• Onenigheid over de definitie
• Geen eenduidigheid over het object /studieonderwerp
– Extern (tussen de psychologie en andere (mens)wetenschappen)
– De psychologie kent van oudsher veel raakvlakken met andere mens- en sociale
wetenschappen
– Intern ( verschillende theoretische stromingen binnen de psychologie + de daarmee
samenhangend methode waarmee kennis wordt verworven)
– Veel meningsverschillen tussen psychologen
Ø Rivaliserende beschrijvingen en verklaringen over eenzelfde onderwerp (zie boek vb. ‘depressieve
klachten’, p. 20)
Voorbeeld: verschillende wetenschappelijke vragen over ADHD
• De psycholoog
• Wat ervaart een kind dat gediagnosticeerd is met ADHD?
• Welke beperkingen levert ADHD op en hoe gaat het kind daarmee om?
• De arts
• Welk tekort of te veel aan neurotransmitters veroorzaakt ADHD?
• Welke medicijnen werken?
• De socioloog
• Is er sprake van een toename van ADHD in vergelijking tot 25 jaar geleden?
• Zo ja, hoe is dat te verklaren vanuit veranderingen in de maatschappij?
Een poging tot definiëring: Psychologie is een wetenschap waarbij zowel het gedrag van mensen wordt
bestudeerd als de gevoelens en gedachten die mensen hebben bij het ervaren van hun gedrag en de
omstandigheden waarin dat plaatsvindt (Rigter, 2004, p. 23).”
Typeren van een wetenschap a.d.h.v. drie factoren:
1. De soorten vragen en problemen (het object)
2. De methoden en theorieën
Ø Dynamisch spel tussen 1. & 2.
Ø Gevolg: grenzen tussen wetenschappen liggen niet vast
3. Het maatschappelijk draagvlak
Ø Weerklank in de maatschappij
Ø Westerse wereld = een gepsychologiseerde wereld (Rigter, p. 22)
Ø Ligt niet per definitie vast
1.2 THEORIEËN
• Theorieën = referentiekaders
- Bieden interpretaties waarmee verschijnselen bekeken en verhelderd worden
, - Grote verscheidenheid
- Specifieke onderwerpen
• Verschillende theorieën
– > Eenzelfde verschijnsel wordt verschillend beschreven en verklaard
Functies van theorieën:
1. Systematiseren of ordenen
• Wetenschappelijke kennisverwerving geschiedt volgens expliciete regels:
Ø Duidelijk en controleerbaar
Ø Herhaalbaar of repliceerbaar
• Wetenschappelijke waarneming is theorie geladen
1. Verklaren en voorspellen van gedrag
2. Heuristische functie
• Een theorie is nooit af; zij levert weer nieuwe ideeën op
1.3 KENMERKEN VAN PSYCHOLOGISCHE STROMINGEN
• Een stroming heeft een geschiedenis
• Een stroming heeft een mensbeeld
Geschiedenis van theoretische stromingen:
• Altijd een historische ontwikkeling
• Altijd invloed van cultuur en tijdstip van ontstaan (cultuurhistorisch bepaald)
• Stromingen reageerden op elkaar
• Er is vaak sprake van wisselende modes; slingerbeweging
• Stromingen maken gebruik van elkaars inzichten
Evidence based:
• Nadruk op effectiviteit van een methode/behandeling
• Een theorie en de daarop gebaseerde behandeling moet bewijzen dat ze een juist inzicht biedt, dus
dat ze werkt
• Evidence based
Ø Afkomstig uit de medische wetenschap
Ø = Wetenschappelijk bewijs
Ø Bewijsmateriaal uit systematisch kwantitatief en kwalitatief onderzoek
Een mensbeeld:
• Mensbeeld = hoe ‘de mens’ opgevat wordt
Ø Wordt beïnvloed door historische, religieuze en culturele invloeden
Ø Consequenties voor opvattingen over gezondheid en ziekte
Twee aspecten van een mensbeeld:
• Beschrijving van kenmerkende eigenschappen/essentiële kenmerken
• Een verwijzing naar hoe mensen behoren te zijn/hoe ze zich moeten gedragen
Mensbeeld in drie niveaus:
Hoe hoger het niveau, hoe
complexer het gedrag
,Mechanistisch mensbeeld: de mens al machine
• Mensen zijn als mechanieken
