GOEDERENRECHT
Prof. MUYLLE Mathieu
2023-2024
VUB
Inez Veldeman
,
,
,EXAMEN
1 Algemene info
Schriftelijk examen (fysiek on campus)
Mix van vragen
- Duiden van essentiële begrippen en rechtsregels
- Situeren van wetsbepalingen
- Goed of fout-vragen (meestal weinig plaats om te duiden, wetsbepaling + duidelijk antw)
- Casussen
- Vergelijkingsvraag of reflectievragen: juridische en maatschappelijke relevantie; kritische reflecties;
eigen mening
Gebruik van ACTUEEL wetboek noodzakelijk
Niet geannoteerd; geen kruisverwijzingen (kruisverwijzingen in niet goederenrechtelijke wetsbepalingen
geen problem); onbeschreven post-its!! zo niet fraude
OP: Examen veel theorie toepassen in praktische vragen
- Direct minpunten als je een fout iets opschrijft
- Bij uw antwoord
WEES VOLLEDIG EN
Kies een kant bij uw antwoord – Bv.:
o Ofwel A - *en dan uw uitleg – OVER: Wrm*
o Ofwel B - *en dan uw uitleg – OVER: Wrm*
DUS:
o Niet A EN B kiezen – WANT: Dan geeft prof geen punten
o Wel OFWEL A, OFWEL B kiezen
Cursusmateriaal:
- Leidend: HOC’s
- PowerPoint en slides zijn aanvullend
- Cursus is uitgebreider
- Alles samen – IS: Wat te kennen vr examen
o WANT: Op examen – VEEL praktische vragen
o DUS: HOC’s, slides, lesnota’s – EN: HB
- Via Canvas – Staat er GN syllabus
- Codex:
o BG wetboek
o Aanvullend wetboek vh protocol
3
, o Etc.
Eindtermen:
- Zie PowerPoint:
- Begrippen
o SOMS Begrippen in wetboek
o Dat mag, maar nog EXTRA aanvullen met eigen woorden
o Bv. Eigendomsrecht, opstalrecht…
o Tijdens leren – Deze termen AL knn opzoeken in codex
o OF: Tijdens academiejaar ook AL opzoeken
o Begrippen uitleggen – ADHV: Vb’en
Casusvragen & Vergelijkingsvragen
Schriftelijk examen
- Bij antwoord examen:
- Wees volledig – BV. Wnr een vraag ‘NT waar’ is volgens u
- Altijd verwijzing nr wetsbepaling
- Wees volledig daarin!
DUS BELANGRIJK: ALTIJD ENKEL Antwoorden op wat gevraagd w
- Tip: Gevraagde elementen OPVOORHAND in geel aanduiden
Bij ELK Antwoord verwijzen nr wetsartikel
- Tip: Wetsartikels TIJDENS het jaar aanduiden – EN: OOK Knn opzoeken etc.
2 Tips
Vaststelling examen:
- Veel afval in het antwoord, niet altijd juiste manier van antwoorden,
- te veel gaan voor een zwart wit antwoord en nuancering vergeten toe te voegen,
- wetsartikelen niet vermelden! = PUNTENVERLIES
- onvoldoende gebruik van codex als werkinstrument
- Tips uit de les worden niet opgepikt
Zegt niets over inhoud student wel over methode Methode is ervaring
Ambitie: wat coachen
,3 Voorbeeldvragen
Wat is het statuut van dit goed? (onroerend of roerend) WETSARTIKELS!!!!!
- Belgische vlag op koninklijk paleis roerend of onroerend?
Tip breng nodige nuances: vlag is daar niet altijd bestemt om te hangen want enkel als de koning
aanwezig is staat de vlag. Als ze er altijd zou hangen is een vlag roerend. Maar het kan onroerend
zijn door ornamentele bestemming want ze is gemaakt om daar bevestigd te worden. Het is geen
noodzakelijk afwerkingselement/moet daar altijd hangen.
- Giraffen in Pairi Daiza roerend of onroerend?
In principe zijn dit roerende goederen tenzij dit beschouwd wordt als roerend door bestemming.
