inkomen allemaal gelijk.



NOMINAAL EN REËEL BBP

Nominale en reële bbp:
▪ Nominaal BBP = de som van de hoeveelheden geproduceerde consumptiegoederen maal hun huidige prijs
o Het nominale bbp stijgt in de loop van de tijd omdat:
▪ De productie van de meeste goederen toeneemt
▪ De prijzen van de meeste goederen ook stijgen
o Vb. stel de prijzen stijgt, dus bbp stijgt, dus zogezegd produceert ons land meer, maar fout!

▪ Reëel BBP = de som van de hoeveelheden finale goederen maal constante (in plaats van huidige) prijzen.
o Er wordt een basisjaar vastgelegd
o Hier kan je pas speken over de ‘gezondheid’ van de economie → de prijswijzigingen worden eruit
gehaald en we gaan enkel kijken naar de veranderingen in hoeveelheid

Examen: belangrijk → je berekent de BBP voor een bepaalde periode, PER JAAR

Voorbeeld:

− Basisjaar moet gegeven zijn (vb. 2000)
− Elk jaar verder werken met de prijs van het basisjaar
− Reële BBP berekenen: aantal auto's * in elk jaar met
een gemeenschappelijke prijs



Notatie:
 Nominaal BBP = BBP in dollars of BBP in lopende dollars
 Reëel BBP = BBP in termen van goederen, BBP in constante dollars, BBP gecorrigeerd voor inflatie of BBP in
dollars van 2000
 BBP verwijst naar het reële BBP → Yt staat voor het reële BBP in jaar t.
 Nominaal BBP wordt aangeduid met een dollarteken ervoor: $Yt.
 BBP: grote bedragen → miljarden (billions) en biljoenen (trillions)


Voorbeeld:

− Basisjaar = het snijpunt van de 2 grafieken
− Vóór 2000: reëel BBP > nominaal BBP
− Na 2000: nominaal BBP > reëel BBP
− Interpretatie → logisch, want de prijzen stijgen elk
jaar meer



3

, Nominale en reële bbp:
▪ Reëel BBP per hoofd van de bevolking = de verhouding tussen het reële BBP en de bevolking van het land.
▪ Groei van het BBP is gelijk aan:
Yt BBP nu & Yt-1 BBP vorig jaar

o Periodes van positieve BBP-groei: expansies (uitbreiding) BBP = indexcijfers → hangt af van het
o Perioden van negatieve BBP-groei: recessies basisjaar dat er gekozen is → dus
o Verenigbaarheid van: vergelijking tussen landen niet mogelijk
▪ hoog BBP (per hoofd) met langzame groei: Japan
Groei BBP kan je wel vergelijken over
▪ laag BBP (per hoofd) met snelle groei: China
landen


Voorbeeld:

− Bereken de nominale en
reële jaarlijkse groei van het BBP in
dollars van 2000
− Grote verschillen in groei
nominale en reële waarde
− Nominale waarde = prijs- en hoeveelheidswijzigingen
− Reële waarde = enkel prijswijzigingen


− Sinds 1960, de Amerikaanse economie:
expansies onderbroken door korte recessies
− 1929: Wall street crash → grote depressie
− De recessie van begin jaren '90 was een
economische recessie die een groot deel van de
wereld trof
▪ Op zwarte maandag van 19 oktober 1987
stortte de Dow Jones in (-22,6%)
▪ 1990: begin Golfoorlog → piek in olieprijzen
− 2001: recessie: aanslag Twin Towers NY
− 2009: recente en grootste recessie




2.2 DE ANDERE MACRO-ECONOMISCHE VARIABELEN

BBP: de belangrijkste macro-economische variabele → welzijn
▪ Opmerking: welvaart (zegt het BBP iets over) ≠ welzijn (zegt het BBP niets over)
▪ Gemiddelde welvaart ≠ verdeling welvaart (= welzijn)

Twee andere variabelen vertellen ons hoe een economie presteert:
▪ Werkloosheidspercentage
▪ Inflatie

BBP per hoofd van de bevolking (welvaart / aantal inwoners) → meet de gemiddelde levensstandaard (S.O.L.).

4

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
cedrinestevens1 Universiteit Hasselt
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
19
Lid sinds
4 jaar
Aantal volgers
6
Documenten
46
Laatst verkocht
1 maand geleden

5,0

1 beoordelingen

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen