100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting - Sociologie en rechtssociologie door Jonathan Bernaerts €12,86   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting - Sociologie en rechtssociologie door Jonathan Bernaerts

 338 keer bekeken  5 keer verkocht

Dit is een volledige samenvatting van "Het sociologische speelveld" en "Dialogen tussen recht en samenleving" gedoceerd door Jonathan Bernaerts. Het zijn popwerpoints en lesnotities aangevuld met boek en veel voorbeelden. 13/20 ermee gehaald!!

Laatste update van het document: 3 maanden geleden

Voorbeeld 4 van de 141  pagina's

  • 14 juni 2024
  • 18 juni 2024
  • 141
  • 2023/2024
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (24)
avatar-seller
amalianeagu
Sociologie en rechtssociologie
- Academiejaar 2023-2024 -
Hoofdstuk 1: Wat is rechtssociologie?
1.1 Methode
 Rechtssociologie – empirische methode+ extern perspectief
o Empirische methode:
 Wetenschappelijke, systematische gegevensverzameling in de praktijk, in
het ‘veld’
 Wetenschappelijke analyse van de verzamelde data
 Recht in de SL
 Verschillende technieken, zoals surveys, interviews, veldwerk en
statistische analyses.
 Rechtswetenschap - doctrinaire methode die meerdere methoden omarmt en technieken
omvat + intern perspectief (deelnemer aan de rechtspraktijk)
 Juridische (doctrinaire) methode
o Feiten verzamelen (beperkt empirisch/ in de praktijk)
o Regel moet worden gevonden  ‘heuristiek’
o Regel kan open of vage nrmen bevatten  interpreteren volgens de juridische
technieken
o Geldigheid van de norm controleren  beoordelen volgens de interne
systematiek, formeek-juridische criteria
 Is de norm in overeenstemming met de Belgische wet, het
Europees recht, ...?
 Sociaal-wetenschappelijke criteria = meestal niet belangrijk voor
de geldigheid.
o Meerdere regels zijn mogelijk  afwegen (bv. Vrijheid v meningsuiting vs.
godsdienstvrijheid).
o Regelcreatie of bestaande regel kent gebereken  voorschrijven van hoe het zou
moeten zijn (sollen/ ought to be) / verbeteren van de regel (normatief)
o Deze beslissingen/ een standpunt worden gelegitimeerd  argumentatie
 Subsumptie: feiten onder regel brengen (EXAMENVRAAG: Casusvraag vb.
→ feiten onder een bepaalde regel brengen → feiten verzamelen →
relevant voor casus of juridische positie)
 Alles binnen de grenzen van de doctrine, met het oog op het bewaken van de coherentie van
de doctrine (spanning: als het gaat over activistische rechters die het recht moeten
toepassen en niet maken)
 Voorbeeld van doctrinaire methode: genitale verminking/ besnijdenis in Senegal (besnijdenis
bij vrouwen om intieme relaties minder leuk te maken  doel: zo wordt een vrouw trouw
aan de man); stel dat je meer wil weten over dat onderwerp, hoe wordt dat geregeld?
o Vaststelling van een onderzoeksprobleem (u wil meer weten over het onderwerp)
o Onderzoeksvraag in juridisch doctrinair onderzoek: “welke juridische instrumenten
zijn relevant?”
o Zoeken en analyseren van juridische bronnen
 Verdragen: recht van Senegal
 RP (Senegal)
 RL (artikels en boeken)
 Analyse van juridische bronnen wijst op bestaan van een sterk
mensenrechtelijk kader: ‘probleem’ opgelost!
 Maar zijn de instrumenten ook effectief?

