Neuroanatomie functioneel
Somatisch afferent
Lemniscaal systeem
Fijne tastgevoel, druk, vibraties & bewuste
proprioceptie (pees- & spierspoeltjes)
Duidelijk uitgebreid bij primaten, minder bij
huisdieren
Geen spinale interneuronen vanuit
receptororgaantje vertrekt zenuwceluitloper met
lichaam in spinaal ganglion (pseudo-unipolair)
Deze gaat niet binnendringen in dorsale
hoorn maar blijft in witte stof, in dorsale funiculus
Funiculus cuneatus (voorhand),
funiculus gracilis (achterhand) primaire neuronen
Deze loopt naar craniaal (ascenderende baan), blijven ipsilateraal lopen & eindigen thv
verlengde merg in kernen nucleus gracilis & cuneatus
Hier krijgen we 1e synaps en ontstaan secundaire neuronen, lopen ventraal in medulla
en gaan kruisen (contralateraal) & vormen mediale lemniscus
Lopen verder tot aan thalamus (laterale deel van caudoventrale nucleus) waar 2 e
synaps is en tertiaire neuronen ontstaan, deze worden gebundeld & lopen via capsula
interna naar sensibel deel van neopalium (vnl. inwendige &
uitwendige korrellaag)
Uitspreiden naar kolommen en verwerkt, worden bewust van
prikkel
Projectie hele lichaam op neocortex verhouding verschilt
Snel & efficiënt
Extralemniscaal systeem
Minder precies
Ruwe tast, druk, temperatuur, pijn
Meer uitgebouwd bij huisdieren
Wel spinale interneuronen synaps thv ruggenmerg
Primaire neuronen
Secundaire neuronen = interneuronen (2 groepen)
Laterale groep naar mediale deel caudoventrale kern thalamus
Tractus neospinothalamicus (1) prikkel receptororgaantje dringt dorsaal
ruggenmerg binnen, gaat paar segmenten naar voor en maakt synaps en start 2 e
neuron, lopen contralateraal assenderend naar thalamus & projectie naar
sensibele cortex
Vnl primaten, pijn
Tractus spinocervicothalamicus (2) loopt ipsilateraal, loopt dorsaal naar
medulla oblongata & maken synaps, deze gaan dan naar ventrale kant & gaan
oversteken (contralateraal) & eindigen ook op CMV
Vnl carnivoren
Mediale groep diffuser, niet onmiddellijk bewust
Tractus spinoreticularis (3) info komt binnen en vormt synaps in dorsale hoorn
en gaan bilateraal lopen naar formatio reticularis en info wordt verwerkt, niet
bewust maar wel gebruikt om lichaamsfuncties aan te sturen (alert zijn)
Tractus paleospinothalamicus loopt ipsilateraal en gaat naar mediale &
intralaminaire kernen thalamus, wat er dan gebeurt weten we niet echt
, Diffuse ascenderende vezels lopen in laterale funiculus dicht tegen grijze stof,
proprioceptief systeem info richting craniaal waarschijnlijk naar reticulair
systeem
On(der)bewuste proprioceptie
Afkomstig van pees- & spierspoeltjes via andere banen en andere functie
Altijd ipsilateraal verwerkt, bewuste contralateraal
Primaire neuron dringt binnen in dorsale funiculus & vormt synaps met secundair neuron
(interneuron)
1. Blijven ipsilateraal, gaan naar witte substantie en vormen tractus spinocerebellaris
dorsalis info van spierspoeltjes
Gaan opklimmen door pons naar caudale pedunkel & binnendringen in kleine
hersenen (cortex), neuronen in cortex stimuleren en deze gaan inwerken op
nuclei cerebelli
2. Gaan contralateraal, info van peesspoeltje tractus spinocerebellaris ventralis
Gaan opklimmen door medulla & pons tot in mesencephalon, keert terug om via
rostrale pedunkel naar cortex van kleine hersenen te gaan (stimuleren)
Voor ze cortex effectief binnendringen gaan ze in witte stof van kleine hersenen
terug oversteken naar andere kant (finaal ipsilateraal)
Formatio reticularis
Heel uitgebreid systeem, diffuus netwerk van neuronen die contact maken
Begint in cervicale deel ruggenmerg & hersenstam
Krijgen hier altijd aftakkingen naar zowel afferent als efferent & somatisch als autonoom
(verwerken)
Asenderend reticulair activerend systeem (ARAS)
Krijgt input van alle sensorische neuronen & gaan systeem activeren zowel
autonoom als somatisch
Zelf meer bewuster, alerter
Onderdrukking kan zorgen voor lethargie niet alert
Speciaal somatisch afferent
Visueel systeem
Retina ontstaat uit uitsparing in laterale kant diencephalon
Neuron 1 = staafjes & kegeltjes, neuron 2 = bipolaire neuronen,
neuron 3 = ganglionaire cellen
Laatste gebundeld en verlaten oog onder vorm van nervus
opticus (II)
Gaan kruisen in chiasma opticum aantal vezels gaan kruisen
(diersoortafhankelijk, diepte zicht)
Vogels kruist alles
Primaten 50% kruist visuele cortex krijgt info van beide
ogen en geeft na verwerking diepte zicht
Hoefdieren kruist 90% beperkt diepte zicht
Carnivoren heel variabel beter diepte zicht dan herbivoren
Na chiasma is tractus opticus, gaat naar laterale kant thalamus binnendringen
Eindigt in nucleus geniculatum laterale zowel links als rechts
Synaps gevormd & starten secundaire neuronen, eigenlijk quaternaire
Gaan via capsula interna aar visuele cortex (occipitaal) bewust van wat we zien