Plantenfysiologie
= studie der levensverrichtingen en levensprocessen in de plant
= coordinatie en integratie van processen
Dia ertussen
Energie in de plant
- Alle leven begint bij de fotosynthese
- Alle niet groene levende wezens zijn aangewezen op de fotosynthese van de plant
Energiekringloop
- Slecht een klein deel van de energie die door de plant wordt vastgelegd komt uiteindelijk
weer ter beschikking van de plant
Tekening
Energie en droge stof in de plant
1. Fotosynthese ademhaling
o Bij fotosynthese moeten de huidmondjes open zijn
o Fotosynthese droge stof onder de vorm van suikers
o Voor fotosynthese is er licht nodig ( enkel dag ), de fotosynthese moet snel verlopen
want ademhaling gebeurt dag en nacht en alleen overdag worden suikers
opgenomen en bij de ademhaling is er ook suiker nodig
Wat er van de ademhaling qua suikers overblijf, wordt gebruikt voor de groei
o Suikers zijn voedsel voor de plant
Zorgt voor de energie voor de transport van water enz.
2. Ademhaling
o Levering van energie door gebruik van suikers
o Nodig voor de onderhoud en groei
Aanmaak droge stof
tekening
3. Groei
o Opslag van energie in de plant
o Productie streven naar optimale groei
o De groei kan gebruikt worden als
Plantaardig voedsel
Fossiele brandstof
- De plant kan geen suikers vasthouden want dan blijft de plant water opnemen waardoor
deze openspringt
- Eerst suiker en daarna zetmeel
- Water
o Water is noodzakelijk voor de groei van de plant
Bij de fotosynthese 1 % van de wateropname
Plant bestaat voor 90% uit water 10% van de wateropname
Vrij water in de plant maar noodzakelijk om in leven te blijven
Bij droging verdwijnt het dan is de plant dood
De verdamping 90% van de wateropname
Gaat los door de plant heen ( vrij water )
Verdamping is zeer veel energie voor nodig
o Zonder water is er geen fotosynthese mogelijk
o 10 % effectief nodig
, - Energie
o Van zonne energie komt de minimale hoeveelheid op aarde
Deze hoeveelheid zorgt maximaal 10% voor fotosynthese
o 90% wordt afgevoerd
30% warmteafgifte, terugkaatsing, doorval
60 % - 70% afgevoerd via verdamping
Deze energie draagt niet bij tot de droge stof productie
Tekening
Droge stof en water in de plant
- Plant bestaat voor 90% uit water
- Is wel verschillend naargelang het plantgedeelte
o Zaad bevat het meeste droge stof
Meeste zetmeel, minste water
o In bladeren wordt droge stof het felste verdund: tot 95% water
o Vrucht; 80% water en 20% droge stof
- Hoe meer water een plant opneemt hoe beter de cellen zich kunne uitstrekken, hoe groter
het oppervlak waardoor meer licht kan worden opgevangen
- In de plant wordt droge stof verdund met water
o Bijv. blad 1 1 g DS en 90 % water
Blad 2 1 g DS en 95 % water
1
DUS: 1 deel droge stof en 9 delen water
9
1
1 deel droge stof en 19 delen water
19
Bevat meer water waardoor er een groter oppervlakte is en
het blad is dunner
Vaak bij schaduwbladeren
- Hoe lager het droge stof gehalte hoe sneller de groei
Droge stof en water in de cel
- De plant is opgebouwd uit oneindig veel cellen
- Het grondplant van iedere cel is gelijk
Tekening
1. Celopbouw
o Celwand
Skelet van de plant
Bevat porien voor de verbinding tussen de cellen
o Protoplast
Omgeven door membraan
Bevat het leven van de cel
Bevat de celkern
Bevat organellen
Bladgroenkorrels fotosynthese
Mitochondrien ademhaling
o Membranen
Omhulsel van protoplast en alle lichaampjes
Regelen wat wel of niet binnen mag
o Vacuole
, Opslag van stoffen
Klein in jonge cellen en groot in oudere cellen
Bevat zouten, zuren, suikers, hormonen, vitaminen