, • Waarom wel, waarom niet? Falende implementatie? Weinig
maatschappelijke steun?
• Deze vragen kan je niet beantwoorden d.m.v een uitsluitend juridische
analyse, empirisch onderzoek is nodig, bv. b. stadionverbod op vlak van
vuurwerk → antwoord vind je niet in rechtswetenschap, maar moet je
bekijken in praktijk
 Praktijk gaat in tegen de wetgeving, dus we gaan kijken og het gebeurd of niet

 Doctrinaire trefwoorden, formuleringen en vragen
o Privaatrecht
o De rechtmatigheid v ... , De bevoegdheid om ... , De strijd v ... met ... , De
aansprakelijkheid v ... , De strafbaarheid v ... , De gebondenheid aan ... , De
rechtsgevolgen v ... ,
o Inhoud van een verdrag
o Inhoud van een vonnis
o Doctrine, rechtssystematiek, dogmatiek
o ….

 Law in the books
o Vragen: “Hoe luidt het recht?”, “Wat omvat het recht?”,…

 Empirische/ rechtssociologische trefwoorden, formuleringen en vragen
o De effectiviteit van…
o De oorzaken van..
o Ervaringen met…
o Verklaring, gevolgen en oorzaken
 Law in action: in de praktijk
 Vragen: “Hoe is het recht ontstaan?” en “Hoe werkt het recht?”
o Vb. Regels van COVID-19:
 “Wat waren de regels voor begrafenissen?”  ministeriële besluiten
 “Werden deze regels nageleefd?”  “Wat was de achtergrond v.d. regel?”
Wat onthouden?
 Het onderzoek van juridisering van de SL: empirische methode en externe perspectief (: we
gaan kijken in de praktijk en wij kijken extern (vanwaar komt het recht? Effecten: bedoeld/
onbedoeld?)
o Vragen kunnen gedeeltelijk beantwoord worden vanuit een intern perspectief
daarom externe perspectief
o Gebruik van empirische gegeven
o =externe benadering zoals we die aantreffen in de interdisciplinaire (kan empirisch
of normatief worden beleefd) studie van het recht
o Nadruk op context van een relatie tot de SL
o Niet gericht op rechtspraktijk, kan beleid ondersteunen

,1.2 Perspectief
Intern perspectief Extern perspectief
Deelnemersperspectief Toeschouwersperspectief
(Men staat in het recht als advocaat, (Men neemt de blik ve toeschouwer)
rechter, ...)
Interne, autonome logica. Relatie tot maatschappelijke context.


Rechtszekerheid en rechtseenheid Onzekerheid en variatie.
Gericht op rechtspraktijk. Gericht op beleid/wetenschap.
Structureel gericht op bewaken en versterken Constructief subversief.
vd coherentie vh recht.
Rolmodel vd rechter centraal. Ook rollen voor wetgever, handhaver en
uitvoerder, onderzoeker
Vooronderstelling dat recht praktisch een Toetsing v effectiviteit vh recht.
verschil uitmaakt.
Monodisciplinair : doctrinair. Interdisciplinair door aanvullende disciplines :
empirisch of normatief.
Vooral ‘casus-methode’ en belang Verschillende methoden.
argumentatie.
Juridisch normatief. Hoe werkt het recht? Hoe ontstaat het recht?
Hoe luidt het recht? Hoe zou het moeten
luiden?
“is = ought” “is ≠ ought”


De vraag is wat het is komt overeen met hoe het zou moeten zijn
 Rechtssocioloog: als toeschouwer bij voetbal
 Rechtszekerheid: duidelijk antwoord van het recht en rechtseenheid: één antwoord, als je
naar RB gaat en ene rechtbank zegt A en de andere B, dan komt de rechtseenheid in het
gedrang
 Opmerkingen bij empirische methode/ externe perspectief
o Externe vervangt het interne niet
o Doctrinaire methoden blijven noodzakelijk als jurist; ze definiëren de identiteit van
een jurist
o De professionele toepassing van doctrinaire kennis gaat gepaard met een inzicht in
de voordelen en de tekortkomingen van het interne perspectief
o Externe perspectief complementeert het interne perspectief: verschillende vragen
vanuit beide perspectieven
 Illustraties externe perspectief (1/2)
 Bv. rookverbod, hoe komt dat deze succesvol was in jaren 80 in California
terwijl roken populair was en in België slechts gedeeltelijk nageleefd?
 Dubbele institutionalisering: bepaalde normen zijn aanwezig in de
samenleving en worden dan opnieuw bevestigd in de samenleving
(bepaalde nom bevestigt een norm)
 Wat is de impact van de zogenaamde ‘juridisering’ op traditionele
domeinen van de SL, bijvoorbeeld onderwijs of zorgverlening?
 Juridisering: de impact van het recht op een domein

