Relatief korte, puntsgewijze samenvatting van alle hoofdstukken voor het vak Klinische Psychologie 1B (H11 t/m 25). Als je een samenvatting zoekt met heel veel details dan is dit misschien niet de juiste, maar voor mij werkte het fijn als aanvulling op het lezen van het boek.
Voor H11 tot H15 is ...
[Meer zien]
Laatste update van het document: 4 maanden geleden
Klinische psychologie 1 Theorieën en psychopathologie 4e editie 2023 / Henk van der Molen / 80 uitdagende open vragen met antwoorden uit het hele boek
Klinische Psychologie 1: Persoonlijkheidstheorieën en Psychopathologie (PB3002)
volledige uitwerking hoofdstuk 2 tot en met 10 klinische psychologie 1a OU
AUTISMESPECTRUMSTOORNIS (ASS)
KLINISCH BEELD BELOOP: COMORBIDITEIT: obsessief-compulsieve stoornis, sociale-angst
Twee kerndomeinen: - Met ouder worden meer lichamelijke en psychische klachten en stoornis, ADHD, depressieve stoornis, psychosespectrum-
1. Deficiën2es in sociale communica2e en interac2e (alle 3): aandoeningen stoornissen, persoonlijkheidsstoornissen
Ø In sociale wederkerigheid - Wisselt sterk van persoon tot persoon
Ø In non-verbale communica=e Ø Intelligen=e belangrijke factor Prevalen=e 55 – 94%
Ø In ontwikkelen, onderhouden en begrijpen van rela=es Ø Compenseren of camoufleren gerelateerd aan hogere lijdensdruk Gevolg: hoge lijdensdruk en zorgbehoede
2. Beperkte, repe22eve gedragspatronen, interesses en ac2viteiten: en mogelijk overvraging
Ø Stereo=epe bewegingen, gedragingen of spraak - Lijdensdruk en func=oneren sterk aiankelijk van levensfasen
Ø Moeite met veranderingen, rou=nes en rituelen (transi=emomenten)
Ø Beperkte, gefixeerde interesses
Ø Hyper- of hyporeac=viteit op zintuiglijke prikkels
DIAGNOSTIEK
Overige kenmerken DSM-5-TR: - Kan niet op biologisch of neurocogni=ef niveau worden
- Aanwezig in vroege ontwikkelingsperiode gediagnos=ceerd
Ø Kan verhuld worden door (bovengemiddelde) intelligen=e, een Ø Te veel varia=e in genafwijkingen
goed gestructureerd sociaal steunsysteem en aangeleerde Ø Neurocogni=eve beperkingen ook veel voorkomend bij
THEORETISCHE VISIES andere stoornissen
strategieën Erfelijkheid: 83%
- Symptomen niet beter verklaard door intellectuele Ø Cogni=eve taken niet sensi=ef genoeg
Omgevingsfactoren: 17% - Diagnose alleen op gedragskenmerken: anamnese,
ontwikkelingsstoornis of globale ontwikkelingsachterstand - Factoren =jdens en voor zwangerschap (bv. geboortetrauma’s,
Ø Comorbide ASS en intellectuele ontwikkelingsstoornis: sociale heteroanamnese (semi-gestructureerd interview), observa=es
navelstrengcomplica=e) - Veel personen beperkt zelfinzicht (AQ vragenlijst weinig
communica=e lager dan verwacht bij algemene ontwikkelings- - Foliumzuur voor/begin zwangerschap: verkleinde kans op ASS
achterstand betrouwbaar)
- Mate van symptomen – 3 niveaus: vereist steun, vereist substan=ële - Neuropsychologisch onderzoek kan inschafng geven van
Neurodiversiteit: mensen met ASS verwerken informa=e en communiceren op goede en zwakkere kanten (handelingsgerichte diagnos=ek)
steun, vereist zeer substan=ële steun een andere manier
Bij onvoldoende gedragskenmerken maar wel belemmering en niet verklaard Empathie:
door andere diagnose: “andere gespecificeerde neurobiologische - Dubbele-empathie theorie: mensen zonder ASS kunnen zich ook niet
ontwikkelingsstoornis” goed verplaatsen in mensen met ASS
- Wel moeite met cogni=eve empathie (wat een ander denkt), geen
beperking in emo=onele empathie
BEHANDELING
- Geen behandeling voor verdwijnen gedragskenmerken
- Psycho-educa=e: doel = accepteren diagnose en meer zicht
krijgen op eigen beperkingen en kwaliteiten
- Belang prak=sche- / levensloopbegeleiding (generaliseren
