Logopedie Samenvatting ......................................................................................................................... 2
1 De werking van het gehoororgaan ................................................................................................... 2
2 Gehooronderzoek en oorzaken (plots)doofheid/SH ........................................................................ 3
3 Behandeling bij gehoorverlies en hooraanpassingen....................................................................... 6
4 Cochleaire implantatie (C.I.), articulatie/spraakafzien en afronding lessen ..................................... 8
Logopedie Notulen ................................................................................................................................ 12
Les 1: De werking van het gehoororgaan .......................................................................................... 12
Les 2: Gehooronderzoek en oorzaken (plots)doofheid/SH ............................................................... 16
Les 3: Behandeling bij gehoorverlies en hooraanpassingen ............................................................. 20
Les 4: Cochleaire implantatie (C.I.), articulatie/spraakafzien en afronding lessen ............................ 24
1
,Logopedie Samenvatting
1 De werking van het gehoororgaan
De student weet hoe het met het gehoor in Nederland gesteld is.
- Ongeveer 1 op de 12 Nederlanders ervaart gehoorproblemen. Dit omvat ook aandoeningen
zoals Tinnitus en Hyperacusis.
- Er zijn 15.000-20.000 dove mensen in Nederland.
- Er zijn ongeveer 1,5 miljoen slechthorende mensen in Nederland.
- Veel jonge kinderen (7-9 jaar) gehoorschade door te hard volume (koptelefoon is beter).
- Kwart van de jonge mensen heeft al gehoorschade opgelopen.
- 30.000 jongeren lopen per jaar blijvende schade op aan hun gehoor, met name door lawaai.
De student weet wat geluid is en waar dit uit bestaat.
Luidheid = Decibel (dB)
- Geluidsniveaus worden gemeten in decibel (dB).
- Gehoordrempel bij goed gehoor: 0 dB (geluid vallende speld). Sommige horen zelfs -5 dB.
- Luidheid spraak: Fluisteren = 30 dB en gewone spraak = 60 dB.
- Gehoorbeschadiging vanaf: 80 dB (is ondergrens, schadelijk bij blootstelling 8 uur of langer).
- Pijngrens: 120 dB (opletten dat je bij een hoortoestel hier dus ook niet overheen gaat).
- Langdurige en veelvuldige blootstelling is schadelijker dan kortdurende.
- Grens kroegen/discotheken Nederland: 103 dB.
Toonhoogte = Frequentie (Hertz)
- Geluid heeft een frequentie, gemeten in Hertz (Hz), die de toonhoogte bepaalt.
- Hoge toon → Veel trillingen per seconde. Lage toon → Weinig trillingen per seconde.
- Goede oren horen: Tussen de 20 en 20.000 Hertz.
- Er zijn 20.000 haarcellen die allemaal corresponderen met een bepaalde toonhoogte.
- Menselijke spraak: Tussen de 250 en 4000 Hertz (wordt getest door audicien).
- Infrasone geluiden: Extreme lage trillingen (tonen) die buiten het normale menselijke
waarnemingsgebied liggen. Dieren kunnen dit wel horen.
- Ultrasone geluiden: Extreem hoge trillingen (tonen) die buiten het normale menselijke
waarnemingsgebied liggen. Dieren kunnen dit wel horen.
De student kent de werking van het gehoororgaan.
Uitwendig oor:
- Oorschelp: Vangt geluidsgolven op en bepaalt de richting waar het geluid vandaan komt.
- Gehoorgang: Geleidt geluid naar het trommelvlies.
Middenoor:
- Trommelvlies: Dun membraan dat trillingen opvangt en doorgeeft aan de gehoorbeentjes.
- Gehoorbeentjes (Hamer, Aambeeld, Stijgbeugel): Versterken en geleiden geluidstrillingen van
het trommelvlies naar het ovale venster.
- Buis van Eustachius: Reguleert luchtdruk in het middenoor, zodat er geen spanning op het
trommelvlies komt.
