Racisme en discriminatie
Diversiteit = mix van verschillen tussen mensen, groepen, gemeenschappen, samenleving.
Voorbeeld = geslacht, cultuur, hobby’s …
Solidariteit = helpen van andere mensen vanuit een gevoel van saamhorigheid en
verbondenheid zonder dat hier onmiddellijk tegenprestatie tegenover staat.
Voorbeeld = goed doel steunen
Reëel oordeel = werkelijk, oordeel dat gebaseerd is op objectieve feiten.
Voorbeeld = elektrische fietsen zijn duurder dan niet-elektrische fietsen
Stereotiep oordeel = vastgeroest en simplistisch beeld over een groep mensen dat niet
gebaseerd is op feiten. Deze worden vaak gevormd door culturele invloeden, media,
persoonlijke ervaringen, en kunnen leiden tot vooroordelen en discriminatie.
Voorbeeld = nieuwe collega uit Italië, die zal waarschijnlijk wel veel pizza en pasta eten
Vooroordeel = negatieve houding of gevoel ten opzichte van een persoon of groep, gebaseerd
op stereotiepe oordelen, zonder daadwerkelijke kennis of ervaring.
Voorbeeld = nieuwe collega uit Italië gaat veel te laat komen, dit oordeel is gemaakt zonder dat
je die persoonlijk hebt ontmoet.
Discriminatie = ongelijke behandeling van mensen op basis van kenmerken zoals ras,
geslacht, leeftijd, religie of nationaliteit.
Voorbeeld = nieuwe collega uit Italië minder uitdagende taken geven gebaseerd op
vooroordeel.
Ideologie = geheel van ideeën over hoe een ideale samenwerking eruit zou zien, hoe mensen
in zo’n samenleving met elkaar omgaan en hoe je mogelijk tot zo’n ideale samenleving zou
komen.
Ongelijkheid = niet iedereen wordt als even belangrijk gezien in de samenleving.
- Sociale ongelijkheid = ongelijke verdeling over personen en groepen van zaken die
belangrijk worden geacht in een samenleving, en de ongelijke waardering en behandeling
van personen, vanwege hun maatschappelijke positie en leefstijl. Rechten en plichten zijn
hier niet gelijkelijk verdeeld.
- Economische ongelijkheid = verschil in inkomen en rijkdom tussen verschillende
groepen mensen.
- Rassenongelijkheid/rassensegregatie = onderscheid op basis van etniciteit, leidt vaak
tot discriminatie en racisme.
, Racisme
Geschiedenis racisme Amerika: vroeger werden 400.000 afrikanen overgeplaatst naar Amerika
om daar slaaf te zijn. Dit zorgde ervoor dat er nu 44 miljoen African Americans daar wonen.
Slavernij werd afgeschaft maar dit betekende niet het einde van het racisme. Zwarten mochten
geen onderwijs meer krijgen, werden uit wijken geplaatst en werden ontnomen van hun recht
om te stemmen. Nu blijft er een grote kloof tussen zwart en blank. Ze hebben beiden schrik van
elkaar en de vele wapens in dit gebied helpt hier ook niet bij.
RACISME
= opvatting dat mensen met een bepaalde huidskleur beter zouden zijn dan mensen met een
andere kleur, gebruikt als rechtvaardiging om mensen met een andere kleur slecht te
behandelen. Dit leidt tot discriminatie en vooroordelen op basis van ras.
Voorbeeld = een werkgever weigert iemand aan te nemen enkel omdat die persoon een
bepaalde huidskleur heeft.
Niet-intentioneel racisme Structureel of institutioneel Historisch racisme
racisme
= racisme dat plaatsvindt = vorm van racisme waarbij = racisme ontstaan door de
zonder bewuste intentie om bepaalde bevolkingsgroepen geschiedenis van een
te discrimineren, vaak door systematisch uitgesloten en bepaald gebied waardoor er
onbewuste vooroordelen. gediscrimineerd worden op haat gevormd is naar
Voorbeeld = klas indelen in basis van nationaliteit, mensen uit Afrikaanse
twee groepen, een etniciteit (ras), huidskleur of afkomst. Dit uit zich in de
muziekgroep en een afkomst vorm van een gevoel van
dansgroep, de zwarte superioriteit gebaseerd op de
meisjes worden in de geschiedenis van slavernij en
dansgroep geplaatst want dat de kolonisatie, waaruit
is typisch aan hun cultuur. stereotypen en vooroordelen
voortvloeien.
Rassentheorie = samenhangende gedachten waarin mensen door afstamming kunnen worden
ingedeeld in grote groepen met verschillende soorten uiterlijke kenmerken (“ras”) en waarin die
indeling van belang is voor de manier waarop mensen samenleven.
Colorisme = vooroordeel of discriminatie binnen een ras op basis van huidskleur. “Hoe lichter
de huid, hoe beter.”
‘Blank’ versus ‘wit’ = blank wordt afgeraden om te gebruiken om een huidskleur aan te
duiden. Hierbij wordt er verondersteld dat andere huidskleuren bevlekt zijn. Daarom wordt blank
vervangen door wit, wit is neutraler.
White saviour complex = wanneer een witte persoon zich voordoet als redder van mensen
van kleur, vaak op een manier die neerbuigend of zelfvoldaan is.
Voorbeeld = witte persoon reist naar Afrika om mensen te “helpen” maar doe dit op een manier
die de lokale bevolking als hulpeloos afbeeldt.
21