Definities
Marketing Philip Kotler
Marketing is het onderzoeken, benaderen, bespelen en het constant innoveren van de markt met het oog op de
bevrediging van de behoefte van consumenten en het behalen van omzet/winst
Verschil tussen verkoop en marketing
Verkopen = zien kwijt geraken wat je op de plank hebt liggen
Marketing = ervoor zorgen dat je de juiste dingen voor je klant op de plank krijgt
Verschil tussen reclame en marketing
Reclame = communiceren over wat je op de plank hebt liggen
Marketing is ruimer = reclame ks een onderdeel van de marketingmix
4p’s
Product, prijs, promotie, plaats
4c’s
Consumer, cost, communication, convenience
4p’s (productgericht) vs 4c’s (klantgericht)
Product = Product zelf, Consumer Value = Kernvoordeel/core benefit voor de consument
Price = Gebaseerd op productiekost, Costomer cost = Gebasseerd op kosten voor de consument
Promotie = Kanalen om producten te verkopen, Communication = Kanalen om het best te communiceren`
Place = Gemak voor de organisatie/onderneming, Convenience = Gemak voor de consument
3 dimensies product
Kernproduct = Producteigenschappen en productvoordelen
Werkelijk product = kwaliteit/kwantiteit, merknaam, verpakking
Productattributen = niet tastbare toevoegingen aan het product: bezorging garantie, after sales, service, imago...
Diensten
Diensten zijn niet-tastbare producten
Value proposition
Een waardenpropositie is een beknopte, heldere beschrijving van de unieke voordelen die een product of dienst aan
klanten biedt, waardoor het zich onderscheidt van concurenten
Duurzaamheid en ethiek
Duurzame marketing
3p’s = People Planet Profit
Belang van brand purpose
door het toenemde belang van waarden, grijpen steeds meer bedrijven naar het vinden of herdefiniëren van hun
purpose.
Purpose = antwoorden op de vraag hoe je bedrijf/organisatie bijdraagt aan het leven van klanten en de wereld.
, Doelgroepbepaling
Segmentatie
De heterogene totaalmarkt opsplitsen om te komen tot homogene marktsegmenten
B2B - B2C
Klanten: B2B= Enkele, B2C= Veel
Relatie met de klant: B2B= Persoonlijke zakenrelatie, B2C= Onpersoonlijk geindividualiseerde (massa)communicatie
Locatie: B2B= Dichtbij de klant, B2C= Overal in de wereld
Supply chain: B2B= Eerder directe verkoop, B2C= Veel verschillende kanalen
Aankoopproces B2B= Complex, veel beslissingsnemers, B2C= Simpel, weinig beslissingsnemers
Order: B2B= Groot, B2C= Klein
Voorkennis: B2B= Veel, B2C= weinig
Socio-demografisch
Man/Vrouw/X
Leeftijdgroep: -12, 12-18, 18-24, 25-34, 45-54, 55-64, 65+
Gezinsamenstelling
Generaties
Babyboomers: 1945-1960, Materlialistisch - zekerheid
GenX: 1960-1980: Indicidualistisch - work/life balance
GenY: 1980-1995 :Flexibiliteit -’freedom’
GenZ: 1995-2010: born digital - stabiliteit/eerlijkheid
GenAlfa
Rollen & gedrag
Initator | Heavy user | Innovators
Beïnvloeder | Medium user | Early adopters
Beslisser | Light user | Early majority
Koper | | Late majority
Gebruiker | | Laggards
micro-segmentatie, CRM
Customer Relationship Management = captatie van alle mogelijke interacties met klanten en prospecten.
Doelgroepbepaling
Segmenten = algemeen de marky
Doelgroepbepaling of targeting = Keuze bedrijf op welke specifieke groepen mensen ze zich gaan focussen
Buyer/user persona
Een gebruikerspersona, of klantpersona, verwijt naar een fictieve, maar op gegevens gebasserde weergave van een
bepaalde type gebruiker die interactie heeft met een product of service.
Het is een uitgebereid profiel met demografische gegevens, gedragspatronen, motivaties, doelen en behoeften