Binnenoor:
- Ovale en Ronde venster: Ovale venster ontvangt trillingen van de gehoorbeentjes en zet
vloeistof in beweging binnen het slakkenhuis. Ronde venster compenseert deze beweging,
zodat de vloeistof kan bewegen door de trilling.
- Slakkenhuis (Cochlea): Bevat het orgaan van Corti, waar haarcellen zitten die trillingen
omzetten in elektrische signalen.
- Haarcellen: Zintuigcellen die geluidstrillingen omzetten in elektrische signalen die door de
gehoorzenuw naar de hersenen worden gestuurd.
2
, Auditief systeem:
- Gehoorzenuw en Hersenstam: Dragen signalen van het binnenoor naar de auditieve cortex in
de hersenen. Hier worden geluid geanalyseerd en geïnterpreteerd, waaronder richting horen
en herkennen locatie geluidsbron.
- Auditieve hersenschors: Vindt patroonherkenning (+ andere hersengebieden), het herkennen
van spraakklanken en muziekpatronen plaats.
De student weet welke soorten gehoorverlies er zijn.
Perifeer gehoorverlies: Problemen in het gehoororgaan zelf.
- Geleidingsverlies
o Waar? Uitwendig oor of middenoor.
o Gevolg spraakverstaan? Demping van geluid, geluid wordt zachter gehoord.
o Oplossing? Eventuele operatie of hoortoestel (versterkt geluid).
- Perceptieverlies
o Waar? Slakkenhuis of gehoorzenuw.
o Gevolg spraakverstaan? Vervorming van het geluid.
o Oplossing? C.I. of hoortoestel.
- Gemengd gehoorverlies
o Gehoorverlies door problemen in meerdere onderdelen van het gehoororgaan.
Centraal gehoorverlies: Stoornissen in de hersenfunctie → Het geluid komt niet in het auditieve deel.
Soorten ontstaan van gehoorverlies:
- Congenitaal gehoorverlies: Ontstaan voor, tijdens of kort na de geboorte.
- Verworven gehoorverlies: Ontstaan later in het leven bij kinderen en volwassenen.
- Pre-linguaal/post-linguaal gehoorverlies: Relatie start taalontwikkeling (plotsdoof).
De student weet welke hoorproblemen er kunnen zijn zonder dat er sprake hoeft te zijn van
gehoorverlies.
- Tinnitus: Oorsuizen, een geluid horen, zonder dat dat geluid er werkelijk is.
- Hyperacusis: Overgevoeligheid voor (hard) geluid.
- Diplacusis: De toonhoogtewaarneming in het ene oor is anders dan in het andere oor.
2 Gehooronderzoek en oorzaken (plots)doofheid/SH
De student kan verschillende veroorzakers van SH/doofheid benoemen en uitleggen en weet waar
in het oor je de gevolgen hiervan ondervindt.
Middenoorproblemen:
- Otitis Media en Lijmoor: Middenoorontsteking en vocht in het middenoor.
o Oorzaak: Bacteriële infectie, vaak als gevolg van een infectie van de bovenste
luchtwegen die via de buis van Eustachius het middenoor bereikt.
o Gevolgen: Ontsteking leidt tot ophoping van vocht in de trommelholte, wat het
trommelvlies kan doen intrekken, waardoor geluidstransmissie wordt verstoord.
- Otosclerose:
o Oorzaak: Abnormale botgroei die de stijgbeugel vastzet in het ovale venster,
waardoor geluid niet goed kan worden doorgegeven.
o Gevolgen: Kan leiden tot gehoorverlies doordat geluidstrillingen niet effectief worden
overgedragen naar het binnenoor. Kan operatief worden behandeld.
Binnenoorproblemen:
- Meningitis: Hersenvliesontsteking.
o Oorzaak: Infectie die kan leiden tot botgroei in het slakkenhuis, wat het binnenoor
kan afsluiten.
o Gevolgen: Ernstige schade aan het slakkenhuis, inclusief vernietiging van het orgaan
van Corti en haarcellen wat doofheid kan veroorzaken.
3