naar thuissitua=e is moeilijk bij ASS), m.n. =jdens
transi=emomenten
- Enige eviden=e voor acceptance and commitment therapy,
dierondersteunde therapie en muziektherapie
- MBSR en cogni=eve gedragstherapie effec=ef voor
verminderen comorbide angst en depressie
CULTUUR: GENDER - Medica=e m.n. voor comorbide problema=ek
- Vaker in westerse landen, s=jging wereldwijd - Vaker bij jongens (3:1)
- Van invloed op diagnos=ek (bv. oogcontact) à heteroanamnese - Bij vrouwen vaak later gediagnos=ceerd door maskeren (aangeleerd
gedrag)
Ø Iden=teitsproblemen, overbelas=ngsklachten, emo=eregula=e
problemen
- Gefixeerde interesses vaak anders van aard
- Vaker bij transgender personen (m.n. geboortegeslacht vrouw)
, PREVALENTIE: 2,8% bij volwassenen – afnemend met toenemen van
leedijd (+/- held kinderen behoudt ADHD diagnose)
AANDACHTSDEFICIËNTIE-/HYPERACTIVITEITSSTOORNIS (ADHD)
KLINISCH BEELD BELOOP: COMORBIDITEIT: ASS, depressie, bipolaire stoornis,
Externaliserende psychische stoornis (problema=ek naar buiten), Belangrijkste voorspeller voor ADHD =jdens volwassenheid is de ernst van angststoornissen, opposi=oneel opstandige gedragsstoornis,
gekenmerkt door onopleKendheid, impulsiviteit en hyperac2viteit. symptomen =jdens kinder=jd eetstoornissen, middelenmisbruik. Daarnaast: vaker poging tot
- Voortduren is het sterkst voor overwegend onoplelend en suïcide, sterk verhoogde kans op aanwezigheid
Drie subtypen: gecombineerde subtype emo=eregula=eproblemen, medische problemen (obesitas).
1. Overwegend onoplelende type: min. 6 maanden min. 5 kenmerken
(bij kinderen 6) – meest voorkomend bij volwassenen Bij mannen meer externaliserende problema=ek, bij vrouwen meer
Ø Onvoldoende aandacht voor details internaliserende problema=ek.
Ø Moeite met aandacht bij ac=viteit houden
Ø Niet luisteren bij aangesproken worden THEORETISCHE VISIES Symptomen kunnen voorkomen bij vrijwel alle andere psychische
Ø Werk niet anrijgen en aanwijzingen niet goed opvolgen Mul2factoriële psychiatrische stoornis: stoornissen
Ø Moeite met organiseren van werk - Erfelijkheid (72%)
Ø Taken vermijden die langdurig aandacht vragen - Complexe interac=es tussen verschillende genen (polygene=sch)
Ø Dingen kwijtraken - Omgevingsfactoren:
Ø Gemakkelijk afgeleid zijn Ø Blootstelling aan gidige stoffen
Ø Vergeetach=gheid Ø Tekorten aan voedingsstoffen
DIAGNOSTIEK
2. Overwegend hyperac=eve-impulsieve type: min. 6 maanden min. 5 Ø Zwangerschapscomplica=es
- Geen objec=ef medisch, gene=sch of neuropsychologisch
kenmerken (bij kinderen 6) Ø Nega=eve ervaringen
mee=nstrument
Ø Fysiek onrus=g Ø Aanvulling WHO: opleidingsniveau, gescheiden status, mannelijk
- Belangrijke rol inzicht clinicus
Ø Moeilijk op plaats blijven zilen geslacht
Ø Alert op mogelijke andere diagnose
Ø Moeilijk rus=g spelen of ontspannen - Neurobiologie: diverse subcor=cale hersengebieden (o.a. amygdala en
Ø Niet alleen uitgaan van zelfrapportage, maar ook (semi-
Ø Druk bezig zijn of doordraven hippocampus) kleiner – mogelijk vertraagde rijping
)gestructureerde interviews inzelen
Ø Veel praten Ø Waar mogelijk heteroanamnese afnemen bij in kaart
Ø Antwoorden voordat de vraag gesteld is Neuropsychologische kenmerken:
brengen symptomen en impact op dagelijks leven
Ø Moeite met wachten - Verminderd verbaal en visuospa=eel werkgeheugen
Ø Opdringerig of anderen storen - Verminderde vigilan=e (waakzaamheid)
3. Gecombineerde type – minst voorkomend bij volwassenen - Verminderd vermogen om te plannen
- Verminderde mate inhibi=econtrole
Overige kenmerken DSM: - Directe beloningen overschalen
- Verschillende kenmerken al voor 12 jaar aanwezig
- Verschillende kenmerken op min. 2 terreinen aanwezig Verklaringsmodellen:
- Execu=ef verklaringsmodel: verstoord execu=ef func=oneren
Geen problemen bij interessante of fascinerende zaken. - Toestands-regula=emodel: moeite om energe=sche toestand aan te BEHANDELING
Volwassenen hebben ook vaak moeite met het aangaan van sociale passen aan veranderende eisen vanuit omgeving - Preven=e niet mogelijk
contacten en onderhouden van rela=es. - Delay-aversion-model: tekort in waarderen toekoms=ge beloningen (à - Start met psycho-educa=e en prak=sche adviezen
moeite met uitstel) - Indien niet effec=ef: medicamenteuze of niet-
Ø Dual-pathway-model: samenspel tussen gebrekkige medicamenteuze behandeling
inhibi=econtrole (denken en doen) en moeite met uitstel Ø S=mulan=a (bewezen werkzaam voor alle
- Dynamische ontwikkelingstheorie: afwijkend bekrach=gingsproces van leedijdsgroepen): verhogen aanwezigheid
nieuw gedrag en uitdoven van inadequaat gedrag catecholaminen, m.n. dopamine, in synap=sche spleet
(kunnen daardoor langer werking uitvoeren)
§ Meest gebruikelijke bestandsdelen
methylfenidaat, amfetaminen, pemoline
Ø Vaardigheidstraining
Ø Cogni=eve gedragstherapie (bewezen middelgrote
effecten)
CULTUUR: GENDER
Ø Medita=etherapie (onvoldoende wetenschappelijke
- Meningen over rela=e met ADHD lopen uiteen - Tijdens kinder=jd 2 keer zo vaak bij jongens dan bij meisjes
ondersteuning)
- Culturen kunnen verschillen in de mate waarin ze hyperac=viteit - Verhouding zwakt af rich=ng volwassenheid (naar 1,6:1)
tolereren - Bij vrouwen lijkt onoplelendheid meer op de voorgrond te staan; bij
- ADHD kenmerken kunnen anders geuit worden binnen verschillende mannen hyperac=viteit en impulsiviteit
culturen
, PREVALENTIE: Schizofrenie: 1% van algemene bevolking
SCHIZOFRENIESPECTRUM- EN ANDERE PSYCHOTISCHE STOORNISSEN 12,5% min. 1 symptoom van psychose
KLINISCH BEELD BELOOP: stadiëringsmodel COMORBIDITEIT: is de regel
Posi=eve symptomen: verschijnen - 0: familiale belas=ng, geen symptomen - Middelengebruik (vroeger begin, verhoogde kwetsbaarheid in
- Wanen: vaststaande overtuigingen die niet veranderen, ook al is - 1a: psychose-ach=ge ervaringen, geen lijdensdruk/verminderd ARMS-fase bij intensief cannabisgebruik)
bewijsmateriaal duidelijk strijdig ermee func=oneren - PTSS: trauma verantwoordelijk voor 33% van psychosen
Ø Meest voorkomend is achtervolgingswaan - 1b: at risk mental state (ARMS) – 25% kans op eerste volledige psychose - Zwakbegaafdheid en lichtverstandelijke beperking: sneller
Ø Gepaard met vermijdings- en veiligheidsgedrag - 2: psycho=sche symptomen – 74% naar 3 verkeerde en overgeneraliserende conclusies
Ø Verschillende soorten wanen zie volgende pagina - 3a: incomplete remissie, restsymptomen aanwezig – 10-30% naar 4 - Soma=sche aandoeningen (minder lange levensverwach=ng)
- Hallucina2es: zintuiglijke waarnemingen zonder externe bron - 3b: terugval (binnen 6 mnd) of heroptreden (na min. 6 mnd)
Ø Meest voorkomend is stemmen horen - 3c: meerdere terugvallen (min. 3 episoden met tussendoor
Ø Lijdensdruk vooral bij nega=eve inhoud/geen controle symptoomvrije perioden) DIAGNOSTIEK
- Desorganisa2e: denken verliest samenhang en logica, merkbaar via - 4: erns=ge persisterende psycho=sche perioden (geen symptoomvrije - Intakes, observa=es, semigestructureerde interviews (SCAN,
spraak- en gedragsproblemen perioden: permanente psychose) CASH, SCID) en heteroanamnese
Ø Katatonie = motorische symptomen zoals s=lvallen (hypo), - Vaststellen ARMS-stadium:
opwinding (hyper) of bizarre herhalingen Ø 16-item Prodromal Ques=onnaire (PQ16): eerste
THEORETISCHE VISIES
Modellen: screening
Nega=eve symptomen: verdwijnen van normaal gedrag (mo=va=e, sociale Ø Comprehensive Assessment of ARMS (CAARMS):
1. Neuropsychisch model van psychose:
