Het is een samenvatting van college 3 waar de powerpoint in verwerkt wordt samen met de lesnotities. De artikelen worden ook steeds duidelijk aangeduid in kleur.
Les 3: verbintenissenrecht
Geldigheidsvereisten
Geldigheid van een contract
Art. 5.27 lid 1 BW: “Voor de geldigheid van een contract moeten de volgende vereisten vervuld zijn:
1° de vrije en bewuste toestemming van elke partij;
2° de bekwaamheid van elke partij om contracten aan te gaan;
3° een bepaalbaar en geoorloofd voorwerp;
4° een geoorloofde oorzaak”.
- Geldigheid is te beoordelen op het ogenblik van het sluiten van de overeenkomst/contract (art. 5.27 lid 2 BW)
De sanctie is de nietigverklaring voor een gebrek bij het sluiten van een contract
Art. 1.2 laatste lid BW: De wettigheid/geldigheid wordt in principe beoordeeld aan de wet die van toepassing is op het
moment van het sluiten van get contract (vb: als men nu een contract sluit is het contract onderworpen aan de nieuwe
regels van boek 5 <—> als men een contract vorig jaar sloot dan is dat onderworpen aan de oude regels)
MAAR de regels van openbare orde en dwingend recht zijn doorgaans onmiddellijk van toepassing tenzij er wordt vanaf
geweken
UITZ: bij het wegvallen van het voorwerp na het sluiten van het contract dan kan er ook sprake zijn van een andere sanctie
—> het verval van de verbintenis
Gebrek in de wil
Overzicht
- Art. 5.27 lid 1 1° BW: totstandkoming van een contract vereist wilsovereenstemming dus in principe moet de wil
of toestemming van elke partij vrij en bewust zijn
Als de wil niet vrij en bewust zijn dan is het contract vatbaar voor nietigverklaring
- In 2 situaties:
1: bewustzijnverlies
2: wilsgebreken (art. 5.33 BW)
Dwaling
Bedrog -> de wil was hier niet vrij en dus kan je de nietigverklaring vorderen
Geweld
Misbruik van omstandigheden
1: Bewustzijnverlies
- Kortstondig of tijdelijk bewustzijnnsverlies
Vb je gaat op café en bent dronken en een andere student probeerd zijn notities te verkopen en je sluit een contract waarbij
de student zijn notities verkoopt aan 2000 euro —> de student schrijft dat op een papier en je ondertekend dit (er is dus een
contract gesloten) —> doordat de partij dronken was had die geen vrij en bewuste wil en zal het contract worden
nietigverklaard
Je kan wel een fout begaan door dronken handelingen te gaan stellen -> een normaal zorgvuldig persoon zou geen contract
sluiten als die dronken is dus kan men gehouden worden tot schade herstel (als er schade wordt veroorzaakt door je
dronkenschap)
Je kan ook geen bewustzijn hebben door ziekte (vb dementie waarbij je op sommige momenten nog zeer helder bent en op
andere momenten niet meer)
Men spreekt ook van ‘feitelijke wilsonbekwaamheid’ bij deze situaties —> je bent feitelijk gezien (dronken,dementie,…) niet
in staat om je wil te uiten
- Permanent bewustzijnsverlies
Je hebt een bepaalde mentale handicap -> meestal ga je dan onder een bescherming komen te staan en dan zal dit worden
behandeld door de handelingsbekwaamheid
➔ ! doorgaans gaan gebreken bij de wil gesanctioneerd worden door een relatieve nietigheid (= deze kan enkel door
de beschermde persoon worden ingeroepen) vb enkel de dronken persoon zal die nietigheid kunnen inroepen
2: Wilsgebreken
2.1Wilsgebrek: dwaling
- Het is een soort vergissing die je maakt en waardoor je in bepaalde gevallen de nietigverklaring van het contract
zal kunnen bekomen
Art. 5.34 BW
Men moet hier een evenwicht in vinden wat niet simpel is —> de ene partij kan zich wel hebben vergist maar de andere
partij is er wel op voortgegaan dat die een contract heeft
Vb je koopt een stuk grond om daar op te bouwen en wat blijkt achteraf heb je u vergist en is die grond niet geschikt om
daarop te bouwen -> als er dan aan bepaalde toepassingsvereisten voldaan zijn kan je die nietigheid van het contract
vorderen
- Wilsverhinderende dwaling vs essentiële dwaling
Wilsverhinderende dwaling = een situatie waarbij er geen contract tot stand komt doordat je aan iets anders denkt dan de
tegen partij (de wil komt niet overeen waardoor er geen contract komt)
Essentiële dwaling = een contract komt tot stand maar je hebt over een essentiël of substantiël bestandsdeel een vergissing
gemaakt
➔ Het nieuwe recht maakt dit onderscheid niet meer
, - Er wordt in principe geen dwaling over de waarde aanvaard
Art. 5.34 lid 4 BW: “Is evenmin een nietigheidsgrond, de dwaling die uitsluitend de waarde van een voorwerp of
prestatie of de prijs betreft, tenzij zij voortvloeit uit een dwaling over een doorslaggevende
eigenschap van het voorwerp van het contract”.