,  Landbouwers klagen over de hoeveelheid regels die ze
moeten toepassen, dit is ook een vorm van juridisering
 Hoe kan de achterstand bij de rechtbanken van eerste aanleg en bij de
hoven van beroep worden weggewerkt?
 Waarom komt online dispute resolution in civiele zaken zo moeizaam van
de grond, terwijl online bankieren/shoppen/ administratie zo succesvol
is?
Deze vragen kunnen niet vanuit een intern perspectief worden verklaard.
Centrale vragen zijn: “Hoe werkt het recht” en “Hoe is deze ontstaan?”  Kijken
voor, rond en na het recht!!

2. Waarom rechtssociologie?
§ Overzicht van argumenten, oude en nieuwe:
1) Academisering van de rechtenstudie;
2) Maatschappelijke ontwikkelingen en het recht;
3) Professionele ontwikkelingen - Evoluties binnen de juridische beroepen;
4) Meerwaarde voor de rechtspraktijk: concrete voorbeelden voor juridische
beroepen. (deze meerwaarde wordt door meer ervaren (afgestudeerde) juristen
bevestigd – studenten herkennen deze minder)
1) Sociaalwetenschappelijke disciplines (zoals rechtssociologie) zijn ‘academische’ studies.
§ Niet direct op een beroep gericht.
§ Componenten
• Empirische sociaalwetenschappelijke methode.
• Theorievorming: om zo bepaalde elementen in de werkelijkheid te
gaan begrijpen, te gaan verklaren en te analyseren
• Belang van wetenschappelijke benadering van
samenlevingsproblemen: als er maatschappelijke problemen zijn,
kunnen wij vanuit buikgevoel bekijken of wetenschappelijk
2) Maatschappelijke ontwikkelingen en recht: nieuwe vormen van samenleven; nieuwe
relatievormen
• Toenemende complexiteit van de te reguleren maatschappelijke domeinen, vb.
arrest bij Grondwettelijk Hof over gender → niet alleen kijken naar juridische
argumenten maar ook naar de rest: bepaalde juridische zaken worden beter
begrepen door te kijken naar wetenschappelijke kenmerken van de rechtssociologie
• Mondige burger wil meer verantwoording (en inspraak): bv. burger panels, hoe gaan
wij dat organiseren? Welk belang hechten wij aan burgerparticipatie?  burgers
willen inspreken
• Schaarse overheidsmiddelen dwingen tot effectiviteit en efficiëntie van wetgeving
en geschilbeslechting: relatie kosten en baten op best mogelijke manier zodat het
doel bereikt wordt; men moet naar praktijk gebruiken (middelen evenredig met
doel?)
• = ‘Better regulation’ en gestage groei van evaluatiecultuur: wat werkt best?
o Digitalisering veroorzaakt nieuwe juridische problemen: wat betekent
digitaal vergaderen in de gemeenteraad voor de dynamiek ervan? Hoe
loopt de procedure? Wat zijn de voor- en nadelen ervan?
o Meer aandacht voor performante handhaving, uitvoering en naleving van
regels: standaard is er handhaving door de politie
3) Professionele ontwikkelingen (juridische actoren)
§ Rechters moeten niet-juridische complexe problemen begrijpen, bv. stikstof
§ Nieuwe forensische technieken en criminologische theorie in strafrecht

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper amalianeagu. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €12,86. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 78600 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€12,86  5x  verkocht
  • (0)
  Kopen