Dit is een volledige samenvatting van het vak 'inleiding tot het internationaal en europees recht' (DEEL INTERNATIONAAL RECHT) gegeven door Prof. Dr. Tom Ruys.
De samenvatting is gebaseerd op ALLE colleges en powerpoints (aangevuld met het boek indien nodig).
De belangrijke cases die tijdens de c...
Internationaal recht
Woensdag 26 september 2018: Les 1 & Les 2
DEEL 1: INLEIDING: ALGEMENE KENMERKEN VAN HET INTERNATIONAAL RECHT
Hoofdstuk 1: wat is internationaal recht?
Er is geen algemeen aanvaarde definitie
Vroeger: ‘volkenrecht’ want regelt betrekkingen tussen volkeren = achterhaald
Later: betrekkingen tussen staten (=centrale actor) maar dan vergeten we de IO’s & NGO’s
Nu: rechtstak die de internationale betrekkingen regelt
Wij zullen spreken over internationaal publiekrecht
¹ Internationaal privaatrecht= gedrag van individuen waarbij een grensoverschrijdend element
Bestaat. Het gaat in essentie om regels van het nationaal recht (welk nationaalrecht is van
Toepassing op de situatie (let op! Hier ook harmonisering)
Je hebt 3 soorten verdragen:
1. Multilaterale verdragen
2. Regionale verdragen (meest verregaande is het Europees recht) è integraal deel van het ruimere
IR
3. Bilaterale verdragen
RECHT VAN CO-EXISTENTIE (1) Û RECHT VAN COÖPERATIE (2)
(1): bevoegdheidsafbakening vd rechtssubjecten & hun vreedzame samen bestaan tot doel
(2): effectieve samenwerking tot doel, gaat verder dan (1)
PRIMAIRE RECHTSREGELS (1) Û SECUNDAIRE RECHTSREGELS (2)
(1): de inhoudelijke rechtsregels, het materiële recht
(2): de regels van het spel, op welke wijze de primaire rechtsregels tot stand komen, worden
Geïnterpreteerd, afgedwongen.
De historische evolutie (niet in cursus!)
Oudheid: oudste verdrag is het vredesverdrag tss Egypte & Hittieten
Middeleeuwen: jus naturale (van bovenaf opgelegd, staten geen inmenging)
Belangrijkste nalatenschap van dit recht: theorie bellum justum (wnr kan je bilateraal optreden
Tegen andere landen) è voorganger jus ad bellum (regels die bepalen wnr je militair in een land
Kan gaan interveniëren)
Antwoord op wanneer je kan interveniëren: justa causa nodig (door geestelijken opgesteld,
Zodat je niet in de hel beland)
17de E: oorsprong modern internationaal recht
1. Jus naturale è positief recht
2. Meer nadruk op soevereiniteit staten (overkoepelende rol kerk ciao)
3. Hugo Grotius è geestelijke grondlegger IR
Belangrijke wetten: mare liberum & jure belli ac pacis
18de en 19de E: finale doorbraak
18de E:
1. Vattel: eerste handboek IR
2. Bentham: eerste die begrip IR gebruikt
3. Voornamelijk bilaterale verdragen
1
, 19de E:
1. Professionalisering: ontstaan beroepsverenigingen
International Law Association & Institut de Droit International
2. Eerste IO’s voor technische kwesties, vb: Universele postunie
3. Opkomst multilaterale verdragen: vooral in de oorlogsrecht
Eerste belangrijke precedent van internationaal geschil : Alabama claims arbitration CASE
Was tijdens de amerikaanse burgeroorlog (19de E), Uk had zijn neutraliteitsplichten geschonden
Door oorlogsschepen te voorzien voor de confederalisten. Er werd een arbitragetribunaal
opgericht die UK veroordeelde tot een boete & zo de spanning wegghaalde
GEVOLG: dit voorval heeft geleid tot het permanent hof van arbitrage in Den Haag
!! naam is misleidend want het is niet permanent, het biedt gewoon diensten aan wanneer er een
conflict is tussen 2 staten & dan worden er ad hoc rechters,vertegenwoordigers etc gekozen