In principe gaat men ervan uit dat als je een prijs overeenkomt dat die juist is
Er kan wel een aspect verbonden zijn aan die prijs waardoor dwaling wel mogelijk zou kunnen zijn (vb: je hebt een stuk
grond gekocht met de bedoeling daarop een huis te bouwen als achteraf blijkt dat hier niet kan worden op gebouwd -> je
hebt gedwaald over een essentiëel bestanddeel (de al dan niet bebouwbaarheid) —> op die manier komt dwaling hier wel
terecht kijken
- Toepassingsvereisten
Men moet aan een aantal voorwaarden voldoen om dwaling te kunnen inroepen als nietigheidsgrond
1. Verkeerde voorstelling van zaken bij het sluiten van een contract (= je moet je hebben vergist)
a. Moet zich voordoen bij het sluiten van het contract (niet achteraf)
Vb bij het sluiten van het contract op dat moment was bouwen niet mogelijk (dan kan je u hebben
vergist) <—> wnr blijkt dat 1j na het sluiten van het contract er een verbod komt op bouwen op die grond
kan men zich hier niet over hebben vergist bij het sluiten van het contract
b. Je kan je vergissen over feiten en/of recht (art. 5.34 lid 2 BW)
c. Uitlokking van dwaling door externe factor is niet vereist (er kan een vergissing worden gemaakt zonder
dat daar iemand tussenkomt)
2. Determinerend en gemeenschappelijk karakter
a. Determinerend karakter -> als er geen dwaling was geweest zou je het contract niet zijn aagegaan
Bij intuitu personae contracten (= contracten die omwille van de persoon worden aangegaan)
art. 5.34 lid 3 BW: ‘’Dwaling is geen nietigheidsgrond indien zij alleen de persoon betreft met wie men
bedoelde te contracteren, tenzij het contract hoofdzakelijk uit aanmerking van deze persoon is
aangegaan”
b. Gemeenschappelijk karakter -> de andere partij moet weten dat dat bestanddeel waarover is gedwaald
determinerend is (vb: de tegenpartij moet weten of behoren te weten dat het voor jou belangrijk was
dat er op die grond op kon gebouwd worden)
3. Verschoonbaar karakter is vereist
Die dwaling moet verschoonbaar zijn = een redeijke persoon in dezelfde omstandigheden zou dezelfde vergissing moeten
zijn begaan
➔ Als er aan al deze voorwaarden wordt voldaan kan je de nietigverklaring vragen voor dat contract
2.2Wilsgebrek: bedrog
- Er is een partij die zich heeft vergist doordat een ander die vergissing heeft uitgelokt
Art. 5.35 BW
Vb: je koopt een schilderij en de verkoper zegt dat dit van een gekende kunstenaar is en zegt dat die daar een attest van
heeft dat die origineel is -> de verkoper heeft het attest nagemaakt dus heeft hij u bedrogen
- Toepassingsvereisten voor bedrog zodat het tot nietigverklating kan leiden
1. Verkeerde voorstelling van zaken bij het sluiten van het contract (partij moet zich hebben vergist)
2. Uitgelokt door kunstgrepen of listen (dit kan actief gedrag zijn: vb attest van schilderij vervalsen of passief door
gewoon iets te verzwijgen vb iemand verkoopt een penthouse en weet dat het mooie uitzicht zal verdwijnen want
er gaat een gebouw voor gebouwd worden dus verzwijgt dit bedrieglijk)
3. Opzet om te misleiden -> intentioneel element (je moet aantonen dat de partij dat echt met opzet heeft gedaan)
4. Uitgaan van medecontractanten of uitgaand van de medeplichtige van de medecontractant of van een persoon
waarvoor deze laatste instaat
5. Determinderend karakter (zou de partij die bedrogen is het contract hebben gesloten zonder dat bedrog)
hoofdbedrog (= wnr men het contract niet zou gesloten hebben zonder bedrog -> nietigverklaring kan worden
verkregen) vs incidentieel of bijkomstig bedrog (= als men het contract wel zou gesloten hebben maar onder
andere voorwaarde vb voor een lage prijs -> dan kan men geen nietig verklaring vragen maar kan leide tot
schadevergoeding)
! bedrog heeft zich voorgedaan voor het sluiten van een contract -> pre contractuele aansprakelijkheid en dus
buitencontractuele aansprakelijkheid !
- Geen verschoonbaarheid vereist is
Art. 5.35 lid 3 BW: fraus omnia corrumpit -> het is hier niet vereist dat een redelijk persoon in deze situatie deze
vergissingen zou maken
Zelf al heeft de andere contractpartij een nalatigheid begaan kan die bedrog inroepen om de nietigheid te gaan eisen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper EmmaRose18. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,66. Je zit daarna nergens aan vast.