Beroepsrollen in het sociaal werk:
3. Fundamenten van het sociaal werk
3.1 De globale definitie van het sociaal werk
Sociaal werk: praktijk-gebaseerd beroep en een academische discipline die sociale
verandering en ontwikkeling, sociale cohesie, empowerment en bevrijding van mensen
bevordert. Principes van sociale rechtvaardigheid, mensenrechten, collectieve
verantwoordelijkheid en respect voor diversiteit staan centraal in sociaal werk. Onderbouwd
door sociaalwerktheorieën, sociale wetenschappen, menswetenschappen en inheemse en
lokale vormen van kennis, engageert sociaal werk mensen en structuren om
levensuitdagingen en problemen aan te pakken en welzijn te bevorderen.
Uitsplitsing:
- Sociaal werk tegelijk een praktijkgericht beroep en academische discipline.
- Algemene doelen nastreven: sociale verandering en ontwikkeling, sociale cohesie,
empowerment en bevrijding van mensen
- Vanuit centrale waarden: sociale rechtvaardigheid, mensenrechten, collectieve
verantwoordelijkheid en respect voor diversiteiten
- Gebruik van bepaalde kennis: theorieën uit sociaal werk, sociale wetenschappen,
menswetenschappen en (culturele) antropologie
- Einddoel: faciliteren en aanspreken/betrekken van mensen en structuren om
levensuitdagingen op de (politieke en maatschappelijke) agenda te plaatsen en welzijn
te verhogen
2 kanttekeningen:
1. Definitie komt tot stand in een specifieke context en probeert de verschillende
opvattingen die er bestaan over sociaal werk te bevatten. Globale definitie is aan
verandering onderhevig:
1957: eerste versie, focus op helpen van individuen en groepen om hen beter aan te
passen aan de samenleving
1982: aandacht verschoof naar sociale verandering
2000: mensenrechten en sociale rechtvaardigheid verschenen in de definitie
2014: collectieve verantwoordelijkheid en respect voor diversiteit werd toegevoegd;
sterke nadruk op structurele benadering
2. Laatste definitie = globale definitie en niet meer een internationale.
Internationaal verwijst te veel naar natiestaten.
Globaal slaat zowel op volkeren in de wereld als op globaal in de betekenis van
overkoepelend.
Centraal: verdedigen en handhaven van mensenrechten en sociale rechtvaardigheid als
motivatie en rechtvaardiging voor sociaal werk
Collectieve verantwoordelijkheid: belang dat burgers en overheid verantwoordelijkheid
nemen voor elkaar en voor het milieu om die rechten te respecteren en realiseren
Doelen van sociaal werk:
1. Sociale verandering en ontwikkeling
Sociaal werkers: veranderingsagenten, zowel in de samenleving als in het leven van de
personen, families en gemeenschappen
Kleine utopie: individuele benadering met aandacht voor menselijke waardigheid
Grote utopie: zoekt naar een meer structurele sociale rechtvaardigheid, waarvoor al dan
niet hervormingen noodzakelijk zijn
1
,Hubeau, 2018: er moet ruimte zijn voor kleine utopieën, maar toch stelselmatig gericht op
een groter ruimer ideaal van een meer rechtvaardige en op menselijke waardigheid gestoelde
samenleving
2. Sociale cohesie
Sociale cohesie: kenmerk van de samenleving, relaties tussen leden van de samenleving en
het bindende effect van die relaties
Sleutelelementen: gedeelde loyaliteiten en solidariteit
Mate waarin mensen in gedrag en beleving uitdrukking geven aan hun persoonlijk leven,
als burger in de maatschappij en als lid van de samenleving.
Individuele verantwoordelijkheid: inburgering
Collectieve verantwoordelijkheid: #plekvrij, opvangen Oekraïense vluchtelingen
3. Empowerment
Empowerment: proces van versterking waarbij individuen, organisaties en gemeenschappen
greep krijgen op de eigen situatie en hun omgeving via het verwerven van controle, het
aanscherpen van kritisch bewustzijn en het stimuleren van participatie
Power = kracht en macht
Individueel niveau: krachten van personen en hun omgeving aanspreken
Samenlevingsniveau: groepen in kwetsbare situaties in staat stellen macht te verwerven
om maatschappelijke veranderingen mee te bewerkstelligen
! Niet louter versterken van individuen, maar ook een benadering die de persoon verbindt met
zijn omgeving en de samenleving aanspreekt op zijn verantwoordelijkheid om het welzijn van
elke persoon te realiseren.
