Economie van de diergezondheidszorg
LES 1 (04/04/19)
De rol van dieren in de maatschappij
Niet omdat je je afsluit van alle systemen (bv. geen leer dragen, veganist zijn, geen
kledij met wol…) dat je via economische reflex niet mee zit in het systeem (door
concurrentie voor dezelfde voedingsstoffen).
Dieren als voedselbron, gezelschapsdier, lastdier, investering…
Dieren vormen steeds een bron van voordeel (welzijn) voor mensen (ook
gezelschapsdieren!!)
De rol van dieren in de maatschappij is niet statisch!!
bv. vroeger: hond als lastdier en nu: hond in kar achter fiets
maatschappelijke context gaat situatie van dieren beïnvloeden
bv. welvarend België: welzijn van dieren is heel belangrijk vroeger: meer belang aan
familie eten kunnen geven dan aan welzijn dier
- dieren vormen een fundamenteel onderdeel van de maatschappij
- ze vervullen verschillende doelen afhankelijk van omstandigheden
- de rol van dieren is niet statisch en wordt sterk beïnvloed door ruimte en tijd
De rol v/d dierenarts in de maatschappij
(vanuit een economisch perspectief)
- DA helpen ervoor te zorgen dat dieren die we houden een niveau van gezondheid
en welzijn hebben dat in overeenstemming is met de verwachtingen v/d
maatschappij
- ze doen dit door te werken voor verschillende groepen in de maatschappij en door
verschillende rollen te vervullen
- DA zijn een middel door maatschappij ingezet, met diverse doelen, die door de
maatschappij worden gewaardeerd (verwachten dan ook dat we iets terugdoen)
- helpen veehouders om meer output te realiseren
- helpen diereigenaren om hun gezelschapsdieren gezond en gelukkig te houden
- helpen voedselveiligheid en voedselzekerheid garanderen
- helpen dierenwelzijn te garanderen
- helpen nationale populatie te beschermen
- helpen gezondheid en prestaties van sport en recreatiedieren te garanderen
- helpen bij het instant houden van (zeldzame) wilde dieren
verschillende dierenartsen hebben verschillende functies
Cliënten v/d DA
- private diereigenaren
o gezelschapsdieren, sport dieren, voedselproducerende dieren
- bedrijven
o mengvoeder fabrikanten, retailers (bv. Delhaize, Colruyt), verzekeringen,
voedingsindustrie
- overheidsinstellingen
o FAVV, FAGG…
verschillende klanten hebben verschillende verwachtingen (je gedrag tegenover
verschillende klanten is ook anders)
1
,DA zijn geen economisten
- diereneigenaren begrijpen
- economische impact van ziekten begrijpen
- economische impact van adviezen begrijpen (weten als het een economisch
irrealistisch voorstel is bv. breken bedrijf af en bouwen helemaal nieuw bedrijf)
DA en economie
- economische consequenties begrijpen
- curatieve therapieën, bedrijfsgezondheidsprogramma’s, zoeken naar evenwichten
tussen maximale preventie en minimale kosten
bv. biggen vaccineren voor PCV2 kost 50 000 euro, maar veel meer groei per dag,
minder voeding nodig wat 150 000 euro gaat opleveren goed onderzoek doen!
