BEVOEGDHEID
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEGRIPPEN
Rechtsmacht vs bevoegdheid
- Rechtsmacht
o Uitoefening van rechterlijke macht (art. 40 Gw): beslechting van geschillen
waarbij subjectieve rechten betrokken zijn -> principieel toevertrouwd aan hoven
en rechtbanken (art. 144-145 Gw)
o Engere betekenis: macht die rechter verwerft om via het bij hem aanhangig
maken van een zaak, de daarin vervatte geschilpunten te beslechten -> rechter
put zijn rechtsmacht uit door over die zaak te oordelen (art. 19, lid 1 Ger. W.)
- Bevoegdheid
o Rechtsmacht die wetgever aan bepaalde rechter concreet toebedeeld (art. 8 Ger.
W.)
o Rechter is slechts bevoegd wanneer hem de macht werd verleend om
daadwerkelijk kennis te nemen van de eis die voor hem is gebracht (art. 556 ev
Ger. W.)
o Rechter kan zich slechts bevoegd verklaren wanneer beslechting van het
betrokken geschil toekomt aan de rechterlijke macht waarvan hij deel uitmaakt
Machtsoverschrijding vs onbevoegdheid
- Sprake van machtsoverschrijding in 2 gevallen
o Wanneer rechter zich een macht toe-eigent waarover geen enkele rechter
beschikt
o Wanneer rechter over bepaald geschilpunt uitspraak doet hoewel hij over dit
punt zijn rechtsmacht reeds had uitgeput (art. 19, lid 1 Ger. W.)
- Sprake van onbevoegdheid wanneer voor een rechter een geschil wordt aangebracht
waarvan de wet de kennisname opdraagt aan een andere rechter
Verbod op overdracht van rechtsmacht
- Art. 11, lid 1 Ger. W.: in beginsel mag rechter zijn macht om geschil te beslechten niet aan
anderen overdragen
- Gerechtsdeskundige mag wel belast worden met doen van vaststellingen of geven van
technisch advies
Rechtsmacht beperkt tot gebiedsomschrijving van die rechter
- Macht om kennis te nemen van bepaald geschil wordt slechts aan rechter toegekend
binnen de aan hem toegekende gebiedsomschrijving (art. 156 Gw; art. 10, 11, 103, 186
en 622 Ger. W.)
- MAAR uitspraak van rechter kan wel over het volledige Belgische grondgebied ten
uitvoer gelegd worden
Vindplaats van bevoegdheidsregeling in Ger. W.
- Algemene beginselen -> art. 8-11 Ger. W.
- Aanhangigheid en samenhang -> art. 29-30 Ger. W.
- Houden van zittingen door vrederechters in een voormalige, opgeheven zittingsplaats
van het kanton of in een opgeheven kanton in lokaal dat door betrokken gemeente ter
beschikking wordt gesteld -> art. 66, §2 Ger. W.
- Verdeling van zaken onder afdelingen, secties, kamers of rechters van eenzelfde
rechtbank -> art. 88, §2 Ger. W.
- Aanpassen van territoriale bevoegdheid van afdelingen van rechtscollege door
zaakverdelingsreglement -> art. 186 Ger. W.
, - 3e deel van Ger. W. over bevoegdheid -> art. 556-663 Ger. W.
- Taken beslagrechter -> art. 1395, 1395/1 en 1396 Ger. W.
HOOFDSTUK 2. MATERIËLE BEVOEGDHEID
Afdeling 1. Algemene beginselen
Materiële bevoegdheid wordt bepaald door 1 of meerdere van deze 4 componenten (art. 9 Ger.
W.)
- Voorwerp van de eis
- Economische waarde van het geschil
o Van doorslaggevend belang om algemene bevoegdheid te bepalen
- Urgentie van de eis
- Hoedanigheid van de partijen
Bijzondere bevoegdheden = bevoegdheden die door wetgever uitdrukkelijk opgesomd worden
en aan bepaald rechtscollege toegewezen worden -> relevante criteria: voorwerp van eis en
hoedanigheid van partijen
Uitsluitende of exclusieve bevoegdheden = bevoegdheden die door wetgever voorbehouden zijn
aan 1 enkel rechtscollege
Functionaliteit – rationalisatie – specialisatie
- Materiële bevoegdheidsverdeling is functioneel
o Doel: behoorlijke rechtsbedeling die de rechtszoekende een optimale kans biedt
om zijn materiële rechten te beschermen en/of te realiseren
- Rationalisatie en specialisatie werden beoogd, maar vaak zijn bevoegdheden door
wetgever op arbitraire wijze toegewezen
Bevoegdheid ratione materiae raakt de openbare orde
- Dus partijen kunnen geen overeenkomsten sluiten over de materiële bevoegdheid
- Dus exceptie van materiële onbevoegdheid kan te allen tijde in de loop van het geding
opgeworpen worden, zelfs voor het eerst in hoger beroep of in cassatie (art. 854 Ger. W.)