20ste E: toename IO’s en regionale organisaties
1. Nietmeer enkel voor technische kwesties, ze hebben een politiek agenda vanaf nu
Vb: Volkenbond
Vb: VN(1945) è begon klein, nu 193 leden (aantal leden AV)
VN-veiligheidsraad: 15 leden è 5 permanente & 10 niet-permanente ( België voor
5de keer in 2019-2020)
2. Proliferatie van internationale & regionale hoven en rechtbanken
Vb: Int strafhof, EHRM
3. Codificatie in diverse subdomeinen: ongeschreven regels & fragmentarische regels bundelen
4. Opkomst nieuwe subdomeinen: MR, UVRM…
Hoofdstuk 2: internationaal recht als een horizontaal en onvolmaakt systeem
Belangrijk: IR berust op consensualisme ( horizontaal systeem) Û nationaal recht met hiërarchische
structuur
Centrale wetgever? NEEN
Staten kiezen zelf welke internationaalrechtelijke verplichtingen zij opnemen. Zelfs bij de
Totstandkoming van een nieuwe gewoonterechtelijke regel kunnen ze zich als persistent
objectors opstellen
1. AV van de VN? Resoluties die door de AV worden aangenomen, fungeren in beginsel slechts
als aanbevelingen
2. VN-Veligheidsraad? Staten wel gebonden door resoluties die de Veiligheidsraad aanneemt
op grond van hoofdstuk VII van het VN-handvest & ze moeten deze resoluties uitvoeren.
Maar de bevoegdheid van die raad om bindende resoluties te maken is onlosmakelijk
verbonden met haar taak ( vrede & veiligheid) è nieuwe rechtsregels met algemene
draagwijdte niet mogelijk
Staten kunnen wel een IO of vredesorgaan een autonome wetgevende bevoegdheid toekennen
(vb: EU)
Centrale rechter? NEEN
Er is geen centrale rechter die automatisch bevoegd is om uitspraak te doen in alle
internationaalrechtelijke geschillen. Er is toestemming van de verweerder nodig!
Hoe toestemming?
1. Ad hoc, specifiek voor een bepaald geval
2. Op een meer vooragaande en/of duurzame basis (vb: bij VN-zeerechtverdrag,EVRM)
3. Verklaring afleggen waarbij staten de verplichte rechtsmacht van het IGH @Den Haag
aanvaarden (dwz dat andere staten die dat ook hebben aanvard hen voor het IGH kunnen
dagen)
2
, Voorbije eeuwen è sterke proliferatie van internationale hoven & tribunalen è forum shopping
maar mogelijkheid blijft onderworpen aan instemming(terugtrekkin mogelijk!)
INTERNATIONAAL GERECHTSHOF INTERNATIONAAL STRAFHOF
1. @Den Haag 1. @Den Haag
2. Geschillen tussen LANDEN 2. Strafrechtelijke vervolging van PERSONEN
3. Ruime bevoegdheid: alle takken 3. Alleen geschillen mbt misdaden van
4. hoofdorgaan VN (oprichting VN-handvest) agressie (militair geweld), genocide,
oorlogsmisdaden en misdaden tegen de
mensheid
4. Oprichting Statuut van Rome
Centrale afdwinging? NEEN
Er bestaat geen ‘wereld-politieagent’
VN-veiligheidsraad kan wel bindende maatregelen opleggen onder hoofdstuk VII van het VN-
handvest maar enkel bij:
1. Inbreuken op de vrede
2. Bedreiging van de vrede
3. Daad van agressie
Hoofdstuk 3: relevantie van het internationaal recht
Is het recht? JA
1. John Austin : ‘hoort eerder bij positieve moraal omdat er niet echt een sanctiemechanisme
bestaat
2. Law is not ‘law’ because it is enforced. It is enforced because it is ‘law’ and enforcement
would otherwise be illegal”. Sancties zijn geen intrinsiek element van wat het recht recht
maakt maar eerder een gevolg van de regels
Is het relevant? JA
1. Realisme: Alleen belangen van machtige staten gelden, indien deze landen belang hebben bij de
regels en bereid zijn de kost te dragen voor de afdwinging ervan, zal het internationaal recht
worden gerespecteerd, anders niet.