Want zonder giraffen is het gewoon een park, de dieren helpen dus mee aan de economische
exploitatie van het dierenpark. Dan kijken naar voorwaarden: lichamelijk roerende zaak, eenheid
van eigendom, gekoppeld aan het park om daar te blijven onroerend door economische
bestemming.
- De micro die de prof gebruikt roerend of onroerend?
Twijfel: roerend want intrinstiek verplaatsbaar als je het meeneemt naar huis (dan is er geen
eenheid van eigendom of onroerend door economische bestemming want zo een grote aula,
daarbij is de micro nodig om je verstaanbaar te maken. Staaf aan de hand van wetsartikels en
voorwaarden.
Welk zakelijks gebruikrecht zou je hierop kunnen toepassen?
!! EXAMENVRAAG !!
- Aspect van voortdurendheid is niet meer van toepassing
- Bv. vaak toelaten dat er een passage wordt genoten => geen bezitsdaad die aanleiding kan geven
tot verkrijgende verjaring
- Kan pas beginnen lopen vanaf het ontstaan van het nieuwe boek 3 (1 september 2021)
Appartementsrecht = artikel 3.84 ev. BW EXAMENVRAAG !!!!!!!
5
,HOOFDSTUK 1: INLEIDING
1 Situering
Goederenrecht is onderdeel van privaatrecht/burgerlijk recht
- Privaatrecht: regelt rechtsverhouding tussen particulieren
Publiekrecht:
o Regelt rechtsverhouding tussen particulieren en de overheid
o Regelt samenstelling, werking, … van overheidsinstellingen
- Andere privaatrechtelijke rechtsdomeinen: verbintenissenrecht, contractenrecht
- Privaatrecht wordt traditioneel opgedeeld in
o Supatrimoniaal recht of vermogensrecht
o extrapatrimoniaal recht
Goederenrecht is onderdeel van vermogensrecht
Heeft betrekking op actieve en passieve samenstelling van vermogen/patrimonium
Patrimoniale subjectieve rechten ingedeeld in:
- Zakelijke rechten: geven aan rechtssubject een rectstreeks zeggenschap over een bepaald goed.
Goederenrecht regelt deze rechtstreekse verhouding tss rechtssubject en het goed (rechtsobject).
o Varieert in draagwijte in functie van de aard van het zakelijk recht:
Eigendom
Mede-eigendom
Zakelijke gebruiksrechten (erfdienstbaarheden, vruchtgebruik, erfpacht, opstal)
Zakelijke zekerheden
enkel de rechter kan zakelijke rechten vestigen (art 3.3 BW)
ZAKELIJKE HOOFDRECHTEN: Eigendomsrecht & zakelijke gebruiksrechten want ze
hebben betrekking op het goed zelf.
BIJKOMENDE ZAKELIJKE RECHTEN: Zakelijke zekerheden want ze vormen een waarborg
van een schuldvordering als bijzaak van die schuldvordering. SE die over een zakelijke
zekerheid beschikt zal bij voorrang op andere SE’s w betaald met de opbrengst vh goed
- Vorderingsrechten: recht op prestatie van ander rechtssubject ( (niet)doen, geven)
- Intellectuele rechten: geven aan een auteur een tijdelijk en exclusief exploitatierecht op een
originele creatie vd menselijke geest
Vermogen = som van actief en passief (iedereen heeft een vermogen) art. 3.35, lid 1 BW
- actieve bestanddelen = goederen + rechten
, - passieve bestanddelen = schulden + plichten
2 Omschrijving
Ontstaan: toe-eigening door de mens van voordelen uit de natuur mens heeft subjectief gebruik ervan
veilig gesteld
Bv. Iemand heeft ooit een werktuig gemaakt, maar iemand beweerde dat dit van hem was. Goederenrecht
zal hier een regeling in vinden. Je gaat dus je eigendom veilig stellen en het bezit ervan krijgen.