Hoe groter de plant hoe meer stoffen er worden opgeslagen
2. Droge stof in de cel
o Anorganische stoffen
Mineralen opgeslagen in de vacuole
N en S aanmaak eiwitten
Mg en Fe aanmaak van bladgroen
Ca en K invloed op doorlatendheid van membranen
P opslag en vrijgave van energie
Wanneer er te weinig Mg is dan is er ook minder fotosynthese
Zonder eiwitten is er ook geen groei mogelijk
o Organische stoffen
Grootste deel van de cel
Opgebouwd uit suikers welke gevormd werden bij de fotosythese
Suikers
Energieleveranciers
Bouwstof voor planten
Celwanden moeten gemaakt worden
Mobiel verplaatsbaar naar plaats van behoefte
Aangemaakt in blad en suiker worden verplaats naar de
wortel
Zetmeel
Suiker niet meer nodig dn zetmeel als reserve
Eiwitten: in protoplast, kern en organellen van cellen
Cellulose: celwand neemt geen deel aan regelingen van celprocessen
3. Water in de cel
o Celwand: stevigheid van de plant, doorlaatbaar
Skelet van de cel
Water kan er vrij in bewegen
Alle cellen zijn met elkaar verbonden waardoor het waterniveau gelijk blijft
o Protoplast
Bevat zeer hoog watergehalte
Bij sterk watervlies plasmolyse
= membraan komt los van de celwand
o Vacuole : regelt het waterniveau in de plant
Hoogste watergehalte met opgeloste stoffen
Als de plant uitdroogt neemt de concentratie toe en is er een sterke
zuigkracht
Het verschil tussen verzadiging en net geen verdroging is 20 %
Celdeling + celstrekking = groei
- Celdeling = vermeerderen van het aantal cellen
o Eerst verdubbelen en daarna delen
- Celgroei
o Na deling groei tot normale celgrootte
o Sterke energiebehoefte verbranding suikers in ademhaling
, o Bij het einde is de droge stof verdubbeld
o Een proces wat zeer veel suikers vraagt
- Celstrekking
o Volume neemt toe
o Tweede groeifase
o Een van de 2 cellen deelt en de andere groeit
o De groei gebeurt door inwendige druk celspanning
o Het watergehalte in de cel neemt toe verdunning
o Vraag veel water
- Groeipunt
o Celdeling gebeurt in de groeipunt
o Celstrekking gebeurt er net achter
o Zit in wortel, scheuten en bloemaanleg
o Groei gebeurt door jong cellen want oude cellen zijn verhout
Invloed van de groeiomstandigheden
- Invloed van de temperatuur
o Stijging van temperatuur doet groei toenemen
o Hoe warmer hoe sneller de groei , maar de ademhaling gaat ook sneller
Meer energie voor alle processen nodig
- Invloed van licht
o Belangrijkste factor voor de groei
o Licht zorgt voor aanmaak van suikers
o Suikers zijn vooral nodig voor celgroei en celdeling
o De strekking vraagt veel minder suikers
o Geen licht dan is er geen fotosynthese waardoor er ook geen suikers zijn
- Invloed van koolzuurgas
o Licht en CO2 versterken elkaar
o Buitenlucht bevat 0,03 % CO2
o Daling tot 0,02% CO2 opbrengstdalin
o CO2 bemesting geeft opbrengstverhoging
o Meer licht, dan kan de plant meer CO 2 opnemen
- Invloed van water
o Vooral op celstrekking
o Jong cellen sterking onder invloed van waterdruk
o Tekort aan water cellen blijven te klein
Fotosynthese en ademhaling
- Bij de fotosynthese wordt er lichtenergie omgezet in chemische energie
- Door de ademhaling wordt de energie bruikbaar in de plant
- De overschot aan suiker wordt gebruikt voor de groei
- Voor de fotosynthese is er bladmassa nodig
o 5x meer blad dan oppervlakte nodig
Minder dan vallen de lichtstralen op de grond
Meer dan krijgen sommige bladeren onvoldoende licht
o CO2 is de belangrijkste molecule
0,03 % in de lucht
Komt via stromata (huidmondjes) in de plant
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Schuurman123. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.