• Een mens is een ingewikkeld dier
• Iedere mens en ieder menselijk deeltje is afzonderlijk te bestuderen
• De invloed van de omgeving is niet essentieel
• Lineair causaal verklaringsmodel
• Het geheel is gelijk aan de som der delen
Statisch
Organisitsch mensbeeld: de mens als levend organisme
• Mensen zijn als organismen, ze groeien en bloeien
• Vergelijkingen met dieren kunnen zinvol zijn
• Een organisme kun je niet los bestuderen van zijn omgeving
• Circulair verklaringsmodel
• Het geheel is meer dan de som der delen
• Dynamisch
Personalistisch mensbeeld: de mens als organiserend en scheppend wezen
• Principieel onderscheid tussen mensen en overige organismen:
Ø Een mens is een cultuur-wezen, een talig-wezen, een spreek-wezen
• Menselijk handelen is doelgericht (belangrijke nuancering: kan doelgericht zijn), mensen geven zin aan
hun leven
• Gedrag heeft een betekenis, die verschuift naargelang de context
-> de context genereert de betekenis
• Een mens is één geheel
• Kennis uit dierexperimenten zegt niets over menselijk gedrag
Hoe gebruik je mensbeelden en theorieën?
• Met een bril zie je beter. Zo werkt een theorie ook
– Vb. zie boek, pp. 39-40
• Een theorie is als een zoeklicht. Sommige aspecten worden belicht en andere juist onderbelicht
ALGEMENE SYSTEEMTHEORIE (AST)
• De AST biedt een overkoepelend kader voor alle verschillende wetenschappen en theorieën
• AST is een metatheorie
Ø = Een theorie over theorieën
Hiërarchie van systeemniveaus: hoe hoger het niveau hoe complexer het systeem
, Vijf uitgangspunten van AST:
• De werkelijkheid is op te delen in verschillende hiërarchische niveaus
• Elk niveau functioneert als een open systeem
• Toenemende complexiteit bij stijgende hiërarchie
• Geen enkel niveau is te herleiden tot een ander niveau, maar wordt er wel door beïnvloed
• Een persoon is het hoogste niveau van de biologische hiërarchie en het laagste van de sociale
hiërarchie
De AST kenmerkt zich door dynamisch denken:
Kenmerken van een ding vergeleken met kenmerken van een open systeem
Werken met AST:
• De AST wordt vereenvoudigd weergegeven in het biopsychosociaal ‘model’
• Ga bij het verklaren van gedrag op zoek naar sociale, psychische en biologische invloeden op het
gedrag
• Elk van deze drie niveaus heeft invloed op al ons gedrag, maar meestal niet evenredig
• Voorbeeld van een verkeerde toepassing binnen bepaalde vormen van holistisch denken
Biopsychosociaal model (BPS)
• Gebaseerd op de systeemtheorie van Ludwig von Bertalanffy
• George Engel was een internist en psychiater
• 'Model’ werd ontwikkeld als:
Ø middel voor een betere zorg aan patiënten binnen
de context van de psychiatrie
Ø reactie op het medisch biologisch model
(reductionistisch denken)
• Het is geen echt wetenschappelijk model maar een
benaderingswijze
• In de context van de klinische behandeling van
mensen
➢ Biologische, psychologische en sociale
factoren vertonen een dynamisch verband
met elkaar,
➢ Deze interacties beïnvloeden zowel het
proces als de uitkomst van een behandeling
Uitgangspunten:
• Complexe eenheden zijn gesuperponeerd op minder complexe
• Elk niveau in de hiërarchie representeert een georganiseerd dynamisch geheel of systeem
• Ieder afzonderlijk systeem heeft zijn eigen beschrijvende relaties en eigenschappen die typerend zijn
voor dat niveau van organisatie
• Ieder niveau wordt beïnvloed door de andere systemen waarmee het verbonden is
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper shauni2005. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,16. Je zit daarna nergens aan vast.