Objectief recht subjectief recht : Subjectief recht = veronderstelt een concrete rechtsverhouding tussen
personen waarop het objectief recht wordt toegepast
Subjectieve zakelijke rechten =
- Als eigenaar concrete bevoegdheden en aanspraken krijgen t.a.v. andere personen betreffende
zaken wanneer de toepassingsvoorwaarden van de algemene zakenrechtelijke regels vervuld zijn
- subjectieve obligatoire rechten ‘verbintenisrechtelijke’ aanspraak
- bv. Verkoop doet verbintenissen ontstaan over en weer, maar doet ook een zakelijk recht
overgaan, nl. het eigendomsrecht. Ten opzichte van de gekochte zaak kan de eigenaar verregaande
bevoegdheden uitoefenen, of verbintenissen afsluiten, finaal wordt de koper eigenaar van het
goed, wat hem bevoegdheden oplevert
3 Uitsluiting
Wat valt niet onder het goederenrecht:
3.1 Extrapatrimoniale rechten
Bv.: recht om te huwen, recht op vaderschap of mee-moederschap, recht op fysieke integriteit, …
Waarom? op examen, geven als waarom het extrapatrimoniaal is
1. Zijn niet in geld waardeerbaar of toeëigenbaar
2. Behoren niet tot het vermogen
3. Zijn onvervreemdbaar (er kan niet over worden beschikt)
Dus: Hier kan g ovk in w afgesproken inzake geld Bv. ik kan niet zeggen: als jij trouwt geef ik u 50 000.
! Nuancering: over bepaalde aspecten van deze rechten zijn toch overeenkomsten mogelijk uitoefening
(en geen afstand) van desbetreffend recht
- Bv.: toelating om foto te gebruiken in publiciteitscampagne als bekend persoon
- Bv.: publicatie van persoonlijke briefwisseling
- Bv.: bloed- of orgaangift: In principe kan je daar GN overeenkomst over sluiten, BEHALVE: In
beperkte context – Bv. Een orgaan geven aan iemand anders wnr je bv. eentje niet meer nodig hebt
, en jij hebt zelf een huis nodig – DUS Verkoopakte vh huis van die andere persoon in ruil voor nier.
DUS: Is VAAK tegen betaling
De schending van extrapatrimoniaal recht kan aanleiding geven tot schadevergoeding (in geld)
, 3.2 Verbintenissen en vorderingsrechten
Verbintenis =
- rechtsverhouding tussen twee (of meer) personen, die ontstaat krachtens de wet ingevolge een
rechtshandeling of rechtsfeit
- op grond waarvan de ene persoon t.o.v. de andere gehouden is
- tot het leveren van een prestatie (iets geven, iets doen, iets niet doen)
Vorderingsrecht
WAT Is verschil dan tss verbintenis en zakenrechterlijke aanspraak/Grechterlijke aanspraak?
- Zakenrechtelijke aanspraak = geeft bevoegdheden – die gaat u verplichten om u bv v iets te
onthouden v iets
- Verbintenis = *zie dia*
Bv. Je hebt overeenkomst met een andere collega – je zegt bij notaris tijdens akte – je krijgt geld IN
RUIL Voor dat die elke maand uw appartement komt kuisen en je krijgt daarvoor in ruil geld
o DAT: Is dus een verbintenis – DUS: Een overeenkomst met verbintenisrechtelijke aspecten
die w agelsten
- Vorderingsrecht:
STEL: Je kuist dat kot zoals afgesproken – MAAR: Uw collega Blijft achterstallig om u uw geld te
betalen. DAN: Heb jij een vorderingsrecht op die persoon – OMDAT: Uw collega achterstallig blijft
met het betalen
3.3 Intellectuele rechten
- Geheel van rechten die zijn toegekend aan een auteur of een uitvinder ter bescherming van de
voortbrengselen van zijn geest (kunstwerken, boeken, uitvindingen)
- Vb.: auteursrechten, octrooien, merkenrecht, …
- Dubbel aspect:
o moreel recht: recht om boek uit te geven, kunstwerk tentoon te stellen, auteurschap op te
eisen, illegale kopieën aan te vechten
o vermogensrecht: economische exploitatie van de creatie (reproductie, licenties)
Extrapatrimoniaal aspect + patrimoniaal aspect
9