TMC II: Afval
1. Soorten afvalstoffen
Definitie
Volgens materialendecreet: elke stof of elk voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is
zich te ontdoen of zich moet ontdoen.
Een afval stof voor het ene bedrijf is dat daarom niet voor de andere.
Duurzaam omgaan met afval, materialen en grondstoffen
De ladder van Lansink (de Vlaamse Prioriteitenladder):
1. Preventie (voorkomen)
2. Hergebruik (reparaties)
3. Recyclage (materialenkringlopen sluiten)
4. Nuttige toepassing (energieterugwinning en materialen als energiebron)
5. Verwijderen (storten laatste optie)
Soorten afvalstoffen
Afvalstoffendecreet (Art. 22) deelt afval in:
- Huishoudelijke afvalstoffen (verantwoordelijkheid van de gemeente)
- Bedrijfsafvalstoffen (verantwoordelijkheid van de bedrijven zelf: door erkende verwerkers of
verzamelaars)
• Gevaarlijke afvalstoffen (aangeduid met *)
• Bijzondere afvalstoffen (afgewerkte olie, medisch afval, KGA, …)
• Gemengd, stedelijk afval
Soorten volgens samenstelling
Zure anorganische Mengsels van anorganische zuren, verdunde anorganische zuren,
afvalstoffen in oplossing zure oplossingen met kationen van zware metalen, …
Alkalische anorganische Mengsels van anorganische basen, verdunde anorganische
afvalstoffen in oplossing hydroxiden, CN-houdende oplossingen, …
Halogeenarme organische Vloeibare halogeenarme organische stoffen, oliehoudende
afvalstoffen vloeistoffen voor verbranding of recuperatie, olie-water emulsies, ..
Halogeenrijke organische Vloeibare of vaste halogeenrijke organische afvalstoffen
afvalstoffen
Diverse Bestrijdingsmiddelen, zouten, spuitbussen, batterijen, …
Onbekende
Belangrijk voor de verwerkingsmethode en -kost.
1
,Soorten volgens aggregatietoestand
- Vast
- Vloeibaar
- Pasteuze afvalstoffen (kleverig)
- Gasvormig
- Poedervormig
Soorten volgens behandelingswijze
- Inert (moeilijk aantastbaar, reageert niet; vb steen, keramische materialen, asbest, …)
- Brandbaar
- Composteerbaar (biologisch afbreekbaar)
- Recyclebaar (vb: metalen)
- Herbruikbaar
2. Parameters die een afvalstof kenmerken
Fysische parameters
Parameters worden gemeten op de vaste afvalstof of op het eluaat (water dat in contact is geweest
met het afval en waarin bepaalde stoffen zijn opgelost zodat het water van kwaliteit is veranderd).
Verbrandingswaarde (MJ/kg)
Verbrandingswarmte = calorische bovenwaarde (HS): de hoeveelheid warmte die vrijkomt bij
volledige verbranding van de afvalstof in de lucht, met condensatie van het gevormde water.
Stookwaarde = calorische onderwaarde (HI): de hoeveelheid warmte die vrijkomt bij volledige
verbranding van de afvalstof in de lucht, zonder condensatie van het gevormde water.
Praktisch belang:
- Bepaalt of de afvalstof aangewend kan worden als secundaire brandstof (ter vervanging van
fossiele brandstoffen).
- Bepalen van het zelfonderhoudend vermogen van de verbranding.
Het calorisch vermogen wordt bepaald in een adiabatische (= zonder warmteuitwisseling met de
omgeving) calorimeter.
Steekvastheid (inwendige afschuifspanning)
Steekvastheid van de afvalstof = slib: de maat voor de stortbaarheid van een afvalstof.
Vintestmethode (N/m²): een schroef die weerstand ervaart en daardoor harder of zachter draait
(belangrijk om te weten waar het afval gestort kan worden voor stabiliteit).
2
,Droge stof (DS) – asgehalte – gloeiverlies
Droge stof gehalte: totale afvalstof verminderd met de aanwezige hoeveelheid water. Afvalstof laten
drogen (in droogoven) bij 105 °C tot constant gewicht. Wordt uitgedrukt in mg/l en bestaat uit
anorganische en organische componenten.
