DIDACTIEK VAN DE BEWEGINGSVORMING
LES 6: Communicatie - lesmanagement
Johari-model om naar je communicatie te kijken:
Communicatie
- Verbaal: gesproken taal
- Non-verbaal: lichaamstaal, lichaamscommunicatie, body language, body talk, expressie,
face-to-face interactie..
Elke rechtstreekse communicatie of gevoelens/emoties:
- 7% woorden (WAT we zeggen)
- 38% stemklank/intonatie (HOE we praten)
- 55% lichaamstaal (HOE we ons gedragen)
à 3 V’s: Verbaal, Vocaal en Visueel
Kritiek op % (eigenlijk geen goeie studie): overbrengen van + en – emoties via enkelvoudige
uitgesproken woorden, zoals ‘lief’ of ‘vreselijk’, bandopname = kunstmatige context, enkel
gelaatsuitdrukking - geen lichaamstaal, enkel met vrouwen, cijfers 2 studies samengeteld
Verbale en non-verbale communicatie samen:
- ondersteunend (= boodschap)
- tegengesteld (« boodschap)
Lichaamstaal betrouwbaar(der dan de woorden) !
Spreektaal, uitspraak: bewust leerproces
Lichaamstaal: onbewust, verwaarloosd, maar wel belangrijk à ons vakgebied?
1
, Succesvolle carrière: vakkenis + overtuigend optreden
à bewust worden van eigen lichaamstaal en leren bewust mee om te gaan
à succesvolle approximatie (stap voor stap doelgedrag bereiken)
Spreken in het openbaar
- Tafelen VS ‘speechen’
- Verenigingen, adviesraden, commisies..
- Lesgeven aan (grote) groepen
“Hij/zij kan het goed zeggen”
à oefening baart kunst!
à kritisch constructieve ingesteldheid
Verbaal: WAT je zegt
1. Communicatie spreker-publiek: waarheidsgehalte, logica, structuur, duidelijkheid, (kort)
2. Taal : woordkeuze, stijl
Non-verbaal: HOE je het zegt
1. Houding en uiterlijk
2. Spreektechnieken
3. Gebruik van hulpmiddelen
Spreekangst uit zich:
1. Lichamelijk: transpireren, hartkloppingen, buikpijn, ademhaling (versneld/oppervlakkig),
duizeligheid, huid (wit, blozen, plekken), verstarring lichaam, verandering stem (hoogte,
trillen)
2. Verstandelijk: onduidelijk formuleren, stotteren, andere dingen zeggen dat je bedoelt
Spreekangst à oorzaken angst voor:
- de groep op zich (schuchtere type)
- afwijzing door groep (niet aanvaard worden)
- overmacht van groep (slimmer, beter)
- conflict met groep (niet akkoord gaan)
Spreekangst – faalangst
1. Positieve faalangst: eustress, lichte vorm van nervositeit is goed à betere prestaties door
adrenaline ook bij ervaren sprekers
2. Negatieve faalangst: van kindsaf aan situaties onder druk gezet
2