- Dus rechter moet steeds ambtshalve de juiste toepassing van de regelen betreffende
materiële bevoegdheid onderzoeken
- Dus berusten in vonnis dat beslissing inhoudt over materiële bevoegdheid is uitgesloten
- Dus vonnis van materieel onbevoegde rechter blijft behept met een nietigheid, die enkel
gedekt wordt door in kracht van gewijsde gaan van dit vonnis (art. 19, 20 en 28 Ger. W.)
Principe: materiële bevoegdheid wordt bepaald op tijdstip waarop vordering ingediend is
Afdeling 2. Onderzoek van de componenten
§1. Voorwerp van de eis
Te bepalen via gedinginleidende akte
- Beoordeling adhv vordering zoals ze door de eisende partij gesteld is
Voorwaardelijke volheid van bevoegdheid
- Rechtbank van 1e aanleg heeft volheid van bevoegdheid (art. 568, lid 1 Ger. W.) ->
ongeacht voorwerp, kan eis ter beslechting voor sectie burgerlijke rechtbank of sectie
familie- en jeugdrechtbank van rechtbank van 1e aanleg worden aangebracht
o Uitzonderingen
Indien kennisname van dergelijk geschil door de wetgever bij uitsluiting
aan een andere rechtbank opgedragen is
, Indien eis rechtstreeks voor hof van beroep of Hof van Cassatie dient te
worden gebracht
- ‘Voorwaardelijk’ (art. 568, lid 2 Ger. W.)
o Verweerder kan in limine litis de onbevoegdheid van de betrokken rechtbank van
1e aanleg opwerpen en verwijzing vorderen naar bevoegde rechtscollege
§2. Waarde van de eis
Eis is in geld uitgedrukt
- Principe
o Gaat om som die in gedinginleidende akte geëist wordt, met inbegrip van geëiste
vervallen
o Geen rekening houden met gevorderde dwangsom, gerechtskosten en
gerechtelijke interesten (art. 557, art. 1385nonies Ger. W.)
Art. 557 Ger. W. vindt geen toepassing wanneer een procespartij
doelbewust de bevoegdheidsregelen omzeilt door gevorderde bedrag te
beperken tot wat ratione summae tot bevoegdheid van vrederechter
behoort
o Materiële bevoegdheid wordt bepaald op datum van aanhangig maken van de
zaak -> latere aanpassingen van de gevorderde bedragen zijn irrelevant voor
bepalen van bevoegdheid
- Bijzondere regels: art. 558-562 Ger. W.
o Indien vordering bestaat uit meerdere punten
o Indien meer dan 2 partijen in het geding zijn
o Indien titel van uitkering tot onderhoud betwist wordt
o Indien titel van uitkering van altijddurende rente of lijfrente wordt betwist
o Indien het bedrag van de vordering vreemd geld, waarden of openbare
beursgenoteerde effecten betreft
Eis is niet in geld uitgedrukt, maar wel waardeerbaar
- Bevoegdheid wordt in de 1e plaats bepaald adhv bijzondere bevoegdheidsregels
- Zaak kan, naar keuze van de eiser, gebracht worden voor sectie burgerlijke rechtbank of
sectie familie- en jeugdrechtbank van rechtbank van 1e aanleg, of voor
ondernemingsrechtbank, of voor vrederechter (art. 592 Ger. W.)
o Keuzemogelijkheid is niet van openbare orde! Aangezochte rechter mag
ambtshalve zijn bevoegdheid in twijfel trekken
- 2 voorwaarden voor keuze van eiser
o Waarde van eis mag in geen geval uitgedrukt of bepaald zijn
o Beslechting van eis mag niet behoren tot uitsluitende of bijzondere bevoegdheid
van rechtbank van 1e aanleg (art. 569, 570 en 571 Ger. W.), arbeidsrechtbank (art.
579-583 Ger. W.), ondernemingsrechtbank (art. 574 Ger. W.), politierechtbank,
vrederechter (art. 597 Ger. W.) of scheidsgerecht (art. 590, lid 2 en art. 1682, §1
Ger. W.)
Eis is niet in geld uitgedrukt en is niet waardeerbaar
- Materiële bevoegdheid wordt bepaald door voorwerp van de eis
- Rekening houden met voorwaardelijke volheid van bevoegdheid van sectie burgerlijke
rechtbank en sectie familie- en jeugdrechtbank in rechtbank van 1e aanleg (art. 568 Ger.
W.)
- Rekening houden met onderscheid tussen algemene, bijzondere en uitsluitende
bevoegdheid van rechtscolleges
§3. Urgentie