Examenvragen Rassenleer
1. Geef de domesticatie van het paard.
3500V.C.: Domesticatie in Zuid-Oekraïne
2000V.V.: 1ste bereden paard in Mesopotamië
2. Geef alle manieren van leeftijdsbepaling bij het rund.
• Gerlachse zoom
• Terugtrekken tandvlees
• Stompje navelsteng
• Klauwen
• Aanleg en groei hoornen
• Ringen op de hoornen van een vrouwelijk dier
• Tanden:
o Tanderuptie melktanden
o Slijtage melktanden
o Tandwisseling
o Slijtage snijtanden
3. Geef de aftekeningen en haarwervels bij het paard.
Aftekeningen:
• Hoofd:
o Kol
o Bles
o Sneb
• Ledematen:
o Zoom
o Sokje
o Sok
o Grote sok, witvoet
o Half gelaarsd, grote witvoet, half witbeen
o Gelaarsd, witbeen
o Hoog gelaarsd, hoog witbeen
Haarwervels:
• Dubbele
• Enkele:
o Met centrum:
▪ Convergerend
▪ Divergerend
o Veervormig:
▪ Kringstreepwervel
▪ Streepwervel
o Ruitvormig
J.V.P.
,4. Geef de verschillende types van jachthonden.
• Terriërs
• (Teckels)
• Lopende honden & zweethonden
• Staande honden
• Apporteer-, water- en opstoothonden
• Windhonden
5. Geef de verschillen in kenmerken van halfbloeden, koudbloeden en
volbloeden in functie van hun gebruik.
• Volbloed: volbloed paard, vluchter renpaard
• Koudbloed: landbouwtuigpaard, licht-halfzwaar-zwaar trekpaard, pony
• Half-/ warmbloed: harddraver renpaard, telganger renpaard, jachtpaard, wandel- en
zadelpaard, tuigpaard, dressuurpaard, jumpingpaard, legerpaard
6. Alles over de uier en tepels van de koe.
Uier
• Voldoende groot
• Uitzetbaarheid van belang
• Zoveel mogelijk klierweefsel
• Lang, breed, diep, vierkant en goed aangehecht
• 4 kwartieren met elk 1 speen
• Uierindex: 44-46%
• Normale uiervormen:
o Doosuier:
▪ Zeer lang en breed
▪ Hoekige vorm
▪ Bij gespecialiseerd melkvee
o Kogeluier:
▪ Minder lang
▪ Bolle vorm
▪ Bij dubbeldoelrassen
• Afwijkingen:
o Normale uierindex, maar te kleine melkhoeveelheid
▪ Wilduier
▪ Vet- of vleesuier
▪ Spitse uier
▪ Hanguier
o Abnormale uierindex
▪ Scheve uier
▪ Onkant uier
▪ Buikuier
▪ Schenkeluier
▪ Geitenuier
▪ Gespleten uier
J.V.P.
,Spenen
• Tepelkanaal eindigend op slotgat omgeven door tepelsfincter (bepaalt maximale
)melksnelheid-
• Slotgatopening
o Plat
o Bordvormig
o Rond tot spits
o Trechtervormig
• Vereisten
o Speenplaatsing: Ver genoeg uit elkaar
o Voldoende lang
o Voldoende groot
o Loodrecht naar beneden gericht
• Afwijkingen
o Driespeen, tweespeen
o Bijtepels
o Vleestepels
o Potloodtepels
o Bolvormige tepel
o Flesvormige tepel of windtepel
o Geitenspeen
o Versmolten tepels
o Steekspeen
o Tepelrozet
7. Geef de domesticatie van het rund en verspreidingsbewegingen.
6000-4000V.C.: Domesticatie in Indië, Klein-Azië, Egypte
Start verspreiding in Indië.
• Korthoornige: Klein-Azië → Oostkust van Afrika
o Noord-Afrika → West-Europa & Golf van Guinea
• Langhoornige: Egypte → Centraal-Afrika
8. Geef de normale standen van een paard, de criteria voor die normale standen
en alle standafwijkingen.
Normale standen
• 2 passief staande voorste en beurtelings 1 actief staand achterbeen, de andere in rust.
o Steunvlak is een gelijkbenige driehoek
o Natuurlijke stand
• Vierkant staan
o Steunen op 4 benen
o Gedwongen stand
J.V.P.
, Standafwijkingen
• Gestrekte stand vooraan/achteraan
• Onder zich staan vooraan/ achteraan
• Wijd in de voorbenen/achterbenen
• Nauw in de voorbenen/ achterbenen
• Bodemwijd
• Bodemnauw
• Franse stand
• Vlaamse stand
• X-benen
• O-benen
• Holle knieën
• Steil gekoot
• Bokbenig
• Sabelbenig
• Koehakkig
9. Geef alle aspecten van de wolproductie bij het schaap.
• Belangrijke tak in de schapenhouderij
• Wol is niet verdrongen door kunstvezels, door:
o Thermisch, isolerend vermogen
o Lichtheid om te dragen
o Sterkte
o Duurzaamheid
o Spinbaarheid
o Soepelheid
o Mengbaarheid met allerhande kunstvezels
o Bestandheid tegen brand
o Grotere prijsstijging van alle bijproducten
• Wol is een stappelproduct
• Wolkwaliteit: lengte, fijnheid, uniformiteit van vezeldiameter, krulvormig,
breedsterkte, kleur, zuiverheid, zachtheid, veerkracht
• Wolvlies
10. Definieer de productieparameter bij het varken.
J.V.P.