Visie op begeleiden
Hoofdstuk 1: Het verschijnsel ‘opvoeding’
afgebakend
1.2 Het begrip ‘opvoeding’
1.2.1 Etymologische woordverklaring
Hier wordt de etymologie van het woord 'opvoeding' besproken, waarbij de
oorsprong en de evolutie van het begrip door de tijd heen worden uitgelegd.
1.2.2 Pedagogie(k), orthopedagogie(k)
Hier wordt het verschil uitgelegd tussen pedagogiek en orthopedagogiek.
Pedagogiek wordt gezien als de wetenschap van het opvoeden en onderwijzen
van kinderen, terwijl orthopedagogiek zich richt op de opvoeding en begeleiding
van kinderen met specifieke behoeften. Het doel is om duidelijkheid te scheppen
over deze termen en hun toepassingen in de praktijk.
- Orthopedagogiek: “De studie van methodische, integratieve, ethische en
betekenisvolle sociale interacties en ondersteuning in opvoedkundige
situaties die als problematisch ervaren worden, met als doel de
leefsituaties, kwaliteit van leven en participatie in de maatschappij van alle
betrokkenen te verbeteren, en dit door wetenschappelijk onderbouwde
kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden"
- Orthopedagogisch begeleider: Iemand die, vertrekkend vanuit de
(ortho)pedagogiek, de kennis en kunde om op te voeden/te begeleiden
bezit en realiseert
- (Ortho)pedagoog: iemand die op een systematische manier bouwt aan de
theorievorming binnen de (ortho)pedagogiek en van daaruit gaat
(be)handelen
1.3 Historiek van het gezin als opvoedingsmilieu
Inleiding
De inleiding van dit deel biedt een overzicht van de evolutie van het gezin als
opvoedingsmilieu door verschillende historische periodes heen. Het schetst de
veranderingen in gezinsstructuren en opvoedingspraktijken van de
middeleeuwen tot het postmoderne gezin van de 21e eeuw.
De primaire samenleving in de middeleeuwen (tot ongeveer 1500)
In de middeleeuwen fungeerde het gezin als de belangrijkste eenheid voor
opvoeding. De opvoeding was voornamelijk gericht op overleving en het aanleren
van sociale normen en waarden binnen een strikt hiërarchische structuur. De
taken en rollen binnen het gezin waren duidelijk verdeeld, waarbij kinderen al op
jonge leeftijd taken kregen toegewezen om bij te dragen aan het gezinsleven.
- Middeleeuwse samenleving = klassensamenleving
- Kerk en geloof: belangrijke rol
, - Het monogame huishouden
Blijven behoren tot → overleven
- Man en vrouw hadden een gelijkwaardige rol en positie
- Opvoedingsgebeuren praktisch onbestaande:
Meegeven katholieke waarden
Hoge kindsterfte, uitbesteding kinderen, weinig affectie
Vanaf 7 jaar ingeschakeld in de wereld van de volwassene
Het humanisme (1400 - 1650)
Tijdens de periode van het humanisme kwam er een verschuiving in het denken
over opvoeding. Er kwam meer aandacht voor de ontwikkeling van het individu
en de rol van educatie in het vormen van karakter en intellect. Humanisten
benadrukten het belang van persoonlijke ontwikkeling en het streven naar kennis
en zelfontplooiing.
- Herleving van de klassieke cultuur
- Vorming van de ‘homo universalis’: nadruk op leren
- (God +) Vrijheid van de menselijke wil
- Erasmus: liefdevolle en zorgzame omgang met kinderen
Moeder: verzorging
Vader: karaktervorming
- Het kind neigt van nature naar het kwaad, wel nog kneedbaar
De Verlichting (1650 - 1800)
De verlichting bracht een verdere verandering in de opvoedingspraktijken met
een sterke nadruk op rationaliteit en wetenschap. Opvoeding werd gezien als een
middel om kinderen te leren zelfstandig en kritisch te denken. De rol van ouders
en opvoeders veranderde naar die van begeleiders die kinderen hielpen om
logisch en rationeel te redeneren.
- Niet langer God, maar wetenschap en logica komen centraal te staan
- John Locke: kind als tabula rasa
- De opvoedbare en maakbare mens
- Verkrijgen van kennis door ervaring
- Doel opvoeden = Verwerven van vrijheid en zelfbestuur
- De mens als individu
De invloed van de industriële revolutie (vanaf 1750)
De industriële revolutie had een grote impact op de gezinsstructuren en
opvoedingspraktijken. Er was een verschuiving van agrarische naar stedelijke
omgevingen, wat leidde tot veranderingen in de gezinsdynamiek. Kinderen
werden vaak ingezet om te werken in fabrieken, wat de traditionele rolverdeling
binnen gezinnen veranderde en nieuwe uitdagingen met zich meebracht voor de
opvoeding.
- Mensen trokken massaal naar steden
- Grote gezinnen met kinderen als nuttige arbeidskrachten, vooral bij
de arme bevolking (fabriekskinderen)
- Opvoeding beperkt tot meegeven van christelijke opvoeding
, - Kinderen bleven belangrijke arbeidskrachten tot invoering van de leerplicht
(België 1914)
De romantiek (1800 - 1850)
De romantiek legde de nadruk op het belang van emotionele en persoonlijke
ontwikkeling in de opvoeding. Er ontstond een nieuw beeld van het kind als een
uniek individu met eigen behoeften en rechten. Opvoeding werd gezien als een
proces van koestering en begrip, waarin de emotionele band tussen ouder en
kind centraal stond.
- Nadruk op gevoel en intuïtie (i.p.v. rede en ratio)
- Mens als onderdeel van een organische eenheid (individu, afhankelijk van
de gemeenschap)
- Jean-Jacques Rousseau:
Kind is van nature goed → Natuurlijke opvoeding
Taak opvoeder:
~ Ontwikkeling opvolgen en tot maximale ontwikkeling brengen
~ Het kind beschermen tegen de maatschappij
- Aandacht voor de kinderlijke leefwereld
- Moederliefde
Pedagogische ideeën vinden hun weg naar de praktijk (vanaf 1850)
Vanaf het midden van de 19e eeuw begonnen pedagogische theorieën steeds
meer invloed te krijgen op de opvoedingspraktijk. Onderwijsinstellingen en
formele onderwijssystemen werden opgericht, en er kwam meer aandacht voor
de wetenschappelijke benadering van opvoeding. Pedagogische ideeën van
invloedrijke denkers begonnen hun weg te vinden naar de dagelijkse
opvoedingspraktijk.
- Versnelde economische groei
- Klassensamenleving mbt opleiding en economische positie
- Arbeidersgezinnen, burgergezinnen en boerengezinnen; Burgerij
overheersend (middenklasse)
- Huiselijkheidsideaal: Man uit werken, vrouw aan de haard. Ontstaan van
intiem gezinsleven
- Een kind werd stilaan meer als individu bekeken en kreeg een meer
centrale plaats in het gezin
- Klemtoon op intellectuele ontwikkeling, na romantiek ook emotionele
ontwikkeling
Het traditionele kerngezin (vanaf 1900)
In de 20e eeuw werd het traditionele kerngezin de norm. Dit gezinstype bestond
uit een vader, moeder en kinderen, met duidelijk gedefinieerde rollen voor elke
ouder. De opvoeding richtte zich op het creëren van een stabiele en veilige
omgeving waarin kinderen konden opgroeien. Normen en waarden werden
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper davinalouer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,49. Je zit daarna nergens aan vast.