2. Institutionalisme: Het beantwoordt de nood van staten aan orde en interstatelijke betrekkingen te
regelen en er wordt vanuit gegaan dat de staten deze regels zullen naleven omdat ze hier zelf baat
bij zullen hebben op lange termijn.
3. Constructivisme: Het belang is niet gwn te herleiden naar de voor en nadelen van het naleven van
de regels, staten nemen deel omdat het hun identiteit beïnvloedt. Ze gaan de regels respecteren,
niet louter omdat ze hier later voordeel uit halen maar ook omdat ze deze normen vereenzelvigen,
identificeren.
4. Rechtsleer: Men mag niet louter afgaan op de grootschalige/zichtbare inbeuken, want het
Internationaal recht is veel breder dan dit. De meeste regels worden wel juist toegepast en zelfs
wanneer dit niet zo is wordt het internationaal recht betrokken in het besluitvormingsproces. (“it is
probably the case that almost all nations observe almost all of their international obligations almost
all of the time”, L Hinkin). Het internationale recht vormt het referentiekader aan de hand waarvan
de internationale gemeenschap de wettigheid van het optreden van individuele staten beoordeelt.
Uiteindelijk hangt de normatieve kracht aka de compliance pull van de internationale regels af van heel
wat factoren.
Vb: wat zijn de wederzijdse voordelen bij naleving, wat is het risico op sancties bij niet-naleving…
3
, DEEL 2: DE BRONNEN VAN HET INTERNATIONAAL RECHT
Hoofdstuk 1: algemeen
In artikel 38 van het Statuut van het IGH vindt men een oplijsting van de formele bronnen van het
internationaal recht
Let op! Een aantal formele bronnen zijn niet vermeld & de onderlinge verhouding tussen de
verschillende bronnen is niet exhaustief geregeld in het artikel
woensdag 3 oktober 2018: les 3 & les 4
hoofdstuk 2: verdragen
algemeen
verdragen zijn zonder twijfel de belangrijkste vorm van IR!
CONSENSUALISME is heel belangrijk
Werkt met 2 principes:
1. Pacta sunt servanda
2. Pacta tertiis nocent nec prosunt
Wordt genuanceerd door het WVV(1969) è indien een verdrag bepaalde
rechten/voordelen voor een derde staat brengt dan wordt er verondersteld dat deze staat
de rechten/voordelen heeft aanvaard ,maar indien er verplichtingen ontstaan dan moet het
derde land deze uitdrukkelijk aanvaarden
wat is een verdrag? (def WWV)
1. Wilsovereenstemming met bedoeling bindende gevolgen te creëren
¹gentleman’s agreements ( politieke akkoorden) = politieke intenties/toezeggingen
Hoe weten welke categorie? Kijken naar de bewoording ervan & de context waarbinnen het
wordt aangenomen (bijzondere benaming is niet deteminerend maar de titel kan een
nuttige indicatie bieden
Staten maken ook gebruik van MOU’s = om afspraken te maken met oog op praktische
en/of technische samenwerking of om concrete uitvoering te geven aan meer algemeen
opgestelde verdragen. In de regel niet de intentie om bindende gevolgen te creëren maar
kan! (benaming is niet doorslaggevend)
Voordeel: flexibel (makkelijk afspraken maken & deze wijzigen zonder rekening te
houden met formele vereisten) & de UM kan snel & flexibel optreden zonder
controle van de WM
Nadeel: moeilijker om bepaalde afspraken naderhand af te dwingen
2. Tussen 2 of meer subjecten van het IR
a. Staten
b. IO’s (indien ze bevoegdheid krijgen, bepaald door oprichtingsinstrument)
c. Deelstaten (indien ze bevoegdheid krijgen, bepaald door grondwet)
Belgïe: in foro interno, in foro externo è bevoegdheden die men op binnelandsgebied
kan uitoefenen, kan men ook op buitenlandsgebied uitoefenen
Particulieren en private ondernemingen niet!
3. Beheerst door het volkenrecht
4. Vorm is irrelevant! (geen nood aan gelijktijdige aanbieding & aanvaarding door de betrokken
partijen)
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sv98. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,49. Je zit daarna nergens aan vast.