Uitgebreide samenvatting voor de landelijke kennisbasis taaltoets PABO (basiskennis taalonderwijs)
18 keer bekeken 1 keer verkocht
Vak
Landelijke kennisbasis taal
Instelling
Katholieke Pabo Zwolle (KPZ)
Boek
Basiskennis taalonderwijs
Een uitgebreide samenvatting van de nieuwe (4e) editie van het boek basiskennis taalonderwijs. De samenvatting bevat alle kennis die je nodig hebt om de landelijke basiskennis taaltoets te halen. In dit boek worden alle hoofdstukken (behalve de introductie) behandelt. De samenvatting zelf bevat 28 ...
[Meer zien]
Laatste update van het document: 5 maanden geleden
,6. Voortgezet technisch lezen ................................................................................................. 15
6.1 Theorieën over het leesproces ...................................................................................... 15
6.2 Strategieën technisch lezen .......................................................................................... 16
6.3 Voordrachtsaspecten ................................................................................................... 17
6.4 Leesniveaus ................................................................................................................. 17
6.5 Technisch lezen in de samenleving ................................................................................ 17
7. Begrijpend lezen ................................................................................................................ 18
7.1 Leesvaardigheden voor begrijpend lezen ....................................................................... 18
7.2 Leesstrategieën ............................................................................................................ 19
7.3 Technieken voor informatieverwerking ........................................................................... 20
8. Stellen............................................................................................................................... 21
8.1 Functies van het schrijven ............................................................................................ 21
8.2 Het schrijfproces .......................................................................................................... 21
8.3 Schrijven en de computer ............................................................................................. 22
9. Jeugdliteratuur................................................................................................................... 23
9.1 Literaire genres............................................................................................................. 23
9.2 functies van taal ........................................................................................................... 24
9.3 Beoordelen van jeugdliteratuur ..................................................................................... 24
10. Taalbeschouwing ............................................................................................................. 24
10.1 Het taalsysteem ......................................................................................................... 24
10.2 Taalvariatie ................................................................................................................. 27
10.3 Taalverandering .......................................................................................................... 27
10.4 Taalbeschouwingsstrategieën ..................................................................................... 27
11. Spelling ........................................................................................................................... 28
11.1 Schriftsystemen ......................................................................................................... 28
11.2 Spellingsprincipes van het Nederlands ........................................................................ 28
11.3 Spellingsstrategieën ................................................................................................... 29
11.4 Spellingcategorieën .................................................................................................... 30
11.5 Werkwoordspelling ..................................................................................................... 30
2
,2 Taalonderwijs en taal
Het taalonderwijs kent verschillende aspecten. Namelijk: Mondelinge taalvaardigheid, het
schrijven van teksten, begrijpend lezen, spelling, woordenschat en taalbeschouwing. In
taalmethoden wordt het taalonderwijs vaak opgesplitst in verschillende onderdelen.
2.1 Taalonderwijs
2.1.1 Belang van taalonderwijs
Wanneer kinderen opgroeien leren ze moeiteloos hun moedertaal. Kinderen ontwikkelen op een
natuurlijke manier hun taalvaardigheden. Hierdoor kun je je afvragen of het wel nodig is om op
de basisschool zoveel tijd te steken in het taalonderwijs. Ze zijn namelijk ook met
taalvaardigheid bezig bij de andere vakken. Er zijn vijf argumenten om apart taalonderwijs te
geven:
1. Schriftelijke taalvaardigheid leren kinderen niet spontaan
2. Niet alle kinderen kunnen zich zelfstandig een bepaald niveau van taalvaardigheid eigen
maken
3. Op school leer je een ander soort taalgebruik dan in het dagelijks leven
4. Bepaalde taalvormen leer je alleen met behulp van taalonderwijs
5. Als je de kinderen plezier in het lezen van boeken wilt bijbrengen, dan moet je daar apart
aandacht aan besteden. Niet alle kinderen groeien immers thuis op in een omgeving met
boeken.