interesse, gevoel, emo=onele expressie, spraak en plezier) uitsluitsel
Ø Bolom-up proces: neurobiologie (bv. dopaminesensi=sa=e)
Ø Top-down proces: iemands cogni=eve beoordeling
Ø Cogni=eve tendensen: disfunc=onele denks=jlen die
Schizofrenie: BEHANDELING
denkprocessen verstoren (bv. covaria=e-, confirma=e-,
- Symptomen (min. 1 mnd): - Vaak meerdere stoornissen tegelijk – behandeling is
dataverzamelingstendens, onjuiste interpreta=e mimiek)
Ø Wanen combina=e van richtlijnen
Ø Consolida=e van wanen door:
Ø Hallucina=es - Psycho-educa=e: effec=ef in ARMS stadium, later alleen voor
§ Selec=eve aandacht
Ø Gedesorganiseerd spreken gezinsleden (guns=ger beloop bij pa=ënt)
§ Vermijdings- en veiligheidsgedrag
Ø Erns=g gedesorganiseerd of katatoon gedrag - Farmacotherapie (an=psycho=ca): verminderen posi=eve
§ Geheugenvertekeningen
Ø Nega=eve symptomen symptomen – geen meerwaarde in ARMS naast CGT
§ Metacogni=eve tendens: eigen vermogen onderschalen
- Niveau func=oneren duidelijk verslechterd - Cogni=eve gedragstherapie voor psychose (CGTp)
§ Zelf-s=gma=sering
- Psycho=sche symptomen min. 6 mnd ononderbroken aanwezig Ø CGTarms verlaagt aantal transi=es van ARMS naar
2. Netwerkbenadering: interac=es tussen verschillende factoren
Schizofrenieforme stoornis: zelfde als bij schizofrenie, maar een episode (symptomen, kenmerken, omgeving) veroorzaken de stoornissen – i.p.v. eerste psychosen met bijna 40%
duurt max. 6 mnd andersom Ø Bij (erns=ge) psychose: combina=e “pillen en praten”
- Andere methoden: gezinsinterven=es, verpleegkundige zorg,
Schizo-affec2eve stoornis: Risicofactoren: en inzet ervaringsdeskundigen met aandacht voor herstel,
- Depressieve/manische stemmingsepisode tegelijk met schizofrenie - Geen biomarkers (wel aanwijzingen voor verband met bepaalde eiwilen) rehabilita=e en par=cipa=e in maatschappij
symptomen - Gen-varianten - Verschillende teams voor verschillende stadia: early detec=on
- Min. 2 wk wanen/hallucina=es zonder gelijk=jdige - Pre- en perinatale factoren and interven=on (EDI), vroege interven=e buitengewone
stemmingsepisode - Miga=e (m.n. tweede-genera=e migranten) ervaringen (VIBE), vroege interven=e psychose (VIP), flexible
- Symptomen van stemmingsepisode grootste deel van ac=eve en - (Jeugd)trauma asser=ve community treatment (FACT)
restase aanwezig - Cannabisgebruik, vooral veelvuldig gebruik voor 15 jaar (o.a. door
Waanstoornis: verstoringen in dopamineregula=e)
- Een of meer wanen gedurende min. 1 mnd - ADHD-symptomatologie, en ASS in mindere mate
GENDER
- Geen schizofrenie - Inciden=e bij mannen hoger; bij vrouwen kleine piek na
- Func=oneren niet duidelijk beperkt, gedrag niet onmiskenbaar menopauze (oestrogeen beschermt)
CULTUUR:
vreemd - Mannen meer nega=eve symptomen; vrouwen meer posi=eve
- Grote verschillen inciden=e en prevalen=e tussen landen
- Indien stemmingsepisoden: rela=ef kortdurend t.o.v. waanperiode - Beloop bij mannen erns=ger, vrouwen ervaren minder
- Verschillen binnen landen: groter risico etnische minderheidsgroepen
Kortdurende psycho2sche stoornis: - Invloed van betekenis “bijzondere ervaringen” kwaliteit van leven
- Wanen, hallucina=es en/of gedesorganiseerd spreken - Bij mannen vaker invloed van middelenmisbruik en verslaving;
Ø Evt. met erns=g gedesorganiseerd of katatoon gedrag bij vrouwen vaker vroegkinderlijke trauma=sche ervaringen
- Duur = 1 dag tot 1 mnd met volledig herstel - Vaker bij non-binair, maar overclassifica=e aannemelijk
Ø Erkenning genderiden=teit = beter herstel, minder
symptomen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kirstenvg. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,56. Je zit daarna nergens aan vast.