BABY PEUTER KLEUTER
MOTORISCH 5 fasen: - Fundamentele bewegingsactiviteiten - Kwalitatieve veranderingen in
(grote - Kijkstadium (0 – 3 m), Grijpstatdium (3 – 6 m) - Zelfstandigheid en zelfredzaamheid bewegingsactiviteiten
individuele Zitstadium (6 – 9 m), Kruipstadium (9 – 12 m), - Middagdutje - Vorderingen fijne motoriek
verschillen) Loopstadium (12 – 15 m) - Zindelijkheidstraining - Duidelijke handvoorkeur
TEKENEN Ongericht krabbelen (1 jaar) Beheerst krabbelen Benoemen en betekenisgeven aan krabbels
- Waaiervormige krassen, krabbels en cirkels - Geometrische figuren - Toevallig realisme, Mislukt realisme,
- bewegingsspel - bewegingsspel Verstandelijk realisme, Visueel realisme
- Noodzakelijk voor ontwikkeling - tekenen voor plezier
PERCEPTUEEL Perceptuele gevoeligheid verbetert snel voorwerp herkennen met ander zintuig dan waarmee het Waarnemen: wordt nauwkeuriger
eerst werd waargenomen. - details
2 soorten reacties op prikkels: - scherp en gedifferenteerd)
- oriënterende respons, defensieve respons Waarnemen: steeds gedetailleerder en wordt beïnvloed
door psychologische-emotionele factoren
COGNITIEF sensori-motorisch stadium (zintuiglijk en Pre-operationeel stadium (18 à 24 m) onsystematisch en Pre-operationeel stadium (18 à 24 m)
o.a. Piaget motorisch handelen) onlogisch denken onsystematisch en onlogisch denken
- denken = handelen Nieuwe mogelijkheid: mentaal voorstellen, beginnend Nieuwe mogelijkheid: meer onderscheid
- via zintuigen, motoriek en beweging symbolisch denken, anticiperen, zelfbeeld tussen fantasie en werkelijkheid, tijdsbesef,
Onderscheid: preconceptueel denken en intuïtief denken sociocentrisch denken, verbetering
kind construeert zijn kennis geheugen
- adaptie: assimilatie, accommodatie Denkfouten: Centratie van het denken, Niet in staat tot
- equilibratie reversibel denken, Statisch-gericht denken, Egocentrische
instelling, Niet kunnen onderscheiden van deel en geheel
oudere baby: ontstaan zelfbesef en
objectiepermanentie Verwarring tussen fantasie en werkelijkheid:
Antropomorfisme of animisme, Fysionomisch
waarnemen, Artificialisme, Finalisme, Verbanden op
onlogische en soms irrationele gronden, Magisch denken
SEKSUEEL Freud – Orale Fase - Pregnitaal niveau Freud – anale fase Freud - fallische fase
o.a. Freud - mond is centrale lustzone (zuigen = - anale zone staat centraal - narcistische fase (pronken)
lustbevreding) - zindelijkheidstraining (stoelgang op potje = - oepidale fase: partnerwens in
- bevredigen basisbehoeften en zintuigen lustbeleving) relationele driehoeksstructuur
- auto-erotisch gedrag = bewust herhalen van - experimenteren met afgrenzingen o grenzen, toekomstperspectief,
wat goed voelt (vanaf 1 jaar) seksuele nieuwsgierigheid
behoeften: lichamelijk contact en zintuiglijk genieten,
zich vuil maken
SOCIAAL- Sensitieve responsiviteit veilige vs onveilige Bewust van zichzelf Gehechtheidsgedrag neemt af