- veehouder / eigenaar draagt voor- en nadelen van een beslissing (heeft
eindbeslissing)
- dierenarts moet bijdragen aan beslissingsproces
o ziekteniveau bepalen, economische impact inschatten,
verbetermogelijkheden beschrijven, toegevoegde waarde tonen
Wat is economie
Economie = sociale wetenschap die de keuzes bestudeert die mensen, ondernemingen,
overheden en ganse maatschappij maken wanneer zij geconfronteerd worden met
schaarste en stimuli die hun keuzes beïnvloeden
economie opgedeeld in:
- Micro-economie
- Macro-economie
Economie = wetenschap van de keuzes (en haar consequenties)
Economische vragen ontstaan omdat mensen meer willen dan ze kunnen krijgen
- schaarste = onmogelijkheid om aan alle behoeften te voldoen
- door schaarste moeten we keuzes maken
- keuzes hangen af van stimuli
o beloning of bestraffing
Micro-economie = studie v/d keuzen die individuen en ondernemingen maken, hoe
deze keuzes interageren in markten en hoe overheden een invloed kunnen hebben op die
keuzes
bv. veehouder kiest vaccineren of niet vaccineren
Macro-economie = studie v/d effecten v/d gemaakte keuzes op de nationale en globale
economie
bv. veehouders die beslissen om al dan niet PCV2 te vaccineren maken mee een keuze
als de ziekte uit ons land zal verdwijnen of niet
2 grote economische vragen
1. Wat, hoe en voor wie goederen en diensten geproduceerd?
Wat? producten = goederen en diensten
- wat + hoeveel we produceren evolueert mee met tijd
- technologische ontwikkelingen meer produceren
bv. vroeger koe: 6000 L melk en nu: 9000-10 000 L melk
- rijke, geïndustrialiseerde landen: vnl. diensten maakindustrie (vnl. goederen)
- wat en hoeveel produceren beïnvloed door economie
- vraaggedreven economie geen aanbodgedreven economie !!
o bv. aanbod: zoveel auto’s gemaakt en jullie moeten ze maar kopen
werkt niet
2
, o bv. vraag: vraag voor x aantal auto’s, dus aanbod hieraan aanpassen
- bedrijven moeten mee evolueren bv. boer die witblauw kweekt zal iets anders
moeten kweken indien hier geen vraag meer naar is
Hoe? door productiemiddelen / productiefactoren (4)
- arbeid: arbeidstijd en inspanningen
- kapitaal: gereedschap, machines, uitrusting, kennis
- grond(stoffen): natuurlijke hulpbronnen
- ondernemerschap: menselijke factor die organiseert (durf vaak nodig)
Voor wie? wie goederen / diensten zal aankopen hangt af van inkomen persoon /
onderneming
- arbeid loon
- kapitaal interesten
- grond(stoffen) huur / pacht
- ondernemerschap winst
2. Wanneer komt uit eigenbelang gemaakte keuze ook maatschappelijk (algemeen)
belang ten goede?
- eigenbelang = best mogelijke keuze voor uzelf
- maatschappelijk belang = keuze die resulteert i/d beste uitkomst voor de
maatschappij
- eigenbelang en maatschappelijk belang lopen soms gelijk, maar soms ook niet
Maatschappelijk belang wordt gediend als:
- iets efficiënt verloopt = een situatie die niet kan verbeterd worden
- er een ‘eerlijke’ verdeling is
bv. appelbedrijf: werknemers: 10 euro, bedrijf: 100 000 euro / jaar
evolutie naar 11 euro en 10 000 000 euro / jaar puur economisch is
efficiëntie verhoogd, maar WN 10 % vooruit en bedrijf 100 % : geen eerlijke
verdeling
vraagstukken over ‘maatschappelijk belang’ zijn moeilijk en creëren veel discussie
De economische manier van denken
Economische manier van denken plaatst schaarste en gevolgen ervan, evenals keuzes
centraal
Iedere keuze is een afweging: iets opgeven om iets anders te kunnen krijgen
Wat-afwegingen:
- welke producten of diensten aan te kopen (personen)
- waaraan belastingontvangsten spenderen (overheden)
- wat te produceren (bedrijven)
Hoe-afwegingen:
- kiezen tussen alternatieve productie technieken (bedrijven)
o bv. bio-productie
Voor wie-afwegingen:
- produceren voor lokale markt of export?
Keuze afwegen van opbrengsten (baten) en kosten
- opbrengst = het voordeel of plezier wat iets oplevert (niet altijd geld + sterk
beïnvloed door persoonlijke voorkeur)
3