2.1.2 Taalonderwijs op de basisschool
Het taalonderwijs kent verschillende domeinen;
• Mondelinge taalvaardigheid
Hierin draait het om het spreken en luisteren en om het voeren van verschillende soorten
gesprekken.
• Woordenschat
Hierbij gaat het om het aanleren van de betekenis van nieuwe woorden, uitdrukkingen,
zegswijzen en spreekwoorden. Ze leren hiervoor strategieën.
• Beginnende geletterdheid
Geletterdheid betekent het vermogen om schriftelijke taal te gebruiken en begrijpen.
Hierbij hoort ook het aanvankelijk lezen waarbij kinderen de beginselen van het leren
lezen leren.
• Voortgezet technisch lezen
Na het aanvankelijk lezen leren kinderen voortgezet lezen. Een onderdeel daarvan is
technisch lezen, hierbij gaat het om het kunnen ontcijferen van de letters en het hardop
lezen van woorden, ook wordt veel aandacht besteed aan efficiënte leesstrategieën.
• Begrijpend lezen
Een andere vorm van voortgezet lezen is begrijpend lezen. Het gaat hierbij om het
begrijpen van de tekst.
• Stellen
Bij stellen gaat het om het schrijven van teksten. Kinderen leren hoe ze te werk gaan en
wat de regels en kenmerken zijn van de belangrijkste tekstsoorten.
3
, • Jeugdliteratuur
Bij jeugdliteratuur staan literaire teksten centraal. Het doel is om kinderen in aanmerking
te brengen met verschillende genres. Op die manier hopen we kinderen te motiveren tot
zelfstandig lezen. Deze term wordt ook wel aangeduid als leesplezier.
• Taalbeschouwing
Bij taalbeschouwing leren kinderen te reflecteren op de taalvorm. Ze leren bijvoorbeeld
dat de persoonsvorm altijd de tijd aangeeft waarin de tekst is geschreven. Een belangrijk
onderdeel van taalbeschouwing is de traditionele grammatica. Hierbij leren ze zinnen
ontleden.
• Spelling
Het draait er hierbij om dat kinderen de meest voorkomende woorden correct kunnen
schrijven en de belangrijkste spellingsregels kunnen toepassen.
2.2 Het taalsysteem
2.2.1 Functies van taal
Taal speelt een grote rol in het dagelijks leven. Taal heeft hierdoor ook verschillende functies,
namelijk:
De communicatieve of sociale functie
Met taal leren we contact maken met andere mensen. Taal heeft een communicatiemiddel. Een
spreker wil steeds een boodschap doorgeven aan een hoorder. Dit wordt ook wel de sociale
functie genoemd. Het gaat dus om de interactie tussen mensen. Er zijn verschillende soorten
sociale taalfuncties:
• Zelfhandhaving (Opkomen voor wat je zelf wil)
• Zelfsturing (Aangeven wat je gaat doen)
• Sturing van anderen (Gedrag van anderen beïnvloeden)
• Structurering van het gesprek (Gespreksverloop beïnvloeden)
De conceptualiserende of cognitieve functies
Een tweede functie van taal is de conceptualiserende functie, Je gebruikt taal als een
hulpmiddel om je gedachten te ordenen en greep te krijgen op de werkelijkheid. Er zijn drie
cognitieve taalfuncties:
• Rapporteren
• Redeneren
• Projecteren
De expressieve taalfunctie
Mensen gebruiken taal ook om hun gevoelens te uiten of om iets te zeggen op een manier wat
anderen nog niet eerder zo hebben gezegd. Binnen taal zijn er mogelijkheden om iets op een
speciale, creatieve manier te zeggen.
De communicatieve competentie
In de praktijk zijn de verschillende functies van taal lastig te scheiden. Het vermogen om de
communicatieve functie van taal te gebruiken noemen we de communicatieve competentie.
Hierbij leren kinderen dat het bijvoorbeeld nodig is dat je praat in hele zinnen en niet in 1 woord.
De communicatieve competentie wordt onderverdeeld in de volgende deelcompetenties:
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper serenadriesen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,46. Je zit daarna nergens aan vast.