Asgehalte: droge stof verhitten tot 650 °C en bevat enkel de anorganische fractie. Uitgedrukt in mg/kg
Gloeiverlies: verschil tussen droge stof en asgehalte; bevat de organische fractie. Uitgedrukt in mg/kg
Praktisch belang:
- Toegelaten wordt op stortplaats of na behandeling gebruik kan worden als grondstof.
- Bij verbranding in cementovens komt de asrest terecht in het eindproduct (klinkers) en
bepaalt dus belasting van de verbrandingsoven.
Vlampunt
Het ontvlammingspunt is de laagste temperatuur waarbij zich boven de vloeistof een bepaalde
hoeveelheid damp ontwikkelt dat deze met de aanwezige lucht een ontvlambaar mengsel vormt.
De temperatuur waarbij een mengsel van lucht en damp van een vloeistof bij een druk van 1
atmosfeer (normale luchtdruk) ontbrandt in aanwezigheid van een kleine energiebron (vonk).
Praktisch belang:
- Aanduiding brandgevaar
- Belangrijk voor opslag, transport en de verwerking van de afvalstof
- Bepaalt de aan- of afwezigheid van solventen in de afvalstof
Elektrische geleidbaarheid
Een parameter die de geschiktheid van een materiaal om de stroom door te laten aanduidt; de
hoeveelheid ionen in oplossing. (per definitie het omgekeerde van weerstand: G = 1/R)
Wordt gemeten door een geleidbaarheidsmeter waarin een temperatuursensor aanwezig is
(geleidbaarheid is afhankelijk van temperatuur). Uitgedrukt in Siemens (S of /Ohm).
Praktisch belang: bepalen van de hoeveelheid uitloogbare stoffen in de afvalstof (is de afvalstof
toegelaten op een stortplaats of niet).
Uitlooggedrag
Onttrekken door water (gedemineraliseerd water) van oplosbare componenten uit de afvalstof (oa
van zware metalen kan dit aanleiding geven tot ernstige verontreiniging).
Praktisch belang: bepaald of een afvalstof toegelaten wordt op de stortplaats.
3
, Chemische parameters
pH = zuurtegraad
Gemeten bij vloeibare afvalstoffen of van het eluaat bij vaste afvalstoffen. Is bepalend voor het al dan
niet toepassen van een voorafgaande neutralisatie.
Metalen
Metalen kunnen voorkomen:
- In oplossing als ion
- Als complex ion
- Als onoplosbare verbinding (neerslag)
- Als organometaalverbinding (vb: CH3MgCl : methylmagnesiumchloride)
Belangrijke metalen: lood, cadmium, chroom, koper, nikkel, kwik
Praktisch belang:
- Toegelaten op stortplaats (concentratie moet lager dan een bepaalde waarde liggen)
- aanvaarding voor verbranding (teveel natrium en kalium zijn schadelijk voor de vuurvaste
bekleding van ovens en veranderen de uithardingseigenschappen van cement).
- giftigheid afvalstof bepalen
Organohalogeenverbindingen
EOX = extraheerbare verbindingen: (vb: chloorhoudende solventen, PCB’s, Cl-pesticiden,
broomhoudende vlamvertragers, …) kunnen met een organisch extractiemiddel uit de afvalstof
verwijderd worden
AOX = adsorbeerbare verbindingen: vb actieve kool die zich hecht op een vloeistof
VOX of POX = purgeerbaar/purgeable: vluchtige organische halogeenverbindingen
Gechloreerde oplosmiddelen worden veel gebruikt omwille van hun ontvlambaarheid, oa in: verven,
als droogreinigingsmiddel, in de lakindustrie, als ontvettingsmiddel voor metalen, …
Praktisch belang:
- bepaalt of een afvalstof toegelaten wordt op de stortplaats
- verbrandingsvoorwaarden (organohalogeenverbindingen geven aanleiding tot
halogeenverbindingen in rookgassen en spelen belangrijke rol bij vorming van dioxinen
- giftigheid
Organische oplosmiddelen of solventen
Organische stoffen met een dampdruk van 0.133 kPa of hoger, bij 293K.
Soorten:
- KWS-oplosmiddelen (vb: benzine, benzeen, tolueen, white spirit, …)
4