Hierin staan 435 oefenvragen. Deze bestaan uit 398 multiple choice vragen en 37 juist-onjuist vragen. Ze zijn allemaal AI-gegenereerd. Hierdoor zaten er ook slechte vragen tussen, en zul je zien dat de vraagnummers niet helemaal kloppen. Als de vraag verwijst naar ‘de tekst’ wordt hiermee mijn ...
Hieronder staan 435 oefenvragen. Deze bestaan uit 398 multiple choice
vragen en 37 juist-onjuist vragen. Ze zijn allemaal AI-gegenereerd.
Hierdoor zaten er ook slechte vragen tussen, en zul je zien dat de
vraagnummers niet helemaal kloppen. Als de vraag verwijst naar ‘de
tekst’ wordt hiermee mijn samenvatting van dit vak bedoelt. Je zult ook
zien dat de vragen heel erg verschillen qua moeilijkheidsgraad. Ik ga
ervanuit dat deze makkelijker zijn dan het tentamen zelf, maar alsnog
heel nuttig om jezelf te overhoren. Als het goed is zitten er nu alleen nog
maar goede kloppende vragen in, als dat niet zo is hoor ik het graag!
Succes met leren :)
1. Wat zijn de twee soorten gedragspaden die worden genoemd in de
tekst?
A. Overt pathways en Covert pathways
B. Interne pathways en Externe pathways
C. Zichtbare pathways en Onzichtbare pathways
D. Directe pathways en Indirecte pathways
3. Wat is een criterium voor het definiëren van abnormaliteit volgens de
tekst?
A. Gemiddelde gedrag
B. Aanhoudend gedrag
C. Normaal gedrag
D. Verwacht gedrag
5. Welk geslacht lijdt volgens de tekst sneller aan internaliserende
stoornissen?
A. Beide even snel
B. Vrouwen
C. Mannen
,D. Geen van beide
8. Wat is een voorbeeld van externaliserende stoornissen volgens de
tekst?
A. Angststoornis
B. Depressie
C. ADHD
D. Eetstoornis
9. Wat wordt genoemd als een vorm van gedrag dat niet heel goed
zichtbaar is volgens de tekst?
A. Zichtbare pathways
B. Covert pathways
C. Directe pathways
D. Indirecte pathways
17. Wat is een ontwikkelingsstoornis volgens de tekst?
A. Gedrag dat altijd past bij het ontwikkelingsniveau van het kind
B. Gedrag dat past bij het ontwikkelingsniveau van het kind
C. Gedrag dat niet meer past bij het ontwikkelingsniveau van het kind
D. Gedrag dat niet relevant is voor het ontwikkelingsniveau van het kind
18. Wat is een belangrijk aspect van ontwikkelingspsychopathologie
volgens de tekst?
A. Het is divers en ingewikkeld
B. Het is eenvoudig en oppervlakkig
C. Het is voorspelbaar en saai
D. Het is onbelangrijk en irrelevant
,19. Wat wordt gezegd over therapeutische interventies en behandelingen
in de tekst?
A. Ze zijn maar deels effectief en symptomatisch
B. Ze bestrijden de oorzaken van stoornissen
C. Ze zijn altijd volledig genezend
D. Ze zijn goedkoop en niet ingrijpend
20. Wat wordt genoemd als een uitdaging bij interventies volgens de
tekst?
A. Ze zijn goedkoop en niet ingrijpend
B. Ze zijn duur, indringend en niet altijd wetenschappelijk onderbouwd
C. Ze zijn allemaal wetenschappelijk onderbouwd
D. Ze zijn volledig genezend
21. Wat zijn de vijf contexten die je moet meenemen bij elk individu
volgens het algemeen ontwikkelingsframework?
A. Slechts individuele context
B. Alleen biologische context
C. Biologische, individuele, familie, sociale en culturele contexten
D. Sociale en culturele contexten
22. Wat wordt bedoeld met het microsysteem in het ecologische en
transactionele model?
A. De directe omgeving zoals ouders, relaties, vrienden, familie
B. De interacties tussen individu en microsysteem
C. De invloed van de buurt
D. Het gesprek tussen ouders
23. Wat is de kern van het ecologische en transactionele model volgens
Sameroff & Bronfenbrenner?
A. De interacties tussen individu en microsysteem
, B. De directe omgeving
C. Het individu en de biologie
D. De invloed van leeftijdsgenoten
24. Wat wordt genoemd als onderdeel van het mesosysteem in het
ecologische en transactionele model?
A. De interacties tussen individu en microsysteem
B. De directe omgeving zoals ouders, relaties, vrienden, familie
C. De invloed van leeftijdsgenoten
D. Het gesprek tussen ouders
25. Hoeveel procent van de opgroeiende jongeren heeft volgens de tekst
een ontwikkelingsstoornis?
A. 15-20%
B. 30%
C. 5%
D. 50%
26. Wat wordt gezegd over de kennis van etiologie en pathofysiologie van
stoornissen in de tekst?
A. Er is veel bekend
B. Er is geen kennis over
C. Er is nog weinig bekend
D. Er is volledige kennis over
27. Wat is een kritiekpunt op het Bronfenbrenner model met betrekking
tot de invloed van biologische en cognitieve factoren?
A. De invloed van biologische en cognitieve factoren wordt overschat.
B. Biologische en cognitieve factoren hebben geen invloed op het model.
C. De invloed van biologische en cognitieve factoren wordt onderschat.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jannemanders. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,99. Je zit daarna nergens aan vast.