Valkuil: individualiseren
4. Bevrijding van mensen
Freire: ‘niemand bevrijdt iemand anders noch bevrijdt iemand zichzelf, maar mensen
bevrijden zich enkel samen, in verband met elkaar’
Belang van gezamenlijke kritische bewustwording. Inzicht krijgen in de wereld en
machtsdynamieken, zodat men in die wereld kan opkomen voor zichzelf en zaken veranderen.
Doel sociaal werkers: structurele oorzaken van onderdrukking of privileges bestrijden en
kwetsbare mensen bevrijden van onderdrukking
Centrale waarden sociaal werk:
1. Sociale rechtvaardigheid
Afhankelijk van de probleemdefiniëring en perspectief zal je als maatschappij/beleid andere
keuzes maken.
Rechtvaardigheid: principes vertrekken van gelijkheid – iedereen heeft hetzelfde basispakket
aan rechten en vrijheden, maar we leven in een samenleving die gekenmerkt wordt door
ongelijkheid
Sociale rechtvaardigheid: sociale goederen en macht herverdelen met specifieke aandacht
voor de meest kwetsbaren
Doel: ervoor zorgen dat iedereen gelijke kansen en uitkomsten heeft, gelijke verdeling van
macht en middelen
Sociale onrechtvaardigheid problematiseren: onrecht en discriminatie aanvechten
2
, Denken over sociale rechtvaardigheid is politiek: gaat over hoe we ongelijkheden organiseren
als samenleving en over wanneer en hoe we ongelijke uitkomsten compenseren (structureel
werken)
Sociale rechtvaardigheid solidariteit:
Sociale rechtvaardigheid: relatie tussen overheden en burgers (verticale relatie)
Solidariteit: tussen burgers (horizontale relatie)
2. Mensenrechten
Mensenrechten, 3 generaties:
1. Burgerrechten en politieke rechten vb. recht op vereniging of vrije meningsuiting
2. Sociaaleconomische en culturele rechten vb. recht op arbeid, onderwijs,
gezondheidszorg of huisvesting
3. Milieu, collectieve rechten en verwijzen naar ecologische en sociale duurzaamheid,
verwijst ook naar de rechten van toekomstige generaties vb. recht op gezonde
levensomgeving, natuurlijke hulpbronnen, biodiversiteit en gelijkwaardigheid tussen
generaties
3.2 Sociaal werk vanuit een mensenrechtenbenadering
3.2.1 All human beings are born free and equal in dignity and rights
Mensenrechten: morele principes die onvervreemdbare fundamentele rechten beschrijven
waar een persoon recht op heeft, omdat hij/zij een mens is
Verlichting: denkers zoals John Locke omschreven natuurlijke rechten, rechten verbonden
aan mens-zijn
Basis voor de sociale revoluties van de 18e eeuw in Europa en daarbuiten in een
zoektocht naar een meer rechtvaardige maatschappij.
Nasleep WOII, 1948: mensenrechten werden geformaliseerd in de Universele Verklaring van
de Rechten van de Mens, met als eerste artikel (3.2.1)
Onvervreemdbaar karakter van mensenrechten; fundament voor vrijheid,
rechtvaardigheid en vrede in de wereld.
Universeel: gelden voor iedereen ongeacht nationaliteit, gender, taal, religie of etniciteit
Egalitair: zijn voor iedereen hetzelfde
Universaliteit en concrete invulling van mensenrechten = voer voor kritische discussie
MAAR: mensenrechtendoctrine kent een grote internationale invloed op overheden,
beleidsmakers en sociale bewegingen
Natiestaten: mensenrechten vertaald in (sociale) grondrechten
TOCH: bepaalde groepen blijven sociaal onrechtvaardig behandeld worden in de
samenleving vb. vrouwen, kinderen, vluchtelingen, ouderen …
3.2.2 Sociaal werkers en mensenrechten
Sociaal werkers:
Gedreven door realisatie van de (sociale) grondrechten, willen mensen tot ‘hun recht laten
komen’ en bijdragen aan de realisatie van menselijke waardigheid en sociale
rechtvaardigheid.
Vormgevers aan rechten en informeren, ondersteunen en maken de toegang tot het recht
als systeem mogelijk.
3