Klasmanagement: deel 1
Hoe meer a eiding in de klas door geen orde —> minder goede prestaties en meer
pesten
Leraar moet signalen van wat er in de klas gebeurt registreren, selecteren wat belangrijk is
en reageren
6 eigenschappen die klasmanagement tijdens les moeilijk maken:
1) simultaneïteit —> veel dingen gelijktijdig in klaslokaal
2) Multidimensionaliteit —> meerdere processen, niveaus, tempo’s, … tegelijk
3) Directheid —> gebeurtenissen in lokaal volgen elkaar snel op
4) Onvoorspelbaarheid —> onverwachte wendingen in lokaal
5) Publieke ruimte —> leraren worden door lln waargenomen en moeten verantwoording
kunnen a eggen over wat ze doen
6) Geschiedenis —> klas bouwt doorheen tijd aan routines, normen, waarden, …
Orde houden is een contextafhankelijke vaardigheid —> anders per klas, in school, …
telkens opnieuw lijken te beginnen
5 elementen die belangrijk zijn:
1) actief voorkomen van ordeproblemen
2) A ectief reageren op wangedrag
3) Afstemmen van instructie en management
4) Rekening houden met verschillen tussen leerlingen
5) Professioneel samenwerken met collega’s
Als leraar investeren in: gestructureerde lessen, aansluiting tussen instructie en
zelfstandig werk, succeservaringen, positieve relatie, regels en stra en —> beter
voorkomen dan genezen maar soms is genezing door sanctie nodig
Gezag = lln willen uit vrije wil akkoord gaan met jouw machtsuitoefening ondanks dat wat
jij van hen wil niet per se is wat ze zelf zouden willen
Goede relatie kan drijfveer zijn voor lln
Bronnen van legitimiteit = bronnen, redenen dat iets wel of niet aanvaardbaar is
Lln moeten dus legitimiteit ervaren, het aanvaardbaar vinden door bv. Een aanvaardbare
rede die achter een regel, straf, … zit dat helpt beter dan gewoon streng zijn
Bronnen legitimiteit op persoonlijk niveau: lln vinden je lief, willen je een plezier doen, je
kan ze motiveren, ze willen indruk op je maken, …
Bronnen van legitimiteit op organisatieniveau/schoolniveau: voor welke normen en
waarden leef je al collega’s voor bv. Als afspraak op school is geen petten in de klas en
als je er een opmerking over geeft zeggen lln dat geen enkele lk er rekening mee houdt,
kan je als lk nergens op steunen en verliest de regel en jezelf een stuk legitimering
ff fl fl ff
, Automatismen bv. Klas makkelijk screenen biedt voordelen maar een nadeel is dat
geautomatiseerd gedrag moeilijk aangepast wordt bv. Nieuwe regel: petjes: moeilijk hier
ineens op te letten
Zelf goede voorbeeld geven anders kan je lln hier niet op aanspreken
Legitimiteitsbronnen op niveau van de samenleving: hoe school wordt gedragen door
samenleving, wat ze wel of niet belangrijk vinden, …
Als leraar moet je goed verhaal hebben: waarom doe je wat je doet
Lln en lk hebben een relatie omwille van een morele orde waaraan zij beiden loyaal zijn
Gezagsbronnen die samenhangen met het persoonlijk optreden in de klas:
- Relatie: gelijkwaardigheid, vertrouwen, gezien en gehoord voelen
- controle: lk neemt initiatief, structureert, pakt verstoorders aan
- expertise: lk moet vak beheersen en het begrijpbaar uitleggen
De 3 categorieën met mate en gewenste balans
Synergie tussen categorieën: ze versterken elkaar positief
PO: ervaren veel nadeel van negatieve relatie maar geen voordeel van een goede relatie
Westers en niet-westers —> hoe beter match hoe beter relatie
Bv. Als lk bij de deur staan en complimenten en gesprekjes aanknopen
Bv. Kennismakingsgesprek met ouders voor betere relatie
Lk moet zich afvragen hoe legitimiteit van optreden vergroten
Het maakt niet uit wat je doet maar lln moeten optreden van leraar als legitiem ervaren,
als aanvaardbaar ervaren —> geeft veiliger gevoel dan strengheid van leraren
Interventies dus verantwoorden en staven
Deel 2:
Meest riskante momenten in les = als lln moeten wisselen van activiteit
=> vaak onbedoeld onrust die moeilijk weer verdwijnt
=> om dit te omzeilen! —> de wisselmomenten routiniseren
Goede gewoontes aanleren:
Stap 0: bedenken en uitwerken hoe je wil dat elk wisselmoment van een les verloopt
1) stap 1: expliciet zijn over je gedragsverwachtingen
Nuttig om gewoontes aan te leren bij: begin van les, instructie, zelfstandig werken, wat
moeten ze doen als ze klaar zijn, einde van de les, bv. Ook laptop/boek dichtlaten zodat
focus op jou en bord ligt
—> signaal voor wisselmoment visueel maken bv. Met hand, op bord, …